Eind vorig jaar verscheen een aardig boekje van Koos van Zomeren dat geheel gewijd is aan de Kanoet. Degenen die op de SOVON-dag waren konden Koos en Erik de nieuwe uitgave zien signeren en hebben toen misschien al een exemplaar meegenomen. Voor anderen ligt het nog in de boekwinkel te wachten. Het boek is een bundeling van verhalen die eerder gepubliceerd zijn in diverse boeken, kranten en tijdschriften.

 

In eerste instantie trok het me niet zo. In de de NRC had ik al eens wat gelezen en ik verwachtte daarom weinig nieuws te vernemen. Dat viel reuze mee en toen ik er eenmaal in begonnen was heb ik het vrijwel in een keer uitgelezen.
Natuurlijk gaat het boek over de Kanoet maar net zo veel gaat het over een vriendschap. De vriendschap van de schrijver met Theunis Piersma, de kanoetenonderzoeker. Piersma volgt de Kanoet van zijn broedgebieden naar de pleisterplaatsen in de wadden naar de overwinteringsgebieden in Mauritanië. Hij probeert de raadselen rondom deze steltloper op te lossen. Hoe overleeft hij, hoe krijgt hij zijn jongen groot en hoe overwintert hij in een gebied waar nauwelijks genoeg voedsel lijkt te zijn? Overleeft de soort de aanslagen van de 'moderne' schelpdiervisserij? De onderzoeker is somber gestemd.

 

Van Zomeren op zijn beurt volgt de onderzoeker en verwondert zich over zijn niet-aflatende ijver alle raadselen te ontrafelen. 'Knapt je hoofd niet een keer uit elkaar?' vraagt hij aan de onderzoeker als deze weer een heel nieuw aspect in zijn onderzoek betrekt. Voor Van Zomeren is de zoektocht naar de raadselen van de Kanoet een filosofische zoektocht naar het waarom van het handelen van mensen, over leven en dood en over nog veel meer dingen.
Het Klein Kanoetenboekje is zeer lezenswaardig. Het is niet klein maar wel dun. Het past dus nog wel in de boekenkast.