Koekoek (Cuculus canorus)
Vogel van het Jaar 2012
![]() |
Foto: Luit Staghouwer -juveniel met salamander |
Na een korte discussie op het forum is de Koekoek uit de bus gekomen als vogel van het jaar 2012. Met 7 stemmen voor liet hij andere interessante vogels als Gekraagde Roodstaart (2), Paapje (2), Appelvink (1)ver achter zich.
Landelijk wordt het aantal koekoekvrouwtjes geschat tussen de 6000 en 8000, maar mogelijk is er een dalende beweging aan de gang. Doordat de soort moeilijk te tellen is, zijn hierover eigenlijk te weinig gegevens bekend. Waar de soort in het duingebied afneemt, worden de aantallen weer groter in de nieuwe moerasgebieden. Dit komt door de verschuiving van waardvogels. De Tapuit (duinen) neemt af, dit komt weer door de sterke afname van het aantal Konijnen, van de holen maakt de Tapuit namelijk gebruik. De rietvogels (moeras) als Kleine Karekiet, Bosrietzanger, Rietzanger nemen toe. In Nederland staat de Koekoek op de rode lijst van 2004 als kwetsbaar te boek.
In alle landen van West- en Centraal Europa wordt melding gedaan van afname, in Engeland is de soort de laatste 30 jaar met 60% teruggelopen. De Britse Vogelbescherming(BTO) heeft in 2011 vijf Koekoeken gezenderd, om meer achter de oorzaken te kunnen komen van de afname. Nu (tijd van schrijven 20 maart) zie ik op de site dat ze nog allemaal in Afrika zitten! Volg ze hier: Tracking Cuckoos into Africa
Groningen
In Vogels van Groningen (1983) wordt de Koekoek als een talrijke broedvogel (280-330 paren) omschreven. De Koekoek kan door de gehele provincie worden waargenomen in allerlei biotopen. Gedurende het broedseizoen worden de grootste dichtheden gevonden in moerassige streken met rietland en bosjes, en in bosgebieden.
Schaars is de soort in het kleigraslandgebied ten noorden van de stad Groningen. Ook hier speelt waarschijnlijk het ontbreken van potentiële waardvogels een rol. Wellicht is de hoeveelheid beschikbaar voedsel (o.a. insecten, rupsen) op de klei ook een beperkende factor. Zelden worden koekoeken waargenomen binnen de bebouwde kom.
In Vogelatlas van Groningen(1992) zijn de aantallen hoger dan in 1983, het aantal broedparen wordt geschat op 550 paartjes. De toename is toe te schrijven door betere schatting en meer verzamelde gegevens dan in 1983.
Het aantal atlasblokken waar de Koekoek voorkomt is gelijk gebleven, de grootste aantallen (10 paar of meer per blok) zijn vastgesteld in de Lauwersmeer en in Westerwolde, 5-10 paar per blok in het Gorecht, rond Winschoten en in de omgeving van Veendam-Stadskanaal. Kleine aantallen (1-3 paar per blok) zijn gevonden in de open agrarische gebieden in het noorden van de provincie. Langs de Noordkust en de Dollard ontbreekt de soort in enkele blokken.
Gezien de ontwikkeling van een groot aantal natte natuurgebieden de laatste jaren is het interessant te inventariseren hoe het in 2012 gesteld is met de verspreiding en het aantal broedparen binnen de provincie Groningen. Daaraan gekoppeld zou het mooi zijn ook een beeld te vormen hoe het met de stand van potentiële waardvogels is gesteld.
Herkenning
Een Koekoek heeft een gemiddelde lengte tussen de 32 en 36 cm, een middelgroot formaat en is slank met spitse vleugels en een lange afgeronde staart. De Koekoek heeft een snelle vleugelslag waarbij de vleugels nauwelijks boven het lichaam uitkomen. Vaak zit hij op een open plek op een hoog punt met afhangende vleugels. De vlucht doet denken aan die van een Sperwer! Van het feit dat de Koekoek op een Sperwer lijkt, maakt het vrouwtje af en toe dankbaar gebruik om de toekomstige waardvogel weg te jagen bij zijn nest, nu kan zij snel haar eigen ei erbij leggen. De jonge Koekoek neemt zodra hij uit het ei is, de andere eitjes op zijn rug en werkt zich naar boven in het nest om die eitjes te dumpen, soms ook de andere jongen mochten die eieren al eerder zijn uitgekomen.
