Eemsheaven
door: Ana Buren
23 april 2007
Henk is helemaal op tijd en ik ook. We ontmoeten elkaar klokslag 8.00 op de Boteringebrug.
Ik moet daar toch nog altijd erg aan wennen dat hij mij steeds begroet met een nors achteloos 'hoi', alsof we dagelijks met elkaar carpoolen. Maar goed, ik vind het hartstikke leuk om hem weer eens te zien, zeg dus maar 'moi' en schuif aan in zijn suv. In elk geval hoef ik niet te converseren zo op de vroege ochtend, dat is mooi meegenomen.
Hij heeft het radioprogramma van 'vroege vogels' opstaan. Het gaat over beperkende maatregelen betreffende de sportvisserij. Vissen ervaren ook angst en pijn volgens de laatste wetenschappelijke stand van zaken. Ik vraag me wel af hoe ze dat hebben gemeten. En dan die Teken! Die belagen ons steeds heviger sinds de aarde opwarmt. Eigen schuld, dikke bult, denk ik dan maar. Wel even noteren, he, als je gebeten wordt.
We gaan naar de Eemshaven, na het Lauwersmeergebied een van de mooiste vogelgebieden in ons Groningse. Met mijn verrekijker ontwaar ik een man in het veld met twee Deense Doggen. Wat een idioot, denk ik, om met zulke honden in een natuurgebied te lopen.
Gelukkig staan er niet zoveel mensen op de dijk. Ik voel me nog steeds niet helemaal op mijn gemak tussen al die mannen bij de trektelpost.
Met monotone stem geeft Martijn de waarnemingen door. Behalve een Engelse Kwikstaart die ik mooi in de telescoop heb zie ik niet zoveel, want ik heb het voornamelijk koud. Dat valt toch nog vies tegen met die mooie weersverwachtingen van twintig graden.
Dan meldt iemand ineens dat er aan de voet van de dijk een schaap wordt aangevallen door twee honden. Met mijn verrekijker zie ik dat een schaap wordt belaagd door de twee Deense Doggen. Het schaap probeert te ontsnappen, maar heeft geen schijn van kans. De honden storten zich op hem. Er rijdt een auto van een vogelaar vlak in de buurt. De man weet kennelijk niet wat te doen, want hij rijdt heel langzaam langs het tafereel. Doe dan toch wat! Binnen een paar minuten geeft het schaap geen teken van leven meer.
We staan geschokt toe te kijken op de dijk.
Meindert rent de dijk af, naar zijn auto en racet richting schaap, maar het is te laat. Het beest is al dood. De vogelaar is inmiddels uitgestapt en de eigenaar van de honden is eindelijk op komen dagen.
'Ik wist niet dat hier ook schapen loslopen.' zegt ie.
Hij voelt zich er verder ook niet verantwoordelijk voor en zet zijn wandeling voort. Treurig, zulke mensen. Iemand dacht het kenteken van zijn auto genoteerd te hebben maar dat was helaas de auto van iemand anders. Wat triest dat er mensen zijn die niet geleerd hebben hoe ze controle kunnen krijgen over honden die agressie in hun lijf hebben en menen desondanks rond te mogen wandelen zonder verantwoordelijkheid te willen nemen voor de slachtoffers die ze daarbij maken. De volgende keer grijpen ze een kind. O sorry, ik wist niet dat hier ook kinderen loslopenā¦
'Weet je wat dit is?' vraag Aart aan mij. Hij laat mij iets zien wat het meest lijkt op een snotje of een afgebrokkelde oude tand. Ik wil het dus ook eerst helemaal niet aannemen, viespeuk dat ie is.
Tenslotte neem ik het toch in mijn hand.
'Het is een hartje' stel ik verbaasd vast.
'Het is van barnsteen. Dat kun je hier aan de kust vinden. Het is voor jou.'
In het echt valt Aart eigenlijk best wel reuze mee.
We gaan te voet naar de stek van Lex Tervelde.
In de struiken kwinkeleert er van alles. Sprinkhaanzangers, vindt Henk. Nou, ik weet het niet hoor. Waarom geen Snor of een Krekelzanger?
Dan zien we Lex met zijn secondant Anne Engberts.
Anne is zojuist bezig om een plaatje te schieten van Lex die een Grote Lijster in zijn hand houdt. Als een echte paparazza haal ik direct mijn camera tevoorschijn. Ik schiet een plaatje van Anne die een fotootje maakt van Lex die een Grote Lijster in zijn hand houdt.
'Het is mijn eerste Grote Lijster.' vermeldt Lex trots, en hij aait hem een beetje. 'Ik had vandaag ook een Blauwborst in het net. En er was hier een zingende Fluiter, de eerste.'
Ik stel mij maar even voor.
