Frankrijk - De Allier 2008
door: Rob Lindeboom
Inleiding
De grindrivier de Allier ligt in Midden Frankrijk. De Allier ontspringt in de Cevennen, is ongeveer 400 km lang en stroomt bij Nevers in de Loire. De grootste steden langs de rivier zijn Vichy en Moulins. De Allier is net als de Maas een regenrivier met ’s zomers weinig en ’s winters veel waterafvoer. Beide rivieren hebben een zelfde mate van verval (60 tot 70 cm per km) en stromen door grindpakketten. De Allier dient dan ook als voorbeeld voor het Nederlandse Grensmaasproject, waarbij de Maas tussen Maastricht en Roermond weer meer bewegingsvrijheid krijgt, de natuurwaarden worden hersteld en de grindwinning wordt gewaarborgd.
De Allier kan nog voor een groot deel vrij bewegen in zijn stroombed. Dit is redelijk uniek voor een laaglandrivier van deze omvang. De Fransen hebben een deel van het traject tussen Varennes-sur-Allier en Moulins de status van natuurpark gegeven. De grillig lopende Allier wordt, vooral in het natuurparkdeel maar ook in mindere mate daarbuiten, gekenmerkt door grindbanken met ooibossen in de binnenbochten en uitgesleten oevers in de buitenbochten.
Op de grindbanken bevinden zich allerlei stadia van begroeiing en de ooibossen hebben allerlei stadia van ouderdom. De grindbanken pal langs de rivier zijn uiteraard onbegroeid, maar de grindbanken verder van de rivier zijn soms grazig met hier en daar een struik en dan weer bedekt met ooibos. In en rondom de grindbanken bevinden zich oude rivierarmen dan wel nevengeulen, deels gevuld met water en/of modder. De zanderige en modderige delen in en rondom de grindbanken kennen weer een andere plantengemeenschap dan op de grindige delen.
grazige vegetatie op een grindbank
De aanwezigheid van deze bijzondere rivier in Midden Frankrijk (Auvergne) en een ooit op tv geziene rapportage van de vogelwereld langs de Allier waren redenen om onze vakantie in 2008 in dit deel van Frankrijk te houden.
Camping
blik op de camping
Via internet (www.camping-frankrijk.nl) kwamen we uiteindelijk bij de camping met de volgende website: www.deneuvre.com. Een luchtfoto van de camping plus omgeving liet een camping van circa 50 plaatsen zien pal aan de Allier.
foto vanaf de camping richting noord
![]() |
dode zijarm gevuld met modder |
De Allier was ter plaatse omgeven door rivierbos en grindbanken. Verder van de rivier af lagen vooral landbouwpercelen. De foto’s van de camping zagen er veelbelovend uit en je kon er in de rivier zwemmen, kanoen en vissen. In het aangrenzende natuurgebied van grindbanken mocht vrijuit gewandeld worden.
Op het moment dat wij op de camping stonden (eind juli/begin augustus), was de waterstand in de Allier laag. Met waterschoenen aan kon je ter hoogte van de camping door de rivier waden, maar de sterke stroming maakte het wel moeilijk aangezien het water toch nog ruim boven het middel kwam. De Nederlandse campingeigenaar gaf aan dat er in juni nog extreem hoog water was geweest door overvloedige regenval. Hierdoor waren veel nesten van bijeneters en oeverzwaluwen in de oeverwanden weggeslagen. De kinderen maakten dankbaar gebruik van de stroming. Ze liepen een stuk stroomopwaarts en lieten zich vervolgens met de stroming richting camping drijven.
Omgeving
![]() |
grindbank met nevengeul |
Ter hoogte van de camping ligt ten oosten van de rivier een vlak land met veel grootschalige landbouw (vooral veel mais). Dit gebied is qua omgeving en dieren- en plantenwereld niet bijster interessant. Ten westen van de Allier ligt echter een heuvelachtig land met veel kleinschaliger landbouw (hier en daar druiven). Kortom een stuk interessanter, mede door de aanwezige oude dorpjes en stadjes. Vlakbij de camping ligt het dorp Châtel-de-Neuvre. De camping ligt circa 25 km ten zuiden van het Middeleeuwse stadje Moulins.
nevengeul gevuld met zand en modder
Vogelwereld
![]() |
Kleine Plevier |
Op de camping zelf en direct rondom de camping zijn vogelsoorten gezien en/of gehoord, die kenmerkend zijn voor kleinschalig Frans landschap en dorpen dan wel rivierbossen (europese kanarie, putter, turkse tortel, zomertortel, houtduif, groene specht, wielewaal, boomvalk, zwarte wouw, cirlgors, zwartkop, gaai, ekster en zwarte kraai en langs de rivier kleine zilverreiger, aalscholver, oeverloper en kleine plevier). Overdag vlogen er regelmatig bijeneters over de camping dan wel rivier en ’s avonds vlogen er kwakken, kleine zilverreigers, blauwe reigers en grielen langs de rivier. Roepende grielen (net wulpen) konden praktisch iedere avond voor de tent gehoord worden.
