Hasbruch Revisited 2013 o.l.v. Nico de Vries
door: Wim Woudman
zaterdag 20 april 2013
Duur van de excursie: 7.00-12.00 uur. Dertien deelnemers.
Voortdurend grijpt ook hier, maar onverbloemd en tastbaar, het proces van leven en dood in. Eeuwenoud levend en dood hout vormen machtige natuurmonumenten.
Houtmassa’s tonen hier niet slechts verticale, maar ook diagonale en horizontale lijnen in alle standen en zijn, eenmaal in rust op de bosbodem, bezig daarmee één te worden.
Tere beginnende kubusjes van het muskuskruid, nog maar sporadisch in de bermen aanwezig. Bosgeelster - het is even zoeken - begint net te bloeien. Alles is verlaat door de wekenlange koudeperiode.
In de wirwar van stammen, maar goed zichtbaar door het volkomen ontbreken van zelfs maar beginnend ontluiken van blad, vertoont zich keer op keer een vertegenwoordiger van de middelste bonte spechtenpopulatie die hier alle andere spechtensoorten (klein en groot bont, groen en zwart) in aantal ver achter zich laat.
De middelste bonte vliegt anders, als een spreeuw of een wielewaal, niet dat golvende. Zit vaak ook op horizontale maar wel oude takken. Het is steeds wennen aan hun niet zo fraaie gaaienlawaai.
Nico de Vries, in topvorm, verslaat alle processen die zich aandienen, ook de intermenselijke. Verwondering en humor gaan vandaag hand in hand.
Bij de blokhut, waar Avifaunisten elk van de drie afgelopen decennia minstens een keer hebben gebivakkeerd, gebeurt alles, komt alles samen. Verder hoef je niet.
Zwarte mees zingt uitbundig in de paar reuzensparren: “Fietsje! Fietsje! Fietsje!” Appelvink achtervolgt appelvink, hoog in boomkruinen, waar? …..dáár! “PiT! PiT! Tssss..!” Een, nee, twee grote gele kwikstaarten voeren een lichtshow op in de beschaduwde bedding van de stille beek. Drie zanglijsters lijken nietige piepers aan de voet van reuzenstammen. Net gearriveerde bonte vliegenvangerman maakt nadrukkelijk een nestkast het hof met opgewonden zang.
Pieter zoekt en vindt op uitvergrote kruidnagelen lijkende vuursalamandervisjes in ondiepe greppels met bodems vol herfstbladeren. Frans hoort de grote lijster als iedereen precies de andere kant op luistert. Typisch Frans. Scherp!
Bert manoeuvreert met zijn statief tussen het lover als een bebrilde ringbaardkabouter in z’n natuurlijke habitat. We zijn hier nietiger dan we al waren. Niet over grind knerpen! Dan hoor je bijvoorbeeld het goudhaantje niet, daar rechts in het sparrenperceel. Nee, niet alles is hier “oer”.
Een vogelexcursie is ook een oefening in zwijgen. Best lastig met een groep min of meer verwante geesten. Je dwaalt zo gemakkelijk af! Met vier man en vrouw lukt het net om een eerbiedwaardige eik te omhelzen. In nat oeverland langs de beekjes verschijnt jaarlijks - nu ook - een aanzienlijk aantal slanke sleutelbloemen. Hier en daar ook longkruid.
De picknickbanken bij de blokhut, decennia oud, nemen langzaamaan de gedaanten van het hout-in-verval in de naaste omgeving aan. Bij de twaalfduizend jaar oude Frederikeneiche laten zich tenslotte twee luid zingende glanskoppen horen, niet een soort die je onmiddellijk opvalt; je moet er echt naar uitluisteren.
Haagbeuken op leeftijd gaan wringen, zo lijkt het. Stammen en zijtakken lijkt een in een draaiende worsteling te zijn verwikkeld, niet voor mensenogen te volgen.
Voor meer tekst en beelden over het Hasbrucher Urwald, kijk vooral op onderstaande site. Je klikt jezelf meteen het bos in! Niets evenaart echter een vroege excursie, daar, live, half april.
Wim Woudman
____________________