'O, jij bent degene van de kraaimelding in het Noorderplantsoe
n.' Daar moet ik even heel lang over nadenken, want meestal word ik anders herinnerd. Maar het klopt. Ik heb ooit een melding gemaakt van een geringde Zwarte kraai in het noorderplantsoen. Lex heeft er 200 geringd en er zijn maar 3 terugmeldingen van gekomen, waaronder die van mij van Ad Patat die het in het Noorderplantsoen tevergeefs deed met Riet Friet.
Een bijzondere ervaring is het om met hen langs de 176 meter vangnetten te gaan.
Ze hangen machteloos in de netten. De Zwarte Roodstaarten, de Zwartkoppen, de Fitissen, de Grasmussen en de Tjiftjaffen.
Wat zijn ze teer! En hulpeloos! Ze worden heel voorzichtig uit het net geplukt.
Anne bedwelmt ze met de rook uit zijn pijp zodat ze geen pijn lijden.
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
De vogeltjes worden in zakjes gestopt en aan een stok gehangen.
Bij terugkomst worden ze een voor een uit de zakjes gehaald, gemeten en gewogen. Lex meet en Anne noteert.
Dan worden ze weer vrijgelaten, want daar doe je het tenslotte allemaal voor.
Ik wil een foto maken van het moment dat ze uit zijn hand wegvliegen. Dat vereist nogal wat afstemming tussen Lex en mij. Een, twee, drie! Los en klik! De Zwarte Roodstaart zit echter nog vast in zijn hand, de Zwartkop is er al lang vandoor, maar tenslotte is het de Fitis die weet hoe het moet. Als een Phoenix ontstijgt hij majestueus de hand van de ringer.
We gaan weer verder. Een grote man met een telescoop op zijn schouder komt ons tegemoet. Henk doet de praatjes, dus die spreekt hem aan. Hij denkt hem ook te kennen. Het is Elzo Jager, dus ik stel me ook maar even voor.
'Ben jij DE Ana?!' vraagt Elzo.
Kijk, Avifauna, dat vind ik nou zo leuk aan jullie. Dat persoonlijke, en dat je herkend wordt. Ik wil Elzo van alles vertellen over mijn fotografie en over mijn pogingen tot digiscoping. Maar hij weet alles al over mij. Hij heeft het gelezen.
Elzo heeft wekenlang langs meubelboulevards gezworven en is nu heel blij dat hij eindelijk buiten is. Hij is echter gefrustreerd. Hij heeft zijn zinnen erop gezet om Bokjes zien, maar hij ziet alleen maar Watersnippen.
Ondertussen zweven er Bruine Kiekendieven boven ons hoofd die ik tevergeefs probeer te fotograferen. Ineens komen er twee Haviken bij die heftig worden aangevallen door een Kokmeeuw. Een indrukwekkend gebeuren, maar te ver weg voor mijn camera.
We lopen terug over het dijkje. Henk is een beetje teleurgesteld dat hij geen Beflijsters heeft gezien. Dan wil hij toch op zijn minst een Draaihals.
'Je moet in het gras kijken, daar zitten ze vaak verstopt.' zegt ie. Het zal vast wel, maar ik geniet van het mooie weer. Dan blijft hij als aan de grond genageld staan. Draaihals 'Ik hoor er een!' Ik hoor niks.
'Jawel, het is een Draaihals!' En dan hoor ik het ook. Een beetje het geluid van een Torenvalk. Even later zien wij hem. 't Is een blauwe. Een emotioneel moment.
Lex en Anne steken hun koppen vrolijk uit het struikgewas. Ze zijn de spullen aan het verzamelen. Ze gaan naar huis.
We willen nog even naar de klutenplas om de Steltkluut te spotten.
Henk rijdt langs de dijk.
'Hier gaan we de dijk op. Vandaar heb je uitzicht over de klutenplas.'
'Dat dacht ik niet. Ik kan niet over dat hek.'
Even later: 'Nou hier dan.' Hij stopt bij een hek dat nog steeds veel te hoog voor mij is.
'Neehee, dat kan ik niet. Ik ben zestig!'
'Dat kan je best. Maar goed, ik zoek wel even een plek met een opstapsteen.'
Even later: 'Hier. Hier gaan we erover.'
'Dat is geen opstapsteen, dat is een drinkbak.'
'Je moet niet meteen beginnen te miepen van datkanikniet. Je probeert het maar gewoon. Er is trouwens ook een poortje zie ik nu. Maar je probeert het voor straf maar gewoon over de drinkbak. Dan kan je altijd nog door het poortje als het niet lukt.'
Als we boven staan heeft Henk al snel de Steltkluut in de telescoop. Wat een gek beestje met belachelijk lange poten! Als je er met je vinger tegenaanduwt valt ie zo om wil ik wedden. Dus het is maar goed dat we er niet bij kunnen.
Achter ons hoor ik een Dodaars keihard zingen: 'l'amour est un oiseau rebelleā¦'
En nu stop ik ermee, want ik moet naar bed. Dus geen mooi eind aan dit verhaal.
U moet zelf maar een happy end bedenken.
Welterusten,
Ana