Het mannetje is effen blauwgrijs op kop, borst en bovenzijde, de witte buik wordt door een zwarte bandering scherp afgescheiden van het blauwgrijze gedeelte, ongeveer zoals bij de Sperwer. De snavelbasis en iris zijn fel geel. Het vrouwtje is er in twee kleuren, grijs en bruin. De grijze variant lijkt op die van het mannetje, hoewel het vrouwtje meer roestbruin van kleur is op de borst dan blauwgrijs. Bij de meer zeldzame bruine variant is het vrouwtje ook op de rug roestbruin. De snavelbasis en iris zijn lichtbruin. Jonge Koekoeken hebben gele poten en een hoorngrijze snavel met uitzondering van de basis.
Broedvogel
Koekoeken houden van gevarieerde open landschappen met hoge uitkijkposten, om op die manier waardvogels goed op te kunnen sporen om daar dan gebruik van hun nest te kunnen gaan maken.
De waardvogel is de vogel die uiteindelijk het koekoeksei uitbroedt en het jong grootbrengt. Het vrouwtje van de koekoek specialiseert zich op een bepaalde vogelsoort of familie, dit wordt bepaald door haar afstamming. Groeide zij op in het nest van een Bosrietzanger, dan zal zij deze vogel als gastouder kiezen om daar haar eigen ei te leggen. Een Koekoek kan dus niet zomaar switchen van de ene naar de andere waardvogel, bij afname van een bepaalde waardvogel, neemt het aantal Koekoeken daar ook af, uitzonderingen daargelaten.
In het 2e jaar is de Koekoek geslachtsrijp. Koekoeken komen meestal iets later terug uit Afrika dan hun waardvogels. Vanaf begin juni zal het vrouwtje tussen de 10 en 25 eieren leggen in de nesten van de waardvogel, telkens 1 ei per nest en vaak bij die soort waar zij zelf groot gebracht werd. Waardvogels die in Nederland favoriet zijn: Kleine Karekiet, Heggenmus, Graspieper, Kwikstaart, Rietzanger, Bosrietzanger, Gekraagde Roodstaart en Tuinfluiter. De eieren lijken zeer sterk op die van de waardvogel en zijn vaak niet van de anderen te onderscheiden.
In bovenstaand figuur is de verdeling van het aantal roepende mannetjes (totaal 800) en vrouwtjes Koekoeken (totaal 93) over het jaar weergegeven voor de provincie Groningen gedurende de periode 1972- 10 juli 2012 (bron: E. Boekema). Het moge duidelijk zijn dat de mannetjes met hun karakteristieke Koekoek-Koekoek roep zich veel frequenter laten horen dan de vrouwtjes die een hinnikend geluid voortbrengen. Eén van de onderliggende redenen is dat er domweg meer mannetjes dan vrouwtjes Koekoeken zijn. Uit de figuur valt af te leiden dat de mannetjes het meest actief roepen vanaf eind april tot begin juni (piekend half mei). Bij de vrouwtjes start de meest actieve roepperiode iets later rond half mei. Het meest actieve roepen van de vrouwtjes stopt net zoals bij de mannetjes begin juni. Het is dus zaak om met name de periode eind april tot begin juni de inventarisaties uit te voeren.
Echter, volgens de broedvogelatlas (2002) is het vrijwel ondoenlijk het aantal Koekoeken in een broedgebied te bepalen. Dit komt door de grote afstanden die zowel mannetjes als vrouwtjes afleggen. Daarbij komt dat een Koekoekpaartje geen "normale" echtelijke band kent. Koekoeken zijn polyandrisch, wat wil zeggen dat een vrouwtje paart met meerdere mannetjes. De beste methode om het aantal Koekoeken in een gebied te bepalen is het vaststellen van waardvogels. Je moet dus bijvoorbeeld rietkragen afstruinen in de hoop de bedelroep van een jonge Koekoek te horen.
Lees ook dit artikel over de inventarisatie: Artikel uit Sovon-nieuws 2002-3: Inventarisatie perikelen Koekoek
De datumgrenzen voor de Broedvogels ligt tussen 10 mei en 25 juni, zie onderstaande tabel, uit de handleiding voor broedvogels van Sovon.
Wat moet je doen:
- Noteer plaats en datum van elke Koekoek, man/vrouw/jong en territorium-indicerend gedrag zoals zang, balts, paring of bij nest(van waardvogel).
