Een ontmoeting met de vuurvogel en vogelvriend Rein
Boerenzwaluwen, Lucifers, Air Miles, Antilekbanden en Voetbal?
door: Harm Jansen
Inleiding
In de tijd van de elektronische ontsteking zien we de doosjes Zwaluwlucifers nog zelden op het aanrecht liggen. De Duitsers noemen de boerenzwaluw “Rauchschwalbe”, de “rook-zwaluw” en de Fransen spreken van de “hirondelle de cheminée”, de “schoorsteenzwaluw”.
Waar rook is, is vuur. Met de rookpluimen van de industrieschoorstenen in Foxhol e.o. op de achtergrond had ik 7 juni 2009 wederom een leuke ontmoeting met de “vuurvogels” in de vogelkijkhut van de Westerbroekstermadepolder. Ze vlogen de hut in en uit en poseerden op een tak direct voor één van de uitkijkgaten. Ze zochten onze vogelvriend op.
Een mensenvriend
Johan Boussauw’s boek Vogels in volksgeloof, magie en mythologie vermeldt dat de Esten het ontstaan van de boerenzwaluw laten beginnen bij een gezinsdrama: “Er was eens een kwaadaardige man, een dronkaard van een vent. Zijn vlijtige vrouw was de hele dag voor hem in de weer. Op een dag maakte de man, geheel van zinnen, een enorm kabaal. Hij hakte vrouw’s weefgetouw met een bijl in stukken, hief zijn vuist en liet die met vol geweld op hun kindje neerkomen, zodat dit ogenblikkelijk de geest gaf. Daarop sloeg hij met een knuppel op de vrouw, zodat deze halfdood neerzeeg. De goede God ontfermde zich en veranderde de vrouw in een zwaluw. Kwetterend vloog deze op een balk. De man trok zijn mes en sloeg naar haar, maar kon haar slechts half treffen, zodat haar staart in tweeën werd gespleten.
De zwaluw zocht een uitweg door het sleutelgat en vloog hoog weg in de lucht. Het vogeltje draagt nog steeds hetzelfde pakje als op het moment dat de vrouw veranderd werd: een zwarte doek om de kop, een rode om de hals, een vrolijk wit hemd en een koolzwart rokje. En heden nog vreest de zwaluw zijn verwant, de mens, niet zo zeer als andere vogels dat doen. Zelfs bouwt hij/zij het nestje aan hun huizen en schuren."
Een vuurbrengende vogel
Ook wordt de zwaluw vermeld als een vuurbrengende vogel: “De driehoekige insnijding van de staart van de boerenzwaluw gaat, naar Waalse landlieden beweren, terug op een van de pogingen om het vuur naar de aarde te brengen. Toen het uit de hemel gehaald moest worden, was de zwaluw een van de eersten om zich kandidaat te stellen. De goede God schonk de vogel het vuur, er goed en wel bij zeggende dat hij/zij het niet mocht loslaten voordat de aarde bereikt was. Maar tijdens de afdaling had het vuur vogel’s staart verschroeid en het middenstuk ervan weggebrand.”
Een ander verhaal vermeldt, dat de duivel het vuur gestolen had en het in een holle vliertak in de hel verborgen had. De zwaluw die de diefstal gezien had, kon hem het vuur ontnemen, en wilde er terug mee naar de hemel vliegen. Nauwelijks had de vogel enkele streken gedaan of de vlammen, aangewakkerd door de wind, sloegen langs twee kanten uit de holle vliertak en verschroeiden zijn/haar borst, wat men nog immer aan vogel’s roodverzengde borstpluimen kan zien.”
Gaan onze Zwaluw luciferdoosjes – sinds 1899 – terug op dit soort verhalen? Nomen est omen? Is de naam Zwaluw een teken?
Een lentebode en geluksbrengende vogel
Bij de oude en huidige Germanen werd de (eerste) zwaluw uitdrukkelijk met vreugde verwelkomd en feestelijk ontvangen. Men zag de vogel als zekerste teken van de naderende lente. Op het platteland ging met met de hele familie de boerderij rond om de staldeuren wagenwijd open te zetten. De zwaluw, zo zei men, behoedde immers de boerderij, wanneer ze bij aankomst door alle ruimten ervan vloog. Zeer algemeen verspreid was het geloof, dat als een zwaluw bij of in het huis nestelde, dit geluk bracht. Het beveiligde tegen blikseminslag en brand. Want zo, zei men, de zwaluwen weten of een “huizing” standhoudt.” Verwijder de nesten dus niet!
Dat niet iedereen de vogel als lentebode ziet blijkt uit de uitdrukking “Una hironda non facit ver”: 1 zwaluw maakt nog geen lente. “Dat 1 zwaluw nog geen zomer maakt” lijkt me duidelijk, gezien de maanden maart en april, waarin de eerste waarnemingen worden gedaan. En dat niet iedereen de vogelnesten aan zijn huis wil blijkt ook uit nevenstaande foto van de nepkraai.
Ausdauer- en duurzaamheidsvogel
Een vliegtuig van vliegveld Eelde trok zijn spoor over de Westerbroekstermadepolder. “Met Air Miles op vakantie? Wie kent het logo met de 3 zwaluwen niet? De marketingstrategen hebben bij de ontwikkeling van dit logo ongetwijfeld gedacht aan de lange trekroute die de zwaluwen in de periode van augustus-november voor hun Afrika-verblijf en de retourvlucht in maart-april voor hun verblijf hier naar Europa afleggen. Voor zo’n lange vlucht moet je wel over Ausdauer beschikken. Om iets met die kaart te krijgen trouwens ook, maar dat terzijde. Hun tomeloze inzet, waarmee ze op insecten jagen en hun jongen van voedsel voorzien zal mede een rol hebben gespeeld. Daarbij komt nog dat de boerenzwaluw ook in zijn nestbouw “selfsupporting” is: niks geen door de mens gemaakte nestkasten, met zelf gevonden en gehaalde klei bouwen ze een halve kom tegen balken in stallen, boerderijen en onder bruggen.”
