Brandganzenonderzoek in Spitsbergen
door: Annette Scheepstra
foto's: Ronald Visser
Inleiding
Van 29 juni tot 19 juli 2007 zijn Ronald en ik 'field assistants' van Maarten Loonen, brandgansonderzoeker. Maarten volgt de ganzen op de broedeilanden en in het dorp Ny Ålesund al sinds 1988.
In het dorp is het vrij groen, omdat er in de jaren '50 en '60 van de vorige eeuw koeien in dit mijnwerkersdorp rondliepen. Daarnaast ligt er een mooi meertje, de reden dat veel brandgansfamilies van de broedeilanden naar het dorp zwemmen. Doel van ons onderzoek was om te kijken wat er gebeurt met de ganzen dienietrechtstreeksnaar Ny Ålesund gaan, of die op de broedeilanden blijven.
Het verblijf
Het is middernacht. In het zonnetje lopen we van het onderzoeksdorp Ny Ålesund naar ons huis voor 2 weken, de 5 km verderop gelegen hut Gasebu. We hebben net de schuiltent opgehaald en de rugzak weer gevuld met allerlei lekkers. In zee een Roodkeelduiker, of toch niet? Snel de rugzakken af en de telescoop en fotocamera gepakt. De duiker is zwart-wit met een duidelijke ring om de nek die aan de voorkant doorbroken is.
![]() |
Kleine Jager |
Gelukkig komt de duiker steeds dichter naar ons toe. Terwijl Ronald het ene na het andere plaatje schiet, bestudeer ik de vogel en blader zonder resultaat door ons boekje 'Birds and mammals of Svalbard'. Gelukkig biedt de ANWB vogelgids van Europa uitkomst: een juveniele IJsduiker. Even verderop ligt een koppel eenden aan het strand. Ook deze zijn nieuw voor ons. Heel voorzicht benaderen we ze tot op een paar meter. Deze bonte, kleine eenden met lange staart zijn onmiskenbaar IJseenden.
Wanneer we vlak bij onze hut zijn worden we zoals gewoonlijk weer aangevallen door een fanatiek kleine jagerskoppel, die in de buurt van de hut een nest heeft. Beiden hebben we in het begin wat flinke tikken van de vleugels van deze krijsende vogels gehad. De omgekeerde driepoot van de telescoop biedt een goede bescherming. De Kleine Jager is een kleptoparasiet, hij jaagt andere vogels net zo lang achterna, totdat deze hun prooi loslaten. Wij zien de Kleine Jager vooral achter de Drieteenmeeuwen aangaan.
Onze gezellige hut Geopol in het gebied Kvadehuken
Onze waarnemingen begonnen op 29 juni met een snelle en succesvolle aanval van een poolvos op de kuikens van 2 ganzenfamilies. Vanuit onze hut zagen we de vos komen aansnellen en, ondanks fel verzet van de ouders, de nek doorbijten van de kuikens. Per 2 legde hij de kuikens weg en ging verder met de volgende. Een Grote Burgemeester profiteerde hiervan door een van de kuikens mee te nemen. Nadat de vos alle 9 kuikens had gepakt, ging hij met een volle bek weer weg. De hele operatie duurde nog geen 8 minuten.
Gelukkig bleek hij 1 kuiken niet goed gepakt te hebben, dus deze rende, terwijl de vos nog bezig was snel terug naar de ouders. Dit geluk was echter van korte duur, want de volgende dag zagen wij deze ouders terug zonder kuiken….. De vos is er de oorzaak van dat de populatie brandganzen in de Kongsfjord na jarenlange groei weer aan het afnemen is.
De vos doet het goed. In de zomer een overvloed aan kuikens, die hij deels begraaft voor de winter. Aan het eind van de winter vult hij zijn dieet aan met rendieren die het in de strenge winter niet redden. De vos jaagt steeds op de jongste kuikens. De kuikens die het eerst in het dorp aankomen, worden dan ook vaak als laatste gedood. Omdat de vos van grote invloed is op de brandganspopulatie doet Maarten ook onderzoek naar de vos. Het toeval wil dat een vossenpaar nu voor het tweede jaar een nest heeft onder het buurhuis van het Netherlandsarctic station. Met behulp van pindakaas worden de vossen in een val gelokt, waarna ze twee oormerken krijgen, worden gemeten en gewogen.
