Polder Breebaart
door: Silvan Puijman (Het Groninger Landschap), André Boven, Jan Allex de Roos
Oppervlakte: 63 hectare. Eigenaar/beheerder: Stichting Het Groninger Landschap. Ligging: in het noordoosten van de provincie Groningen, ten zuiden van de Punt van Reide.
Ontstaansgeschiedenis en toekomst
In landelijk beleid krijgt herstel van zoet-zoutovergangen volop aandacht. Door aanleg van dijken en gemalen zijn ‘harde’ scheidingen tussen zoet en zout water ontstaan. De Eems kent in Duitsland nog een geleidelijke overgang van brak naar zoet, met mogelijkheden voor trekvis, maar langs de kust van het vasteland zijn in de Nederlandse Waddenzee overgangen van zeewater naar zoet water vrijwel afwezig. Daarom is door Het Groninger Landschap en Waterschap Hunze en Aa’s het initiatief genomen om de polder Breebaart te ontwikkelen tot een brakwatergetijdengebied waar de natuur haar gang kan gaan. Hiervoor werd een aantal maatregelen uitgevoerd. Zo is op de plaats waar de zeedijk door de vroegere wadgeul werd gekruist een duiker naar de Dollard aangelegd en over de meer landinwaarts gelegen polderdijk is een vistrap gebouwd die vissen de mogelijkheid biedt om van polder Breebaart naar het zoete water in het boezemkanaal te trekken, en omgekeerd. Vanaf januari 2001 wordt in de polder weer getij toegelaten. De waterstanden worden in polder Breebaart via de zoutwaterinlaat gestuurd. Dit gebeurt door de schuiven in de duiker zo te programmeren dat een gewenste maximale hoogwaterstand binnen de polder niet wordt overschreden. De vijzel in de Dallingerweersterdijk, die het mogelijk maakt vissen te laten migreren van zoet naar zout water en omgekeerd, is onder normale omstandigheden vrijwel continu in bedrijf.
Het gebied wordt met schapen begraasd maar omstreeks half augustus, na het broedseizoen, wordt de beweiding overgenomen door runderen. De runderen hebben een groter beweidbaar gebied dan de schapen omdat zij de slenk kunnen doorwaden en het broedvogeleiland kunnen bereiken. Op deze manier wordt getracht de successie van de vegetatie te remmen om zo pionieromstandigheden voor de koloniebroeders te handhaven. De beweiding met runderen duurt doorgaans tot eind oktober. Een groot probleem voor de koloniebroeders is de aanwezigheid van vossen, die door de verlanding van het gebied steeds gemakkelijker toegang hebben.
Vogels
![]() |
Broedvogels
Het aantal soorten broedvogels in polder Breebaart nam na het instellen van gedempt getij in januari 2001 aanvankelijk toe van circa twintig soorten in 1998 en 2000 tot meer dan dertig in 2002. Belangrijkste nieuwkomers waren Kokmeeuw, Visdief en Noordse Stern. De soorten die na de ingreep in 2001 niet meer in de polder broedden, deden dat daarvoor toch al sporadisch (Zomertaling en Fazant één keer; Strandplevier drie keer). De Veldleeuwerik heeft het inmiddels ook erg moeilijk.
In 2003 en 2004 was een geringe daling in het aantal broedvogelsoorten zichtbaar. De daling werd echter veroorzaakt door soorten met in 2001 en 2002 slechts een of twee broedgevallen. Het totale aantal broedvogelparen nam spectaculair toe. Voor 2001 schommelde het aantal paren rond 130, na de ingreep in 2001 steeg dat tot meer dan 4000 in 2004. Het grootste aandeel in deze stijging kwam voor rekening van Kokmeeuw en Kluut. Soorten die vrijwel jaarlijks in de polder tot broeden komen zijn Blauwborst, Rietzanger, Bosrietzanger, Rietgors, Kleine Karekiet, Kneu, Krakeend, Wilde Eend, Meerkoet, Witte en Gele Kwikstaart en Waterral. Het noordelijke gedeelte herbergt een kolonie Oeverzwaluwen.