De Antidoornvogel
Ik ging de vogelhut even uit, om brood uit mijn fietstassen te halen. “De banden van mijn sportfiets moest ik ook nog maar eens vervangen door “Schwalbe-banden. Bij mijn stadsfiets heb ik met deze antilekbanden zeer goede ervaringen: niks geen canvasbreuk, weinig slijtage en – even afkloppen – nog geen lekken, geen doornen. Over Ausdauer en duurzaamheid gesproken. Bij de ontwikkeling van de merknaam Schwalbe zal de “Schwalbe” als geluksbrengende vogel, die veel kilometers maakt, een rol hebben gespeeld: “Mit einer Schwalbe bekommst du keine Panne und fährst du lange!” “En hebben de marketingstrategen hier ook weer aan volksverhalen en namen als “Herrgottsvöglein, Muttergottsvöglein en Mariënschwalbe” gedacht?
Een natuursage vertelt dat, waar Maria ook reisde of vluchtte, een zwaluw haar steeds vergezelde. Die vogel was haar een troost in al haar misère. Ook Christus zelf werd door de zwaluw bijgestaan. Op een dag bevond Hij zich in een bos, gezeten op het gras, om uit te rusten van een lange wandeling. Hij werd achtervolgd door mensen die hem wilden doden. Tot overmaat van ramp kwam een menigte eksters aangevlogen die hem met doornen prikten in zijn voeten en ontblote hoofd. Een zwaluw, vol medelijden, snelde te hulp en trok de doornen uit. Daarop sprak de Heer: “Jullie eksters zullen je nest maken in de hoogste kruin der bomen en je zult door ieder gemeden worden. Jij daarentegen, sprak hij tot de zwaluw, zult uw nest maken vrij van alle gevaar en je zult geliefd zijn door de mensen. “ Volgens een ander verhaal vloog de zwaluw tot bij het kruis en pikte hij/zij al de doorns uit het voorhoofd van Christus. Vandaar ook, dat de bloeddruppels zijn bef kleuren.”
Een gele of rode kaart voor een “schwalbe”?
Ik dacht dat de “Rauchschwalbe” niet op de Rode Lijst staat. Ik zit echter nog met de vraag welke scheidsrechter of voetbalofficial de term “schwalbe”, in de Van Dale schrijven ze dat woord met een kleine letter, heeft bedacht voor een gesimuleerde – zeg maar fake- val van een voetballer met als doel zijn tegenstander een overtreding ten laste te leggen en dus “een rode of gele kaart aan te naaien.” Een werkwoord “schwalben” bestaat bij mijn weten niet. Of heeft een “schwalbe” een “schijnval” te maken met de prachtige geheel onschuldige vlucht van de zwaluw, waarbij het soms zo lijkt dat hij/zij in het water vliegt, maar dit slechts raakt, om even te drinken? Zwaluwen zag men voor de vogeltrek wel eens in massa’s samenkomen in het riet, dat onder het gewicht tot tegen de water doorboog. Uit dergelijke waarnemingen ontstond een algemeen verbreid geloof, dat zwaluwen in een verstijfde toestand in en aan rivieroevers en zelfs in de modder onder het water overwinterden. Maar dit geloof is al lang achterhaald.
Of heeft de voetbalterm “schwalbe” helemaal niets met onze vuur-, bliksemafleidende, geluksbrengende, antidoorn, duurzaamheids-, Ausdauervogel van doen? Wikipedia, de vrije encyclopedie, geeft uitkomst: “Schwalbe is een uit het Duits afkomstige voetbalterm (…) In het Nederlands noemt men een schwalbe soms een fopduik, (voor het eerst gebruikt door Evert ten Napel), een kunstduik (verwijzend naar de zwemsport). - Mijn theorie van de duik naar het water is dus zo gek nog niet. - De Duitse uitdrukking is gebaseerd op het gedrag van zwaluwen (Schwalben), die zich tijdens hun vlucht soms opeens een heel stuk laten vallen om daarna weer door te vliegen.”
Staart
Met de laatste vraag in mijn gedachten fietste ik over het betonfietspad huiswaarts, richting Groningen. Één keer kneep ik nog even goed in de remmen: met gierende Schwalbebanden?
Hoe noemen de Duitsers een gierzwaluw eigenlijk? Een “Mauersegler” Bij de Apus apus, de gierzwaluwen, hebben we het blijkbaar over een andere familie zwaluwen. “Segler” zag ik niet. Zoals eerder vermeld mijn sportfietsbanden komen nog niet van huize Schwalbe, maar nog van huize Vredestein en daar kwam “vogelvriend Rein”, die ik ook al vanuit de vogelkijkhut had gezien, duidelijk niet vandaan. Ik zag Reintjes hoofd achter een bos pitrus, loerend op een wilde eend, die in een nabijgelegen plasje zwom. Rein had het geluk van de zwaluw ook hier niet mee. Even later zag ik hem nog jagend in het hoge gras. Niet een zwaluw, maar een vossenstaart vloog tenslotte het verhaal uit.
Harm Jansen