Ook de Brandganzen worden gevangen om ze te ringen, te meten en om poep en bloedmonsters te verzamelen. Het brandganzenonderzoek richt zich dit jaar met name op het vóórkomen van ziekten en parasieten (zie ook http://www.birdhealth.nl). We vangen de ganzen die in de rui zijn. Hoewel deze ganzen niet kunnen vliegen valt het nog niet mee ze te vangen. Op een strategische plek zetten we netten op, waar we de ganzen naar toe willen leidden. De ganzen worden eerst de zee ingejaagd, waar een tweetal kanoërs er voor zorgen dat de ganzen de goede kant op zwemmen. Daar moeten ze op de juiste plek het land op waar een paar andere mensen ze richting de netten begeleidt. Het is geen makkelijke klus, maar de derde poging is raak.
Vanwege de vos gaan de ganzen waarschijnlijk op zoek naar andere gebieden om de kuikens groot te brengen. Hoewel Spitsbergen een groot eiland is, is maar een klein gebied biologisch productief. Op de hele archipel zijn naast de vele gletsjers (60%) en de kale rots en puinvelden (27%) maar weinig (13%) groene gebieden. De brandgansfamilie heeft in de rui naast gras (voedsel) meertjes nodig om in geval van gevaar te kunnen vluchten.
![]() |
Papegaaiduiker |
Langs de kust zijn slechts een paar geschikte gebieden. Aan ons de taak, om andere groene gebieden op te zoeken en te zien of daar (bij voorkeur geringde) ganzen voorkomen. Het lezen van de ringen van deze ganzen is lastig. Het gekke is dat de ganzen in Ny Ålesund op enkele meters te benaderen zijn, zonder dat ze wegvluchten. Deze zelfde ganzen zijn buiten het dorp echter verdwenen wanneer ze je op een kilometer afstand aan zien komen. Met behulp van de schuiltent, goede sluiptechnieken, veel geduld en wat geluk lukte dat met enige regelmaat. We leerden het gedrag van de ganzen steeds beter kennen en ook dat van de andere vogels in de buurt, zoals de Kleine Jager de Noordse Sterns, de Roodkeelduiker en de Sneeuwgorzen.
De meest groene gebieden langs de kust liggen onder de vogelkliffen waar kolonies Drieteenmeeuwen, Zeekoeten en Papegaaiduikers broeden. In de boot naar Kvadehuken, een gebied waar we in onze laatste week nog een paar dagen hebben doorgebracht, werden we langzaam ingehaald door een Papegaaiduiker, terwijl wij 45 km per uur voeren. De tochten per boot zijn geweldig. In een weekend zijn we tussen de ijsschotsen door langs de gletsjers varen en ook tot vlak onder de vogelkliffen. Zo hebben we baardrobben en beluga's (witte dolfijnen) van dichtbij gezien. De baardrobben konden we benaderen tot wel 2 meter afstand en een school beluga's bevond zich op een gegeven moment tussen de boot en ons strand bij de hut Op deze tocht zagen we bij de gletsjer zagen ook twee Witbuikrotganzen.
![]() |
Noordse Stern |
Aan land bij de verlaten nederzetting New London hebben we gekeken naar een oude marmergroeve uit 1917. Er is veel marmer, maar het bleek bij transport naar Engeland allemaal te verbrokkelen. Het mijngebied ligt erbij alsof men er een paar jaar terug is vertrokken. Alles in Spitsbergen van voor 1946 is 'cultural heritage' en beschermd. Dit houdt in dat alles van voor die tijd moet blijven liggen en niet aangeraakt mag worden. Soms lijkt het een grote troep, zoals het mijngebied in Ny Ålesund waar de mijnwerkers uit boosheid over de sluiting van de mijn alles kapot hebben gemaakt en deze ravage al jaren zo ligt. Omdat 's winters alles in de diepvries ligt en zomers in de koelkast, is alles goed geconserveerd. Bij New London kunnen we niet om het nest van de Kleinste Jager heen. Ook dit koppel is zeer fel in hun aanvallen naar ons toe evenals de Noordse Sterns even verderop aan de kust. In het nest blijkt het eerste kuiken net uit het ei gekomen. Ook hier blijven we niet te lang kijken, zodat de ouders snel weer op het nest kunnen.
