Door: Ana Buren
Op 27 februari 2022 overleed Piet Glas, lid vanaf de start van de vereniging Avifauna Groningen (1926-2022)
Ana Buren heeft een stukje geschreven ter nagedachtenis.
EEN HERINNERING AAN PIET GLAS
15 juli 2009
Voor de derde keer deze week fiets ik naar mijn favoriete kijkhut in de Westerbroekstermadepolder. Op het fietspad ontmoet ik Piet Glas met zijn elektrische fiets aan de hand die heel geconcentreerd naar het geluid van een vogeltje staat te luisteren. Vlak voor hem in het riet zingt een vogeltje keihard zijn lied. Of het een Bosrietzanger was vraagt hij aan mij. Maar ik weet het niet, want ik haal die rietvogeltjes allemaal door elkaar.
Piet complimenteert mij met mijn verhaaltje “Das Sperbergrasmückenerlebnis”.
‘Dat je steeds zo vroeg wakker was. De vroege ochtend is het mooiste tijdstip en dan kan je maar het beste alleen zijn. Toen jullie al terug naar Nederland waren ben ik nog in mijn eentje gaan wandelen en toen zag ik een Sperwergrasmus van heel dichtbij. Ik heb hem heel mooi kunnen bekijken.’
Ik vraag hem of hij meegaat naar de vogelkijkhut. Spijtig schudt hij zijn hoofd. Hij kan er niet komen. Hij had het een aantal jaren geleden nog eens geprobeerd om die hut te bereiken, maar hij is te slecht ter been en redt het niet meer. Ik probeer hem te overreden om het toch nog eens te proberen. Kan hij altijd nog omkeren als het niet lukt. Heel veel getwijfel en uiteindelijk stemt hij ermee in om een poging te wagen. We zetten de fietsen neer en lopen het pad op. ‘Loop jij maar vast vooruit. Dat is geen lopen wat ik doe. Dat is strompelen. En dan heb ik ook nog sandalen aan...’ Maar na een paar meter zegt hij dat hij het echt niet redt. ‘Het is te ver en dan moet ik ook nog terug...’ Maar hij wíl wel graag, dat is duidelijk.
Dan zegt hij: ‘Misschien kan ik erheen fíetsen!’ Het pad is heel slecht begaanbaar en er groeit hoog gras, dus ik denk dat gaat niet lukken en neem voor de zekerheid alvast afscheid van hem. Hij strompelt terug naar zijn fiets en ik loop verder naar de hut. Even later zoeft hij zo langs mij heen op zijn elektrische en is ver vóór mij bij de hut. Geweldig gezicht!
In de hut zitten Piet en ik heel genoeglijk met zijn tweeën. Af en toe vliegt een Boerenzwaluw langs ons heen naar het nestje in de zoldering. Een Bruine Kiekendief vliegt vlak langs de hut en op het slik buitelen Kneutjes over elkaar heen.
Ik haal mijn notitieboekje tevoorschijn en begin zoals altijd met het opschrijven van de datum: 15 juli. ‘Hé,’ roep ik verrast uit, ‘ík ben jarig!’ Piet hoogst verbaasd. ‘Zo te horen heb je vast geen verjaarsfeestje gepland. Nou, van harte gefeliciteerd dan maar.’
Er zijn nog redelijk veel vogels, steltlopers die we allemaal door elkaar halen. Er stapt een Grutto met een gedeformeerde snavel rond. Verder herken ik alleen de Tureluur met zekerheid omdat ik hem hoor roepen. De rest lijkt er allemaal op. Er lopen Bosruiters, Groenpootruiters, Witgatjes, Zwarte Ruiters en Kemphanen, maar ik weet niet 100% zeker wat wat is en Piet ook niet.
‘Jammer dat we geen boekje bij ons hebben. Ik houd het op een Bosruiter.’ concludeert hij weifelend. Een Kleine Plevier loopt vlak bij de hut en toont ons zijn gele oogring. Een jonge Rietgors kijkt ons vanaf een pitruspol onderzoekend aan. Witte en gele kwikken spelen met elkaar in het slik, achterna gezeten door een groep Puttertjes.
Na een uur zegt Piet: ‘Het is al half vier! En ik heb nog niet gegeten.’
‘Tja, en ík heb niks bij me om te trakteren, sorry’, zeg ik verontschuldigend.
‘Kijk dat zijn zwanenbloemen’ wijst Piet naar een bosje lichtroze bloemen. Het zijn zijn lievelingsbloemen.
Piet is opgetogen dat hij dus kennelijk de hut wel kan bereiken. ‘Ik had niet gedacht dat je me kon overhalen.’ zegt hij glunderend. We zullen elkaar hier nu wel vaker tegenkomen denk ik zo.
Bij het verlaten van de hut roept hij me nog toe: ‘Happy birthday!’
24 maart 2022
Ik ben Piet nooit meer in de hut tegengekomen. Hij kreeg last van zijn rug en kon tenslotte niet meer fietsen.
Zojuist lees ik in de Grauwe Gors dat hij op 27 februari j.l. is overleden.
Een zwanenbloem voor jou, Piet. Vaarwel.
Ana