Vogelpraatjes
door: Ana Buren
21 april 2006
Selwerderhof
Ergens in het struweel naast het water zitten tientallen vogeltjes te tsjirpen en de aandacht te trekken, maar ik kan ze niet ontdekken met mijn verrekijker.
Een wat oudere man komt het pad af. "Mooi hier he?" Hij blijft staan en heeft kennelijk zin in een praatje.
"Ik was hier laatst en dacht 'he, daar ligt een hond in het water!'. Kom ik dichterbij en zie ik dat het een joekel van een Karper is. Zeker van zo'n 35 pond." Hij maakt een armbeweging van bijna 2 meter.
"Ik kom uit Noord-Holland. (He, ik ook, uit Alkmaar!). He, daar heb ik 10 jaar gewoond! Mijn vrouw komt uit Noord-Holland. Ik zat op Karpers in St. Pancras. (He, daar heb ik als kind bloembollen gepeld!). Daar heb ik eens een Karper gevangen van 15 pond en die heb ik naar de visboer gebracht. Die deed hem in de etalage en ik kreeg af en toe een maaltje vis van hem mee." Hij vertelt en vertelt en lijkt jaren jonger te worden.
"Tegenwoordig vis ik niet meer. Ik fiets, dat is ook mooi." Ondertussen probeer ik die vermaledijde vogeltjes in het struweel te identificeren. "Er zitten hier Kneutjes en Puttertjes." zegt hij.
Puttertjes heb ik er al wel gezien, maar die Kneutjes zijn mij ontgaan. De man wijst waar ze ongeveer moeten zitten, maar ik kan ze niet vinden. En waar die Beflijsters zouden moeten zitten, daar heb ik helemaal geen idee van.
Even later sta ik weer in het Noorderplantsoen. Ik heb een Grote Bonte Specht in het vizier. Het beest doet erg opgewonden. Met trillende vleugels staat ie te doen hoog op een afgezaagde stronk in een Zwarte Populier. Hij verdwijnt en komt weer tevoorschijn. Het lijkt erop dat hij daar een nest heeft of anders gaat ie er binnenkort een krijgen.
Terwijl ik mijn nek sta te verrekken komt er een oudere heer aan.
"Die boom waar u nu naar kijkt is ouder dan wij 2 samen." zegt ie.
Ik ben een beetje verbluft. "Weet u wel dat ik 60 ben?"
"Dat kan niet." zegt ie. "Ik dacht daar komt een mooie jonge meid aan…"
"Ik geloof dat u nogal een charmeur bent."
"…met mooie rooie krulletjes."
Ja, dat is natuurlijk wel weer waar. Ik heb mooie rooie krulletjes. Maar zo goedkoop komt ie er niet mee weg, dus ik vraag hem: "Hoe oud denkt u dat die Zwarte Populier is?"
Hij begint wat te schutteren: "Een paar honderd jaar…?"
Nu blijft er natuurlijk helemaal niets meer over van Don Juan.
"Dat kan niet." zeg ik. "De inrichting van het Noorderplantsoen begon pas rond 1880."
Nou, maar hij heeft Pimpelmezen en Koolmezen en Lijsters en kbv'tjes in zijn tuin en Lijsters in zijn Klimop. En jonkies, beweert ie. En hij geniet er allemaal geweldig van. Dat vind ik leuk, hoewel ik niet helemaal geloof dat ie al jonkies in zijn tuin heeft.
Een paar meter verderop zie ik de Senegal-Papegaai in zijn Populier. Hoewel hij geen kabaal maakt vind ik hem in mijn verrekijker. Hij zit zich heel stil te schurken aan een boomtak. Ik heb toch wel een beetje met hem te doen.
"Dag mevrouw, zit de papegaai er weer?" Naast mij staan twee jongetjes van ongeveer 12 jaar. Ze hebben allebei een boemerang bij zich. Ik wijs aan waar ie zit.
"Denk je dat we hem met de boemerang kunnen raken?" zegt het ene jong tegen het andere.
"Nah, hij zit te ver weg." zegt de oudste.
"En anders krijg je van mij wel iets om je oren gevlogen." waarschuw ik het duo. "Het is een mannetje." leg ik uit.
"Kunt u er geen vrouwtje bij kopen dan?"
Ik doe erg geschokt. "Nee joh, dat zou wettelijk verboden zijn...... Maar this wel heel verleidelijk.
Echt makkelijk is het ook niet. Een nieuweling zomaar vrijlaten kan heel verkeerd uitpakken. De nieuwe kan in deze onbekende omgeving opschrikken, in paniek raken, op hol slaan en ver weg vliegen. De vogels hoeven elkaar dan nooit meer tegen te komen en de nieuweling komt zeer waarschijnlijk te overlijden."
De jongen reageert geschokt. "Ik dacht dat hij haar misschien de kneepjes van het overleven kon leren."
Ik bekijk de jongen met hernieuwde nieuwsgierigheid. Hij bezigt een taalgebruik dat ik niet verwacht had bij een dergelijke jonge knaap. Hij slentert weer verder met zijn vriendje.
Ik ga naar huis en zie dat Reinie en Lucy Hut hun ijscokraam vandaag voor het eerst deze lente weer hebben neergezet. En ik zwaai even.
Ana