![]() |
Kwak op stuw in Sioule |
Direct ten noorden van de camping bevindt zich een deel van eerder genoemd natuurpark bestaande uit grindbanken met allerlei stadia van begroeiing en oude rivierarmen. Het terrein dient met stevige schoenen en lange broek (oneffenheden en bramen) en voldoende kleding (muggen en dazen) bezocht te worden en is een oase voor floristen en vogelaars. Van planten heb ik niet zoveel verstand, maar er waren compleet onbegroeide grindoevers, grinddelen die begroeid waren met soorten typisch voor schrale bodem en meer voedselrijke delen, die begroeid waren met daarmee corresponderende soorten. Boven de rivier zagen we boomvalk en zwarte wouw.
In een boom aan de overkant van de rivier zat n.b. een visarend. Langs de rivier dan wel oude rivierarmen troffen we kleine zilverreigers, blauwe reigers, aalscholvers, oeverlopers, groenpootruiters, bosruiters, kleine plevieren en een groep kieviten aan. Op de kruising van de Allier met een oude rivierarm bevond zich een beverburcht. Een groot aantal oeverzwaluwen en enkele bijeneters bevonden zich boven de rivier. Echter de broedholen in de rivieroever konden we niet vinden. Van de meer begroeide grazige grinddelen vlogen voortdurend grielen voor ons op. Er werd echter niet gealarmeerd. Vermoedelijk zijn de nesten weggespoeld tijdens de hoog water periode in juni. Daar waar de grindoevers begroeid raakten met struiken bevonden zich grauwe klauwieren en zomertortels. In de aanwezige ooibossen bevonden zich vooral zangvogels. Gezien de late tijd in het jaar waren veel soorten al uitgefloten. Vooral zomertortel en zwartkop lieten zich nog volop horen en de roep van de wielwaal (niet meer de zang) was volop te horen.
zicht vanaf dorp Monétay-sur-Allier
Enkele kilometers ten zuiden van de camping ligt het idyllische dorpje Monétay-sur-Allier. Dit dorpje kijkt vanaf een heuvel prachtig over een bocht van de Allier uit. Deze bocht is eveneens natuurgebied en vrij te betreden. Vermoedelijk is hier sprake van begrazing want het gebied was zeer kruidenrijk en grazig met hier en daar enkele struiken. Richting rivier is weer sprake van ooibossen. Op het grazige deel bevonden zich veel grauwe klauwieren en roodborsttapuiten. Ook meende ik een grauwe gors te zien. Aan de westzijde van het gebied, direct onder het dorp, bevindt zich een oude rivierarm omzoomd door bomen. Toen we er langs liepen vlogen twee purperreigers op. Ongetwijfeld zitten hier ook regelmatig kwakken. De campingeigenaar gaf aan dat hier europese moerasschilpadden zaten. Wij konden ze echter niet treffen.
![]() |
Purperreiger |
Op de camping was er de mogelijkheid om je met canadese kanoes stroomopwaarts te laten brengen en dan vervolgens in een kleine drie urendurende tocht terug naar de camping te peddelen/drijven. Een goede manier om een indruk te krijgen van de directe omgeving van de rivier en van de aanwezige vogelsoorten. Tijdens het peddelen werden langs de oevers vooral oeverlopers, witte kwikstaarten en kleine zilverreigers aangetroffen. Sporadisch werd een grote gele kwikstaart gezien. Boven de rivier plaatselijk oeverzwaluwkolonies en hier en daar zwarte wouwen en bijeneters.
Vlak voor de kruising met een spoorbrug vloog een groep koereigers van een weiland met koeien op. Op een riviertraject met uitzonderlijk veel kleine zilverreigers bevonden zich ook een vijftal grote zilverreigers en een aantal blauwe reigers en aalscholvers. Bij het invaren van dode rivierarmen dan wel het via de grindoever bezoeken van dode rivierarmen werd éénmaal een purperreiger en éénmaal een kwak opgeschrikt. Ook werd éénmaal een paartje steltkluten met drie al vliegvlugge jongen aangetroffen. Tevens waren dit de plekken langs de rivier waar zich veelal ijsvogels ophielden. In de rivier begeleidende bossen vooral zingende zwartkoppen en zomertortels. Winterkoningen en tjiftjaffen werden nog sporadisch zingend aangetroffen. De roep van de wielewaal was veelvuldig te horen.
![]() |
Steltkluut |
Door het dorpje St-Pourcain-sur-Sioule, circa 20 km ten zuiden van de camping, loopt de Sioule, een zijrivier van de Allier. Midden in het dorp vlak bij de aanwezige stuwen kon meerdere malen op klaarlichte dag een volwassen vissende kwak aangetroffen worden (naast kleine zilverreiger). Dit verschijnsel had ik al eerder tijdens vakanties in Zuid Franse dorpjes aangetroffen.
Tenslotte
De omgeving van de camping moet in mei voor vogelaars nog prachtiger zijn dan in juli/augustus. Alles zit dan immers te fluiten en bovendien zal er nog veel trek van o.a. steltlopers langs de rivier plaatsvinden. Grielen zullen volop in de omgeving aan het baltsen zijn. Het kleinschalige heuvellandschap ten westen van de rivier kent ongetwijfeld veel akkervogels (cirlgors, grauwe gors, ortolaan, geelgors, kwartel etc.).
Rob Lindeboom
____________________
Links: