Grolloërveen, deel 1
door: Ana Buren
12 januari 2008
IVN: '12 januari 2008: vogelwandelexcursie in het Grolloërveen
Misschien zien we er soorten als klapekster en kruisbek. Vertrek om 09.00 uur vanaf de A.H. in de wijk Hoornse Meer. Terug om ongeveer 14.00 uur.'
Avifauna: '19 januari 2008: Avifauna Groningen organiseert een Snertwandeling bij Grolloo
Vertrek: 10:00, Albert Heijn Hoornsemeer, S.O.J Palmelaan
Terug: in de loop van de middag.'
Wat zal ik doen? Met het IVN of met Avifauna? Ik ben al 2 keer met het IVN in het Grolloërveen geweest en nog nooit met Avifauna. Met Avifauna kan je uitslapen en krijg je snert. Een luxeexcursie.
Ik ga ze gewoon alle twee doen en doe een vergelijkend warenonderzoek.
Zaterdag 12 januari
Het weerbericht is niet bijster gunstig: bewolkt, af en toe een bui en een stevige wind. Later in de middag mogelijk opklaringen.
Als de wekker mij wreed weer bij mijn positieven probeert te brengen hoor ik de regen op mijn dak. Getverderrie zeg!
Inmiddels heb ik afgeleerd om mij 's morgensvroeg af te vragen of ik wel zal gaan. Als je je door de elementen laat weerhouden kan je beter een andere hobby zoeken. Bridgen bijvoorbeeld, of tangodansen.
Harry Westerhuis van het IVN is excursieleider en heet ons welkom voor de Albert Heijn. Bauke Koole zal ons de weg door het bos wijzen. We zijn met 26 man en met 7 auto's.
Het Grolloërveen is een mooi bosgebied met stukken heide en een aantal vennen. In de uitgestrekte staatsbossen van het Grolloërveen schreef Harry Muskee zijn bekendste nummer, Window Of My Eyes: "Through the window of my eyes, I can see a rainy day.."
Mja, erg mooi weer is het niet. Mijn cameraatje wil alleen maar flitsen zodat de mierenhoop op de foto spookachtig afsteekt tegen het donkere bomenbos.
26 man is best veel. Als ze zo voor mij uitlopen met vreemd tuig op hun rug en rond hun nek doen ze mij aan een groep orks denken uit "In de ban van de ring". Maar het is niet een ring waarnaar wij op zoek zijn, maar een Klapekster.
We komen bij een kaalgekapt open gebied. Bauke is ontzet: 'Ze hebben mijn bos gekapt! En de boom waar de Klapekster altijd in zit!'
Het is een troosteloze aanblik en we gaan snel verder.
Hoog in de naaldbomen zit er allerlei klein grut. Kijk daar: Goudhaantjes, Pimpel-, Koolmezen, Zwarte Mezen, Kuifmezen, Matkoppen, Ik zie niks.
'Geef mij jouw verrekijker eens, Ana.' zucht Harry. 'Wat heb je de afgelopen maanden allemaal gegeten?' Hij schudt de etensresten uit de kijker en maakt hem schoon.
Dan gaat er een wereld voor me open. Al die mooie kleine vogeltjes die als een gek aan het overleven zijn. Daar kan je toch geen genoeg van krijgen!
Het is bijzonder drassig in het Grolloërveen. We zakken bijna tot onze enkels in de blubber en ik voel het water in mijn schoenen binnensijpelen.
Had ik maar laarzen meegenomen. Tot twee keer toe moeten we omkeren omdat het pad onbegaanbaar is. We nemen het fietspad.
Harry raakt niet moe om ons op de vogeltjes te wijzen en doet enthousiast alle geluiden voor.
We krijgen Kruisbekken in de telescoop, maar wel van erg veraf.
Bij de uitkijktoren hebben we lunchpauze. Een aantal mensen beklimt de toren waar het stevig waait.
Ik moet hevig plassen en dat is nog niet eenvoudig voor een dame in een omgeving die telescopisch gade wordt geslagen. Ik zie in de verte een paar bosjes die voldoende dekking bieden.
Wadend door de blubber baan ik mij een weg.
Dan vliegt er opeens een roofvogel met brede vleugels en lange staart met langzame vleugelslagen vlakbij mij op. Het is geen Buizerd, Torenvalk, Kiekendief, Wouw of Arend, zoveel weet ik, maar wat is het wél? Ik sta er verdorie met mijn neus bovenop.
Als ik terug ben blijken Harry en Bauke van mening te verschillen. Harry vindt het een Sperwer. Bauke vindt het een Havik. 'Als dat een Sperwer is eet ik mijn schoen op!' zegt Bauke. Hoewel zijn schoenen zich tijdens de blubbertocht aardig hebben weten te redden lijkt mij dit toch geen culinaire attractie.
'Wat vind jíj dan?' wordt mij gevraagd. Ik heb hem tenslotte van heel dichtbij gezien.
Ik bekijk de plaatjes in de ANWB-gids. Volgens mij was het een Havik. Een meisje.
Na de lunch gaan we verder het bos in. We moeten wachten op de anderen. Het blijkt dat Jan uitgegleden is in de blubber en niet goed meer verder kan lopen. Gert vergezelt hem op de kortste route terug naar de auto. Wij gaan met Bauke als gids verder.
We zien nog een Houtsnip, een Grote en een Kleine Bonte Specht, allerlei mezen, reeën en paddestoelen, een vlucht van 20 Kruisbekken in de verte, maar geen Klapekster.
De zon breekt door en het bos komt tot leven.
We gaan terug naar de auto's. Als we daar aankomen zien we Jan in de verte aan komen strompelen. Onno rijdt hem over het fietspad tegenoet in de auto, terwijl wij ter plekke nog een beetje om ons heen vogelen.
Als we weer in de auto's stappen bekent Bauke: 'We hebben zojuist een Klapekster gezien.'
Nee he!
'We zagen hem maar heel slecht.' vergoelijkt hij.
Enkele mensen willen blijven, om die Klapekster te zien. Maar dat heb je met excursies, dan moet je samen uit samen thuis.
U kunt dus zaterdag a.s. opnieuw een poging ondernemen. Dan is er een Avifauna-excursie met Bauke als excursieleider naar het Grolloërveen. Het beste kunt u laarzen aantrekken.
Ana