N=3
door: Ana Buren
21 mei 2006
Vandaag ga ik ondanks de slechte weersvoorspellingen eens op onderzoek uit in het Kardingse. Het is tenslotte lente.
Iedere keer als ik bij het slootje naast het hoofdgebouw kom spurt er een Meerkoet over het water heen, de wal op en dan blijft ie op een halve meter afstand verwachtingsvol naar mij omhoogkijken.
De eerste keer dat mij dit overkwam voelde ik mij nogal beschaamd. Dat ik niks had. Maar sindsdien zorg ik er altijd voor dat ik een sneetje brood bij mij heb. Het beestje rukt het brood uit mijn handen en schrokt het naar binnen.
Maar toch raar dat zo'n beestje dat doet. Ik wou wel eens weten of ie dat ook bij anderen deed en verstopte mij op enige afstand achter een boom. Maar nee hoor, bij anderen gaf ie helemaal geen sjoege. Ik voelde me eigenlijk een beetje uitverkoren.
Vandaag ga ik dus ondanks de slechte weersvoorspellingen naar Kardinge. Hoewel ik tegenwoordig mijn fiets elders parkeer ga ik even langs de Meerkoet naast het hoofdgebouw.
En ja hoor: zodra hij mij in de gaten heeft sjeest hij over het water naar mij toe en klimt hij op het grasveld. Hij rukt het stukje brood uit mijn hand en doet dan iets heel anders dan voorheen: in plaats van het op te schrokken zwemt hij als een gek naar zijn jonkies die in het riet verscholen zitten en stopt het liefdevol in die kleine bekjes. Ook ma laat zich niet onbetuigd. Ze rent eveneens over het water naar mij toe, maar blijft steeds op een halve meter afstand staan. Ze is slechts bereid het brood te accepteren als ik het op het gras leg.
Hun jonkies laten zich bij dit gebeuren nauwelijks zien. Ze blijven verstopt in het riet.
Even verderop zie ik weer een Meerkoetenfamilie. Er staat een Blauwe reiger naast de plas en die vist 1 voor een de kuikentjes uit het water. Hap slok weg. De ouders klepperen alarm van jewelste, maar de jonkies schijnen het niet te horen of trekken zich er niets van aan.
Tja, dan moet je het zelf maar weten.
Nog weer verderop zit een Meerkoetenfamilie die de jonkies verdedigt tegen een Blauwe Reiger. Deze jonkies zijn heel gezeglijk. Ze spurten steeds achter hun ouders aan en doen precies wat ze zeggen: schuilen in het riet. Ik laat uit medeleven de Blauwe Reiger toch maar even opvliegen. Hoewel Blauwe Reigers natuurlijk ook moeten leven.
Als ik terugkom bij Meerkoetenfamilie 2 blijken alle jonkies opgepeuzeld te zijn. De ouders zwemmen een beetje onnozel rond. "Eigen schuld, dikke bult." roep ik.
Manoman, ben ik even blij dat ik geen Meerkoet ben.
Ana