Aan het begin van broedseizoen 2005 verdwenen plotseling grote aantallen Kluten uit Breebaart. Binnen enkele weken was er een daling van 1800 naar 200. Een deel van de vogels migreerde naar de dichtbijgelegen Punt van Reide en mogelijk naar de Blauwe Stad. Het aantal nesten in polder Breebaart was in 2005 dan ook een fractie (ongeveer 10%) van dat in 2003 en 2004. Ook de Kokmeeuw koos in 2005 massaal voor andere broedgebieden dan polder Breebaart. Deze teruggang heeft zich in 2006 voortgezet. In het voorjaar werden 78 broedende klutenparen, 46 kokmeeuwparen, 12 paren Visdieven en 1 paartje Noordse Sterns geteld. In 2007 is een proef gedaan om vossen te weren uit de broedkolonie. In 2007 is het eiland tegenover de kijkhut geklepelmaaid en gefreesd om de successie van riet tegen te gaan. Tevens is het eiland uitgerasterd met een elektrisch raster om daarmee de invloed van de vossen op de koloniebroeders te verminderen. SOVON heeft een onderzoek gedaan naar de resultaten van dit anti-vossenraster. Het nestsucces binnen de beschermde afrastering was 60%, hoog genoeg voor een stabiele of groeiende populatie. Buiten de afrastering lag het nestsucces op 6%. Dit lage percentage is onvoldoende voor een stabiele populatie. Het Groninger Landschap zal doorgaan met het plaatsen van dit soort rasters.
Doortrekkers en wintergasten
In herfst en voorjaar kan men in polder Breebaart grote aantallen steltlopers van allerlei soorten aantreffen zoals Goud- en Zilverplevier, Bonte Strandloper, Tureluur en Zwarte Ruiter. Specifieke najaarssoorten zijn Kluut (zowel buitenlandse als Nederlandse broedvogels gebruiken Breebaart als voorverzamelplaats), Krombekstrandloper, Rosse Grutto, Kanoetstrandloper, Temmincks en Kleine Strandloper, Oeverloper, Groenpootruiter, Watersnip, Kemphaan en Bosruiter. Eenden en ganzen maken ook graag gebruik van de plas, waarbij het onder andere gaat om duizenden Smienten, Wintertalingen, Brandganzen en Grauwe Ganzen. Roofvogels die men in Breebaart kan waarnemen zijn Buizerd, Torenvalk, Slechtvalk en Blauwe- en Bruine Kiekendief. Boomvalk en Smelleken zijn mogelijk, maar tamelijk zeldzaam.
Kijkhut
Bijzondere soorten
In de zomer is het gebied een prima plek om Lepelaars van dichtbij te zien, soms staan er wel 120. Breebaart heeft een grote aantrekkingskracht op Breedbekstrandloper, een soort die hier jaarlijks wordt gezien, vooral tussen grote groepen Bonte Strandlopers. Voor deze fraaie steltloper is dit de beste plek van de provincie Groningen en misschien wel van Nederland, want sinds de herinrichting staat de teller op 114 waarnemingen. De zeer zeldzame Terekruiter is er in drie verschillenden jaren waargenomen, het laatst nog in januari 2008. Andere zeldzaamheden van Breebaart zijn Poelruiter, Gestreepte Strandloper, Bonapartes Strandloper, Rosse Franjepoot, Lachstern, Kleine Zilverreiger en Kleine Alk (tijdens zware storm).
Toegankelijkheid
Polder Breebaart is te bereiken door meteen oostelijk van Termunten het weggetje naar de zeedijk te nemen. De polder heeft een grote regionale bekendheid. Aan de westkant van het gebied staat een fraai bezoekerscentrum met uitkijktoren, de Buitenplaats Reidehoeve, dat jaarlijks door duizenden mensen wordt bezocht (parkeren langs de zeedijk bij de bunkers van Fiemel). Hier starten ook de excursies van Het Groninger Landschap. Iets verderop bevindt zich de trap naar de vogelkijkhut aan de andere kant van de dijk die een fantastisch uitzicht op plas en broedkolonies biedt. Deze schuilhut is misschien wel de mooiste van Groningen: de vogels zitten pal voor en naast de hut en het zijn er bijna altijd veel en van velerlei soort. Ga er rustig voor zitten en laat een constante stroom vogels aan u voorbijgaan. Het is mogelijk helemaal om het gebied heen te wandelen en met de fiets kan de hele oostrand worden bezocht, waarbij het zeer de moeite waard is om zo nu en dan even op de zeedijk te klimmen om de Dollard te overzien.
____________________
Tekst ontleend aan: Roos, J.A. de, T. Jager, A.C. van Klinken 2009 Vogelgebieden in Groningen; uitgave van Avifauna Groningen.
Kaartje: Cartografische Dienst provincie Groningen
Foto's: Ana Buren