Boekvink verstoort het lezen
door Harm Jansen
(26 juni 2022)
Ik sla pagina 311 van De Tweeling om en lees bovenaan op pagina 312 “de Russen kwamen -“. Plotseling word ik opgeschrikt door een luide tik tegen het raam. Ik leg het boek terzijde.
De reclameleus “Horen zoals je nog nooit hebt gezien” schoot door mijn hoofd. Ik zie graag wat ik hoor.
Toen ik door de lamellen van de zonwering gluurde, stond ik oog in oog met de stoorzender, een vink. Als vogelaar word je daar blij van. Hij had de botsing met het glas overleefd. Hij had nog levenslicht in de ogen. En dan te bedenken, dat men die vroeger wel eens uitbrandde of verminkte, opdat de blinde vogel dan beter zou gaan zingen. De vink was snel vervlogen. Ik kon het boek van Tessa de Loo weer ter hand nemen. Ik zat nog maar net of hoorde het getik een verdieping hoger. Toch maar even kijken. Hier hing de zonwering niet naar beneden.
Ik observeerde de vogel een tijdje. Niet normaal: hij benutte de top van de prunusboom in de voortuin als duikplank en stortte zich naar beneden alsof hij spiegelend water wou doorbreken.
Het thermopaneglas was echter te hard. Keer op keer probeerde hij het weer. Even dacht ik dat een bordeauxrood hoeslaken, dat in de kamer hing te drogen, de aanleiding was.
Een clash van wijnrode borsten. Zag hij in de baltstijd een concurrent met een nog mooiere wijnkleur dan de zijne, die eerder rosékleurig leek? Of wou hij zijn eigen kleurenpracht eens in een spiegel aanschouwen? Was hij een narcist?
Of bereidde hij zich voor op een twistgesprek met een imaginaire tweelingbroer. Zoals Anna in De Tweeling in gesprek was met haar tweelingzuster. Beide van Duitse afkomst. De een door speling van het lot tijdens WOII achtergebleven in Duitsland, en werkend voor de Duitsers, de ander, Lotte, door datzelfde lot terechtgekomen in Nederland, en werkend in het verzet. Het boek had ik nog niet losgelaten. Het bevatte interessante perspectieven, van waaruit over een oorlog verteld, gedacht en gereflecteerd wordt.
De vink reflecteerde aanvankelijk alleen in gebarentaal en mimiek voor het spiegelende glas. Het vertoonde gedrag zal uit territoriumdrift, waarbij de voorgespiegelde indringer verjaagd moest worden, zijn ontstaan.
Op gegeven moment produceerde hij een roepje, dat ik dagen achtereen al gehoord had, zonder een vogel te zien. Het was zijn lokroepje, dat ook wel met pink, wiet en tsjwit omschreven wordt. De laatste omschrijving kwam het meest overeen met wat ik hoorde.
Het wat klanknabootsende pink zou een verklaring voor de naam vink zijn. De plofklank p is daarbij door Germaanse Klankverschuiving (Wet van Grimm) veranderd in een wrijfklank v. Maar dat is voer voor fonetici en logopedisten.
De wetenschappelijke naam Fringilla coelebs betekent: tjilper, ongehuwd/weduwnaar. Mannetjes en vrouwtjes gaan na elkaar op trek. Bij de vinken zou ook van bigamie sprake zijn. In mijn observatie zag ik overigens een vrouwtje aan het mannetje op de vensterbank voorbijschieten. Speeddate of flitsscheiding?
De naam boekvink als aanduiding voor de gewone vink heeft niks met een leesboek te maken. Dat is wel duidelijk. Even dacht ik dat het een germanisme was, een letterlijke vertaling van Buchfink, waarbij Buch komt van Buche, de beuk. De boomnaam beuk gaat echter ook terug op het Middelnederlands: boeke, bōke.
De observatie nam veel aangename tijd in beslag. Ik zat en lag met camera in aanslag op het touw van mijn zonwering, als op een vinkentouw, die vroeger op vinkenbanen werd ingezet om de vogel te vangen. Voor de zang in een kooitje. Of voor de pan - als voorloper van de slavink? Getuige het spreekwoord: Beter een vink geplukt, dan ledig gezeten. Het geringste werk is beter dan niets doen. Het plukken slaat op het uittrekken van de veren. Bij een vinkje kost dat minder tijd, dan bij een kip.
Ik was ook luistervink, maar niet met kwade bedoelingen. Nog nooit had ik de vink zo dichtbij gezien en gehoord. En dat op een dag (1 juni 2022), die ’s morgens met een behoorlijke plensbui begon en waarvoor op de pc een donderalarm werd afgegeven. Reden voor mij om een leesmiddag in te plannen, die dus prettig verstoord was. Beter met foto-/video-shots een vink uit de boom geplukt, dan ledig gezeten.
2 juni zou zonnig worden. Dan zou ik maar weer eens een langere fietstocht gaan rijden.
Toen ik de fietsspullen van de kamer op de bovenverdieping ging halen, zag ik de vinkenvriend tot mijn verbazing al weer tegen het glas geplakt. Hij leek wel een glasvink geworden. Ook nu liet de vink mij niet los.
In de reflectie gooide hij meerdere registers open. Zon is zang. Er vond op de vensterbank en later ook in de prunus een vinkenslag plaats. Een aflopend gezang met aan het eind een verhoging van de tonen.
In vinkenzettingen, waarbij vinkenhouders (vinkeniers) zich met hun vink om de 2,4 meter opstellen, wordt op een zwart houten stok met een krijtje geturfd, hoe vaak per uur de vink zijn riedeltje zingt. Men kwam soms tot 800 turven! Men zette dus streepjes om aan te geven dat iets afgehandeld was. Hoewel men niet de bekende v-tjes zette, heb ik toch het sterke vermoeden, dat ons werkwoord afvinken in de betekenis van checken/controleren met de werkwijze van de vinkeniers te maken heeft. Hoe het streepje dan tot een v-tje werd, is voer voor grafologen.
Het v-tje is misschien ook een afkorting voor het Latijnse vidi: ik zag. Wellicht gaat het ook terug op het woord Vu, Frans voor gezien, dat op gecontroleerde documenten werd gezet. En de beginletter van het vinkje hebben we als kind vaak al dan niet in grillige vormen als teken voor vogels in een tekening gebruikt.
Helaas heb ik niet afgevinkt, hoe vaak mijn vink zijn slag afmaakte. Maar ik heb hem op verschillende manieren gehoord, zoals ik hem nog nooit gezien had. Na de laatste vinkenvideo vond ik het tijd om de vink los te laten en de fiets te pakken. Mijn huis moest geen vinkenierswoning worden, zonwering binnen en buiten gingen naar beneden. De reflectie en de vinkenshow gingen ten einde.
O ja, op mijn boekenbucketlist zet ik bij De Tweeling na het uitlezen een vette boekvink: V