- Noteer de nestplaats via het 2e toelichtingblok, dat blijft dan onzichtbaar voor het publiek.
- Noteer ook bij welke Waardvogel de Koekoek is aangetroffen.
- Noteer de roep van de Koekoek, het mannetje roept een vrij korte periode van binnenkomst tot eind mei, daarna zakt de frequentie van roepen al snel in, eind juni beginnen de mannetje al weer aanstalten te maken voor vertrek. De roep van het vrouwtje lijkt op die van de Dodaars.
- Probeer, indien mogelijk, een tweede waarneming te verkrijgen. Een van de waarnemingen zou bij voorkeur tussen de Sovon-datumgrenzen moeten liggen, dat is van 10 mei t/m 25 juni. Noteer eventuele bijzonderheden.
- Noteer ook waarnemingen van bedelende jongen iets later bij locaties met veel koekoek activiteit, door bijvoorbeeld bij rietkragen goed te luisteren.
- Via deze link kun je de plek op de kaart aanklikken waar je de Koekoek gezien hebt. Je kunt op de kaart inzoomen en de marker (de rode druppel) verschuiven. Vervolgens klik je op de marker, waarna je de gegevens en bijzonderheden kunt invullen. Druk vervolgens op verzenden en sluiten. De gegevens worden automatisch toegevoegd aan de lijst en de kaart.
- Mocht je er niet uitkomen dan kun je altijd via de mail de gegevens doorgeven. Via het email adres is ook informatie op te vragen. Raadpleeg de kaart en de informatie op de site regelmatig dan kunnen we straks een zo volledig mogelijk beeld produceren.
Wat doen wij?
- Op de Website is deze speciale pagina aangemaakt met allerlei nuttige informatie over het project en de Koekoek, zie hiervoor ook de link in het hoofdmenu “Vogel van het Jaar”. Hier zijn ook de vorige vogels van het jaar te zien, met daarbij vermeld de resultaten.
- De ingevoerde gegevens in de database worden door ons gecontroleerd en zo nodig aangepast. (in overleg met de melder uiteraard).
- De gegevens zijn op een kaart online te bekijken, de waarneming die wordt ingevoerd wordt direct zichtbaar als een bolletje, met daarin informatie betreft de melding. In de loop van het broedseizoen hopen we een steeds vollediger beeld te krijgen van de verspreiding van de Koekoek en de aantallen waarin die voorkomt.
- Aan het eind van het jaar doen we een verslag van onze bevindingen in de Grauwe Gors, op de website en mogelijk ook op een lezingenavond.
Tot slot
Wij hopen dat net als in voorgaande jaren weer veel mensen mee willen doen aan dit project zodat we het weer succesvol af kunnen sluiten. Heb je nog vragen stel ze dan gerust via E-mail:
Literatuur
- EJ Boekema, P Glas en JB Hulscher (1983) Vogels van Groningen. Groningen.
- van den Brink, H., J. Furda, J. van Klinken, K. van Scharenburg 1992. Vogelatlas van Groningen. Groningen.
- van Turnhout, C. 2002. Koekoek Cuculus canorus pp 270-271 in: SOVON Vogelonderzoek Nederland 2002. Atlas van de Nederlandse Broedvogels 1998-2000. Nederlandse Fauna 5. Leiden.
- SOVON Handleiding voor Broedvogelonderzoek van Arend-Jan van Dijk en Arjan Boele uit 2011. -download het PDF-bestand
Namens Werkgroep vogel van het Jaar
Henk de Lange
Foto: Remo Sloof
Geluiden: klik op: http://www.xeno-canto.org/species/Cuculus-canorus
Hieronder drie filmpjes van de Koekoek die gevoerd wordt door een Klene Karekiet(waardvogel), een waarbij een nest gekaapt wordt, en het ringen.
Links:
- Meer foto's in de fotogalerij!
- Vogelbescherming Nederland: Koekoek
- Sovon: Koekoek
- vogelvisie.nl
- Nederlands Soortenregister
- Wikipedia
- Beesies.nl
- Volg gezenderde Koekoeken via sateliet (BTO)
- Natuurbericht 2012: Koekoeken onderweg
- Weblog Martijn Bakker - Koekoek 2012
- inventarisatie: Artikel uit Sovon-nieuws 2002-3: Inventarisatie perikelen Koekoek