Veenhuizerstukken
door: Leon Luijten (Staatsbosbeheer)
Oppervlakte: 136 hectare. Eigenaar/beheer: Staatsbosbeheer. Ligging: ten noordoosten van Stadskanaal.
Ontstaansgeschiedenis en toekomst
De Veenhuizerstukken is een vloeiveldencomplex van de voormalige aardappelzetmeelfabriek TTP te Stadskanaal. Oost-Groningen heeft meerdere vloeiveldencomplexen gehad met als functie het biologisch zuiveren van afvalwater uit de aardappelzetmeelindustrie. Door aanleg van verschillende bedijkte bassins kunnen vaste bestanddelen in het industriewater bezinken. In de campagnetijd vonden lozingen van afvalwater plaats waarbij door rottingsprocessen een enorme stank vrijkwam. Het bezinksel (onder andere aardappeleiwitten) was zeer stikstofrijk. Na de aardappelcampagne in het voorjaar droogden de bassins geleidelijk in zodat slikvelden ontstonden. De droogste delen raakten rijk begroeid met eenjarige ruigtekruiden. In augustus startten de aardappelzetmeelfabrieken weer op en begon de bevloeiing met afvalwater over de kale of begroeide bassins. Dit leverde een aantrekkelijk foerageergebied op voor watervogels en steltlopers. De Oost-Groningse vloeiveldencomplexen zijn buiten gebruik geraakt en hierdoor verruigd of omgevormd tot landbouwgrond. De Veenhuizerstukken vormt hierop een uitzondering: dit complex van water, moeras en land is ingericht als natuurgebied. Bevloeiing met afvalwater vindt niet meer plaats maar de waterstand wordt, optimaal gericht op natuurwaarden, beheerd door inlaat van oppervlaktewater vanuit het A.G. Wildervanckkanaal. Door aanleg van dit kanaal en de N366 is het gebied in tweeën gedeeld. Hiervan is het oostelijk deel veruit het grootst en bevat het meeste open water.
Vogels
![]() |
Zwarte Stern |
Broedvogels
De betekenis van vloeivelden voor vogels werd eind jaren zeventig ontdekt. Toen in 1980 het gebruik van de Veenhuizerstukken als vloeiveld stopte, trad verlanding en verruiging snel in. Voorheen veelvoorkomende koloniebroeders als Kokmeeuw en Visdief en soorten van open terrein als Veldleeuwerik en Gele Kwikstaart namen hierdoor snel af totdat ze halverwege de jaren tachtig (nagenoeg) waren verdwenen. De gewone rietvogels en ruigtesoorten kwamen in 1984, toen het gebied voor het eerst gekarteerd werd, in grote dichtheden voor. Het beheer omvat de laatste jaren het in stand houden van meerdere biotopen en het behoud van voedselrijke slikken. Door begrazing en maaibeheer wordt overmatige verruiging tegengegaan. Massale vestiging van koloniebroeders en pioniersoorten blijft nog achterwege. Kluut, Kokmeeuw, Visdief en Kleine Plevier broeden in kleine aantallen. Voor de Zwarte Stern vervult de Veenhuizerstukken een belangrijke rol. De kolonie is al jaren de enige in de provincie en behoort tot de grootste van Nederland. Verder broeden hier Dodaars, Fuut, Roerdomp, Winter- en Zomertaling, Slobeend, Kuifeend, Tafeleend en Bergeend. De laatste jaren zijn Canadese Ganzen in opkomst. De rallen zijn relatief goed vertegenwoordigd met naast Waterral ook regelmatig territoria van Porseleinhoen en soms van Klein Waterhoen. Gewonere riet- en ruigtevogels komen ruim verspreid voor. Van deze groep is Bosrietzanger verreweg het talrijkst. De Buidelmees, in hoogtijdagen een zeldzame maar jaarlijkse broedvogel, is een onregelmatig voorkomende broedvogel geworden. In structuurrijke graslandjes aan de grenzen van het terrein broeden Paapje, Roodborsttapuit en Grauwe Klauwier. Het aantal broedvogels schommelt jaarlijks tussen de 50 en 60 soorten.
![]() |
Grote Canadese Gans |
Doortrekkers en wintergasten
Het gebied is vooral belangrijk voor eenden en ganzen. Toendrarietgans, Wilde Eend, Smient, Slobeend, Kuifeend en Tafeleend zijn de talrijkste soorten. Duizenden Toendrarietganzen en tientallen Wilde Zwanen slapen in de Veenhuizerstukken en foerageren op akkers in de veenkoloniale dalgrond in de omgeving. Grote Zaagbek is een vaste wintergast. Vele soorten steltlopers, waaronder veel ruiters en enkele strandlopers, komen voor op doortrek. Hiervan heeft Kievit de hoogste aantallen. In voor- en najaar worden met enige regelmaat Kraanvogel, IJsvogel en Grote Gele Kwikstaart gezien. Af en toe zijn schaarse wintergasten en doortrekkers aanwezig, zoals Zwarte Ooievaar, Klapekster, Beflijster, Ruigpootbuizerd en Smelleken. In de Veenhuizerstukken ligt een grote slaapplaats van Grote Zilverreigers met meer dan 80 individuen. In de hoogspanningsmasten slapen tientallen Aalscholvers. Geelgorzen zijn het jaar rond in de bosjes en aan de randen van het gebied waar te nemen.
Bijzondere soorten
Zeldzame soorten waargenomen in dit waterrijke gebied zijn Kuifduiker, Kleine Zilverreiger, Temmincks Strandloper, Steltkluut, Dwergmeeuw, Lachstern, Reuzenstern, Witvleugelstern en Draaihals.
Toegankelijkheid
De Veenhuizerstukken is afgesloten voor publiek maar delen zijn beleefbaar vanuit een observatiehut, van achter een kijkscherm en tijdens excursies onder begeleiding. De observatiehut ligt aan de oostzijde van het A.G. Wildervanckkanaal en is over een wandelpad van 500 meter bereikbaar vanaf de parkeerplaats aan de Onstwedderweg, bij de afrit van de brug tussen de N366 en het buurtschap Ter Maarsch. Het kijkscherm aan de westzijde is te bereiken via een pad over de Maarsinghwijk. Vanaf de uitkijkpunten kan een goede indruk worden gekregen van het gebied. De observatiehut en het kijkscherm zijn niet rolstoeltoegankelijk
. ____________________
Tekst ontleend aan: Roos, J.A. de, T. Jager, A.C. van Klinken 2009 Vogelgebieden in Groningen; uitgave van Avifauna Groningen.
Kaartje: Cartografische Dienst provincie Groningen
Foto's: Ana Buren
{mosmap width='100$'|height='600'|lat='53.006366'|lon='6.975117'|zoom='14'|zoomType='Large'|mapType='Hybrid'|showMaptype='1'|marker='0'|text='Veenhuizerstukken'|overview='1'|align='center'}
Waarnemingen Stadskanaal - Veenhuizerstukken Noord