Vogelen in drie delen - deel 1

door: Ana Buren

9 september 2006

Om 7.50 uur zie ik hem op de Grote Markt vlak voor mijn neus wegrijden, lijn 3 richting Leeuwenborg.
Hij hoort pas om 7.54 uur weg te rijden, dus ik probeer hem middels handsignalen tot stoppen te dwingen, maar hij geeft geen sjoege.
Ik vloek hartgrondig. Ik zal toch #%\\&!!!$ niet voor niks om 6.30 uur uit mijn bed gekomen zijn om vervolgens te laat aan te komen voor het vogelen.
De jongeman in het wachthokje wordt verschrikt wakker van mijn verwensingen. De volgende bus gaat pas een kwartier later. Dan zijn ze natuurlijk al lang vertrokken vanaf Kardinge. Ik ga op zoek naar de taxi-standplaats, maar daar staat op dit on-christelijke tijdstip natuurlijk helemaal geen taxi. Te laat voor de doorgezakte kroeggangers en te vroeg voor de gegoede burgers. Er is ook werkelijk niemand die rekening houdt met de busgemiste vogelaars.
Niet wetend wat te doen ga ik de vertrektijden in het bushokje maar weer eens bestuderen. De bus naar Beijum vertrekt om 8.09 uur. Dat is te laat. Zou ik nog de fiets kunnen nemen? Nee, dan kom ik nog later aan. Ik werp nog maar eens een boze blik op die jongeman die het allemaal een worst zal wezen.
En dan komt als uit de hemel gezonden een taxi langs. Ik werp mij languit op straat en de taxi stopt.
'Hoeveel kost een taxirit naar Kardinge ongeveer?' vraag ik. Want ik heb in mijn vogeltas eigenlijk nauwelijks meer dan muntgeld.
'Goedemorgen mevrouw. Dat komt op ongeveer 8 euro.'
Ik tel mijn geld na en het zou net moeten reiken.

'Ik heb de bus gemist.' meld ik een beetje overbodig als ik naast de chauffeur plaatsgenomen heb.
'Ja, dat hoor ik wel vaker. Wat wilt u eigenlijk op dit tijdstip in Kardinge. U ziet er niet uit alsof u daar wilt gaan sporten.'
Even snuif ik verontwaardigd, hoezo zie ik er niet naar uit dat ik zou willen gaan sporten?
Maar wat een onzin eigenlijk. Nee, ik zie er natuurlijk niet uit alsof ik in Kardinge wil gaan sporten, dat kan op dit tijdstip zelfs een kind zien denk ik.
'Nee, ik ga vogeltjes kijken.'
'Vogeltjes kijken? In Kardinge??' De chauffeur is hoogstverbaasd.

Ja, vogeltjes kijken in Kardinge. Dat is helemaal geen gek idee.
In Kardinge heb ik de mooiste vogeltjes gezien. Al die Grutto's, Kievieten en Tureluurs, die mij uiteindelijk dierbaar werden. Die Rietgorzen, Puttertjes en Blauwborsten. Vooral die Tureluur die niet van zijn paaltje wilde wijken en mij uitdagend in de ogen schouwde. Ik mis hem nu al. In Kardinge zag ik mijn eerste Kleine Plevier. Die Knobbelzwanen die met elkaar in gevecht gingen en ja, sorry, die soepganzen die wegens gebrek aan natuurbeheer zich ongebreideld en hoera bleven vermenigvuldigen tot een aantal van 98.

'We zijn er.' zegt de taxichauffeur.

(wordt vervolgd)

Ana