Boer Murk Nijdam revisited
25 mei 2019
“Als je het goed doet als boer komen de vogels vanzelf ...”
Een jaar na het eerste bezoek (zie het verslag van Dick Smid) aan “de boer met de grootste Gruttodichtheid van Europa” besloot de excursiecommissie terecht deze bestemming weer op te voeren. Vorig jaar 5, dit keer 15 deelnemers, keerden terug in de tijd….
Vooraf brachten we, net als in 2018 gebeurde, een bezoek aan het statige park van de voormalige Jongemastate bij Raerd. Doel waren ook de stinseplanten, maar dan is eind mei wat aan de late kant, alhoewel er wel een uitzonderlijk gevormde grote Aronskelkachtige in volle glorie stond te pronken. Bloedzuring werd gemeld als bijzonderheid. Er werden daar verder een pas uitgevlogen onhandig fladderende Roek en twee beschadigde Blauwe Reigerjongen opgeraapt. Voor de pechreigers werd de dierenambulance gebeld. De roekeloze Roek mocht poseren op een Leeuwenkop. Voor Ana.
Dan naar Wommels twintig minuten westelijker, onder wijde Friese luchten, waar we gastvrij werden verwelkomd en vrijwel onmiddellijk overladen met verhalen door Boer Murk Nijdam, die het veebedrijf van ongeveer 35 beesten op 42 hectare bestiert op de wijze zoals hij van zijn vader heeft geleerd. Hij nam het roer van hem over in 1987. ’s Winters verblijven zijn dieren in een grupstal, zomers zijn ze buiten en komen dagelijks alleen binnen voor het melken en de nacht.
Wars van schaalvergroting, van productieoptimalisatie, van gieren, spuiten en mest-onder-de-mat-werken, run(d)t hij zijn bedrijf op zijn manier. Liefde voor het werk, de dieren, het land en het landschap, alles in harmonie met elkaar, is zijn drijfveer.
Het geeft te denken dat een boer als hij minder ontvangt per liter melk dan zijn grootschalig opererende collega’s omdat hij “te weinig levert”. Wat hij levert aan natuurlijke rijkdommen is echter onbetaalbaar.
Bezoekers-vogelliefhebbers onder de Avifaunisten, een aantal toch wel inmiddels van zekere leeftijd - Murk zelf nadert die ook - , waanden zich veertig jaar terug in de tijd… In de net als destijds rijkgeschakeerde weiden hingen Tureluurs, vooral veel Grutto’s, een heel enkele Kievit en Scholekster, onvermoeibaar te alarmeren. Totdat het gevaar dat van ons uit leek te gaan dat niet bleek te zijn.
Zo was de sfeer nog niet heel lang geleden in grote delen van vee-houdend laag-Nederland. In de jaren ’60-’70 werden topaantallen van 125.000 paren Grutto’s “gehaald”. Wat vaak vergeten of niet geweten wordt is het feit dat toen de hoogste aantallen-ooit werden gehaald, want de aantallen aan het begin van de vorige eeuw worden veel lager ingeschat: circa 20-25.000. De schattingen van dìt moment zitten dus het dichtst bij die van ongeveer een eeuw geleden…. Slechts een vijfde van de aantallen van 45 jaar terug! Met een dalende trend momenteel, dus immer reden tot zorg.
Op 80 gruttoparen schat heer Murk de opbrengst van dit jaar. De aantallen liggen de laatste jaren globaal tussen de 90 en ruim 120. Jongen waren er nu volop, maar onzichtbaar in het hoge gras dankzij de gunstige omstandigheden dit voorjaar. Warmtemetingen met enkele drones op een vroege morgen brachten dat gunstige beeld aan het licht.
Het draait voor deze groep weidevogels om “de drie erren”: rust, ruimte en ruige mest. Die mest zorgt door z’n structuur voor een optimaal bodemleven, enerzijds voor wormen, anderzijds voor de insecten die hier ook optimale levensomstandigheden aantreffen. Daarnaast vormt het plas-dras zetten van grote delen van het land mede voor optimale leefomstandigheden voor de vogels. Ook de maaidatum, vanaf 15 juni, is afgestemd op het overleven van de Kening fan ‘e Greide.
Twee schuilhutten, waarvan er een te voet en de ander per fluisterboot werd bezocht, leverden onvergetelijke beelden op van onverstoorbaar weidevogelleven. Onder meer Kluten, Grutto’s en ook Slob-, Berg- en Krakeenden doen en laten wat ze willen zonder acht te slaan op het geschuifel en gefluister - op zeer korte afstand - van ruim een tiental haast ademloze toeschouwers. In een van beide hutten is een benedenverdieping met uitzicht op waterniveau met voor je neus de vogels in hun doen en laten.
Dit eldorado, deze Grutto-oase te midden van De Grote Doodse Stilte van de glad en licht-groengeel gemillimeterde steppen van de industriële veehouderij maakte een diepe indruk en gaf ernstig te denken over vragen omtrent het zogenaamde rentmeesterschap, over de rol van de landbouw, over hoe dingen gaan en ook hoe ze zouden kunnen of moeten gaan.
Auteur: Wim Woudman
Foto’s: Ana Buren