![]() |
Kleinste Jager |
Halverwege ons verblijf hadden we met Maarten afgesproken om naar 1 van de broedeilanden te gaan, Storholmen. Nadat hij ons afgezet had op een klein strandje voer hij verder om vanaf andere plekken op het eiland de ganzen naar ons toe te jagen zodat wij de ringen konden lezen vanuit een vervallen hut. Al lopend trapten we al bijna op een Eider die doodstil op haar eieren blijft zitten en nauwelijks opvalt tussen de stenen en de toendravegetatie. Dit kleine eilandje ligt vol met nesten van Brandganzen, Eiders en Noordse sterns. Ronald had bijna geen tijd om ringen te lezen, zoveel vogels moesten natuurlijk op de foto. De brandgansouders die een Kleine Jager proberen te verjagen die eindeloos doorgaat met zijn aanvallen op de kuikens. De Noordse Stern die zijn vrouwtje voert, de Eider die zo mooi op haar nest ligt.
Terug bij Gasebu schiet Ronald de ene na de andere foto van de Paarse Strandloper die bijna over ons heen loopt. De Paarse Strandloper komt hier zeer veel voor en de ouders doen vaak erg hun best om ons af te leiden van de kuikens die daar rondlopen, maar het gepiep van de kleine bonte kuikens is voor ons duidelijk te horen en het is erg leuk om die kleine bolletjes te zien rondlopen.
Wanneer we de volgende ochtend uit de hut stappen, schikt een jong rendier wakker uit z'n slaap. Hij ligt vlak voor onze hut, terwijl z'n ouders iets verder op liggen. De rendierenpopulatie was erg klein geworden door overbejaging in de 19e en 20e eeuw. In 1978 is het rendier succesvol opnieuw geïntroduceerd in het gebied waar wij verblijven, het Brøggerhalvøya.
Een week later worden we door een groep van 9 rendieren 'aangevallen' terwijl we een wandeling maken van de hut Geopol richting Engelskbukta. De groep rendieren rent al blazend en briesend achter ons aan en om ons heen. Tot dan toe liepen ze altijd rustig te grazen, of lagen te herkauwen op de toendra of op de sneeuw om af te koelen. Alleen wanneer je iets te dichtbij komt lopen ze rustig een stukje van je vandaan. Waarom deze groep zo achter ons aankwam is ons niet duidelijk geworden. We zagen geen jongen en op de heenweg waren we door hetzelfde gebied gelopen zonder aanval van hun kant. Het was wel een koddig gezicht. De rendieren zijn vaak in de buurt van ganzen te vinden. Het verteringssysteem van de Brandgans is erg ineffectief. Zo'n 70% komt onverteerd naar buiten. Rendieren kunnen veel beter verteren en eten vaak de uitwerpselen van de gans. Naast de groep aanvallende rendieren werden we die dag verrast door een groep vinvissen die de hele dag spoten en doken in de baai naast ons.
Het lopen over alle steen- en drassige bodems in vermoeiend, maar je vind de meest bijzondere stenen. Daarnaast zijn er veel structuurbodems. Cirkels van stenen met gras in het midden. Hoe ze precies ontstaan is zelfs na jaren van onderzoek nog niet bekend.
Dankzij de afkalvende gletsjers drijven er veel ijsbergen en ijsbrokken in de zee. Naast baardrobben en andere zeehonden zitten veel van deze ijsbergen vol met vogels vooral veel Drieteenmeeuwen. Omdat het gletsjerijs zoet is en de zee zout krijg je op het raakvlak door de menging van zoet en zout vaak sterfte van zeeorganismen en dat is dan makkelijk voedsel voor de vogels. Het smelten van deze ijsbergen in het water gaat vaak sneller dan het deel in de lucht, waardoor de ijsbergen regelmatig omvallen en de meeuwen met veel kabaal omhoogvliegen.
Al met al was het een bijzondere belevenis.
Klik hier voor nog meer foto's.
Lijst van waargenomen vogels
|
|
|
Informatie over reizen naar Spitsbergen
Ny Ålesund is een onderzoeksdorp waar toeristen alleen kort komen als ze met hun cruiseschip aanmeren. De hutten waar wij verbleven zijn ook niet voor toeristen toegankelijk.
Als toerist is de makkelijkste, maar wel dure manier, om Spitsbergen te verkennen per cruiseschip.
Er worden ook speciale vogelreizen aangeboden, bijvoorbeeld via Beluga Adventures. Andere opties zijn bijvoorbeeld Oceanwide Expeditions, of de fotocursussen van Jasper Doest.
____________________
Links: