Borkener Paradies Verslag van de Avifauna-excursie naar Borkener Paradies / Versen aan de Ems 2013 o.l.v. Wim Woudman
door: Thérèse van de Water
Zondag 26 mei 2013
Deelnemers: Virry, Wim, Aart, Willemijn, Dick, Henk (introducé), Thérèse.
Om 6.00 uur lopen wij het Borkener Paradies binnen, gelegen in ’n dode arm van de Ems: weelderig groen van ondergroei met opvallende eeuwenoude eiken, begroeide rivierduinpartijen afgewisseld met open terreintjes en open waterpartijen van de dode arm; dit alles treffen we aan op onze wandeling.
Stilstaan en luisteren: ’n vliegende start: Zwartkop, Geelgors, Tjiftjaf, Koekoek èn …. het gezang van de Nachtegaal, dat ons vijf uur lang zal blijven vergezellen. Iets na het eerste stroomversnellinkje wordt de alarmroep van de Grote Gele Kwik gehoord, we doen moeite - door ons terug te trekken - om hem te zien te krijgen, niet dus. Meerkoet, Fuut, Vink, Kool- Pimpel- en Matkopmees. Merel, Boomklever, Winterkoning, Rootborst, Spreeuw (25 mei vliegen ze allen tegelijk uit), Zwarte Kraai, Gekraagde Roodstaart (zang: ”dietrich,dietrich”), Grote Lijster, Spotvogel (doet alles na, er wordt hier ’n vergelijking gemaakt met ‘n badeendje).
We komen veel open waterpartijen tegen op onze zwerftocht door ’t gebied. Bosrietzanger, Wielewaal, Wilde Eend met 8 jongen. Even verder, bij ’n flauw aflopende oever, zien we in het heldere water op het bruine zand, grote zwarte plakkaten liggen; bij nader inzien zijn het dikkopjes, duizenden…
’n Fazant horen en zien we in ’n aangrenzende omgeploegde akker, ook twee oortjes van ’n haas (vraag W.W.: ”op geluid?” “Nee, op z’n oren”), Gaai, Appelvink, Zanglijster, Houtduif en Boomklever.
Op met toefjes heide en rendiermos begroeide duintjes bemerken wij dat ze tevens bezaaid zijn met blauw/witte viooltjes (Viola hirta, ruig viooltje?), akkerhoornbloem, ”geurgras” - we knabbelen ’t steeltje om de vanillesmaak te proeven -, madelief, boterbloem, Sedum, muurpeper en veel andere soorten.
Dan: Rawhide!: in een lager gelegen wei, komen vier paarden aangalopperen. Als ze ons zien staan ze stokstijf stil om ons eens goed te bekijken. De monumentale eiken nodigen nog steeds uit tot fotograferen. De Bonte Specht roffelt “op z’n eigen houtje”, Tuinfluiter, Grasmus, Ringmus, Kauw, Boompieper, Grote Lijster en Grauwe Vliegenvanger.
Op ’n landtongetje aan de dode arm van de Ems, scheren de Boeren-, Oever- en Huiszwaluw onder ons door “Lage Zwaluwe” (W.W) en boven ons hoofd; tevens Torenvalk, Bruine Kiekendief en ’n baltsende Groenling. In het water om ons heen zwemt ’n paartje Kuifeend, één Fuut en ’n Meerkoet. Blauwe Reiger, Oeverloper en Aalscholver maken het plaatje kompleet.
We zijn rond en verlaten bijna ons paradijs. Bij het eerder genoemde stroomversnellinkje gekomen staat daar vorstelijk mooi de Grote Gele Kwik, in al zijn diepgele schoonheid en laat zich als toegift van alle kanten goed bekijken, door van steen op tak en omgekeerd te hippen. Hierna wordt het Dal van de Hase aangedaan.
De sfeer van dit gebied wordt bepaald door de aanwezigheid van de bever. Lopend op de hoge oever van de Hase, zien we met regelmaat de afgeknaagde bomen en grote takken, die door Virry worden gefotografeerd, de sleepsporen die we om de paar meter in het hoge gras waarnemen en die als steil aflopende paadjes naar het water voeren: fascinerend.
In dit dal scoren we nog: Fitis, Huismus, Zwartkop, Zwarte Mees, Glanskop, Roodborst en Boomkruiper en boven ons een Buizerd, ’n baltsende Boompieper en dito Matkop. Een geslaagde excursie van vijf uur genieten, die ondanks de 10 °C geen minuut te lang duurde. Alleen jammer van “der Kuchen” die er niet bleek te zijn.
Thérèse van de Water