Hondshalstermeer
door: Egbert Boekema,Theo Jager, Leon Luijten
Oppervlakte: circa 155 hectare Eigenaar/beheer: Staatsbosbeheer Ligging: ten zuiden van Wagenborgen, ten westen van Nieuwolda, in de gemeente Scheemda.
Ontstaansgeschiedenis en toekomst
Het Hondshalstermeer is in 1980 aangelegd door akkerbouwgebied te omdijken en water in te laten vanuit het ‘Hondshalstermaar’ ten noorden van het meer. Het meer is aangelegd ten behoeve van de waterhuishouding, namelijk om als bergingsgebied voor overtollig water te fungeren, en zorgt voor een stabiel peil in de kanalen die uitmonden in het Hondshalstermeer. In het Hondshalstermeer is hierdoor echter sprake van flinke peilschommelingen, die negatief zijn voor de eilandjes in het meer. Deze eilandjes zijn inmiddels dichtgegroeid. Vogels van open, drassig land (steltlopers, kolonievogels als Kluten en Kokmeeuwen) zijn daardoor niet of nauwelijks meer aanwezig.
Een probleem in het Hondshalstermeer is dat het instromende water te voedselrijk is en ook is er de golfslag, waardoor de voedselrijke bodem in beweging komt. Hierdoor, en door het slechte substraat, is er nauwelijks sprake van waterplantenontwikkeling, hoewel de laatste tijd achter de vooroevers wel enige nieuwe moerasvegetatie begint te ontstaan. Het huidige beleid voorziet in maatregelen om het aangevoerde water minder voedselrijk te maken. Door aanleg van natuurvriendelijke oevers en strekdammen zal men proberen de negatieve effecten van dat hoge gehalte aan voedingstoffen en de golfslag te verminderen.
![]() |
Nonnetje |
Vogels
Broedvogels
Begin jaren tachtig, na aanleg van het meer, waren de meest karakteristieke soorten Fuut, Meerkoet, Kluut en Kokmeeuw. Ook waren toen veel steltlopers aanwezig. Tegenwoordig broeden hier Fuut, Wilde Eend, Slobeend, Krakeend, Kuifeend, Tafeleend en Bergeend. Ook broeden er enkele Grauwe Ganzen. Echte moerasvogels hier zijn Porseleinhoen, Baardmannetje, Sprinkhaanzanger en Blauwborst. ‘Gewone’ rietvogels zijn er natuurlijk ook en op elk van de eilandjes in het meer broedt wel een paartje Bruine Kiekendieven.
Doortrekkers en wintergasten
Het gebied is vooral belangrijk voor eenden en eendachtigen. Wilde Eend, Smient en Pijlstaart zijn de belangrijkste soorten, met soms meer dan duizend individuen. Wintertalingen komen vooral in het najaar voor. Ook zijn regelmatig Slobeenden te zien. Kuifeend, Brilduiker, Grote Zaagbek en Nonnetje zijn regelmatig aanwezig.
Ganzen foerageren rondom het meer. Steltlopers als Kieviten, Kemphanen, Grutto’s, Scholeksters en Oeverlopers komen voor in lage aantallen. Af en toe zijn schaarse soorten aanwezig, zoals Temmincks Strandloper of Steltkluut. Ook zijn in voor- en vooral najaar regelmatig Lepelaars te zien. Zwaluwen (Gierzwaluw, Boerenzwaluw, Oeverzwaluw) zijn soms in grote aantallen aanwezig. Slechtvalk en Havik laten zich zo af en toe zien. Op niet-geploegde akkers in de omgeving zitten in de winter regelmatig groepen Groenlingen en Fraters.
Bijzondere soorten
Zeldzame soorten waargenomen in dit gebied zijn Visarend, Temmincks Strandloper, Steltkluut, Dwergmeeuw, Zwartkopmeeuw, Reuzenstern, Witvleugelstern, Roodkeelpieper en Grote Karekiet.
Toegankelijkheid
Het Hondshalstermeer kan worden bereikt vanaf Nieuwolda. Hiervandaan loopt een landbouwweg naar het meer, waar kan worden geparkeerd. Vanaf de parkeerplaats kan naar het noordoosten langs het meer worden gelopen. Aan de zuid- en westzijde loopt een verhard fietspad. Het gebied is niet goed te overzien door rolstoelgebruikers.
____________________
Tekst ontleend aan: Roos, J.A. de, T. Jager, A.C. van Klinken 2009 Vogelgebieden in Groningen; uitgave van Avifauna Groningen.
Kaartje: Cartografische Dienst provincie Groningen
Foto: Ana Buren
{mosmap width='100$'|height='600'|lat='53.245393'|lon='6.950054'|zoom='13'|zoomType='Large'|mapType='Hybrid'|showMaptype='1'|marker='0'|text='Hondshalstermeer'|overview='1'|align='center'}