Excursie Hasbrucher Urwald: 7 april 2019
Door: Marcel Wolfs
Foto's: Liesbeth Cavé
Er wordt vroeg vertrokken voor een autorit van anderhalf uur naar “het Hasbruch”, in de buurt van Oldenburg. Rond 7 uur begint aldaar de excursie onder leiding van Wim Woudman.
Wim trapt af met een uitleg over het Hasbruch en haar historie. Heel beknopt: vanaf de middeleeuwen werd er door de mens loof en hout uit het Hasbruch gehaald, en werd het bos beweid. Sinds het einde van de 19e eeuw is het Hasbruch een beschermd bosreservaat waarin de natuur geheel de vrije hand krijgt. Sinds de status als reservaat is het bos dichter geworden, waardoor bomen die meer van schaduw houden (m.n. beuk en haagbeuk) het steeds meer winnen van de oorspronkelijke eiken. Veel 400 tot 700 jaar oude eiken zijn echter nog wel prominent aanwezig, en dat geldt zeker ook voor enige bijzonder oude bomen.
Een verder kenmerk van het bos is de vochtige bodem, en de beek die het bos doorsnijdt.
Bosimpressie | Beek |
Behalve vogels is er in het Hasbruch dus van alles te zien; van groot tot klein en van flora tot fauna. Dit komt terug in de samenstelling van de 18-koppige excursiegroep: het merendeel van de deelnemers is vogelaar, maar voor andere mooie kanten van het bos is ook zeker aandacht.
De eerste vogels die we in het bos tegen komen is een kolonie kauwen die in holen aan het broeden is geslagen. Ook houden zich hier spreeuwen en holenduiven op. Verder het bos in laten de typische bosvogels zich horen en af en toe zien: vink, zwartkop, winterkoning, roodborst, boomkruiper, boomklever, en vuurgoudhaan. Een koppel middelste bonte spechten laat zich uitgebreid bewonderen. De vogels foerageren in de aanwezige klimop (Hedera). Het Hasbruch is voor deze soort een ideaal biotoop.
De paden voeren ons nu meer langs de bosrand waar andere soorten bomen staan en het natuurlijke karakter is verdwenen. We horen en zien hier enige mezen soorten waaronder een glanskop. Ook een goudhaan laat zich horen.
Het pad voert het oerbos weer in en baant zich een weg langs de Frederiken Eiche (zie foto hieronder). Dit is de dikste en oudste nog levende boom in het bos (zie plaatje onder, links). Geschat wordt dat de boom er al ongeveer 1200 jaar staat. De excursie houdt op deze mooie plek een korte pauze, en een indrukwekkende paar minuten stilte.
Iets verderop loopt de beek door het bos. Er zijn weinig vogels, maar dat doet niets af aan het idyllische plaatje. Ook valt er een hoop te vertellen over de aanwezige vegetatie, waaronder goudveil en bingelkruid.
Frederiken Eiche | Goudveil |
De groep/het gezelschap gaat verder en komt aan bij een jachthut die midden in het bos ligt, en waar gebruik wordt gemaakt van de aanwezige bankjes om te eten. Op deze plek laten alle vijf inheemse spechtenspoorten zich horen en/of zien. De beek loopt hier ook langs en blijkt een mooie foerageerplek voor een grote gele kwikstaart.
Vanaf de jachthut gaat de weg verder het bos door. Met her en der mooie taferelen, zoals een bloeiende linde, een uitkijktoren bij een open plek, en de knoestige tot de verbeelding sprekende vormen van de haagbeuken. Een aanwezige eik wordt de maat genomen, waarvoor zes mensen nodig zijn om de omtrek van de boom te kunnen omspannen. En als laatste lopen we voorbij de Amalien Eiche. Deze eik is in 1982 omgewaaid na, naar waarschijnlijkheid, meer dan een millennium in het bos te hebben gestaan. Onderweg horen we appelvinken, en klinkt nog de roep van een kortsnavelboomkruiper; helaas éénmalig.
Hierna bereiken we het einde van het bos, en aanvaarden we, al dan niet met een omweg, de terugtocht naar de parkeerplaats en naar huis.
Waargenomen soorten: Appelvink, Boomklever, Boomkruiper, Glanskop, Goudhaan, Grote gele kwikstaart, Holenduif, Houtduif, Kauw, Koolmees, Merel, Pimpelmees, Roodborst, Spreeuw, Vink, Vuurgoudhaan, Winterkoning, Witte Kwikstaart, Zanglijster, Zwartkop, Kleine bonte specht, Middelste bonte specht, Grote bonte specht, Groene specht, Zwarte specht