De Waterman
door: Harm Jansen
25 September 2009
Langs het Eemskanaal. Eerst 3 vierkante oranje bordjes. Bij nader inzien met geperforeerde letters. 1 Puzzelstukje per boomstam. Het licht vult de ronde gaatjes. Het belettert elk bordje: G A S. Ik fiets verder. Na een spatie van enkele boomstammen kondigt zich het volgende woord aan. Ik passeer 5 vierkantjes. Een doorzichtige W A T E R tot de volgende spatie. Dan hangt er nog één woord in warme terracottakleuren op me te wachten. Welk woord denkt u dat het is? Nadat ik de rondjes in het laatste puzzelstukje ontletterd heb, blijkt dat ik een totaal ander woord verwacht had. De associatie met de 2 voorgaande woorden kan ik niet maken.
Voordat ik aan mijn fietstocht begon, had ik al een vogelverhaal in mijn hoofd. Eerst met de titel Zilver, toen kwam er nog Koper bij. Wie weet zou er nog een derde woord bijkomen. Ik associeerde de metalen met een vogel en de herfst. De titelwoorden hebben iets gemeenschappelijk. De 3 Eemskanaalwoorden volgens mij niet. Vandaag zou ik een verband tussen alle woorden leggen.
Bij het einde van het derde woord schoot me een liedje van The Moody Blues te binnen: For ever Autumn.
"...I watch the birds flying south across the autumn sky, One by one they disappear,
I wish, I was flying near them, ..." "Welke vogelaar zou dat niet willen?" Helaas ik heb geen vliegbrevet.
"Zou Zilver, De Grote Zilverreiger, weer in de Dollardkwelder te zien zijn?" Om dit vast te stellen, moest ik nog een aardig stukje doorfietsen.
Bij gebrek aan een laptop probeerde ik dit keer, om het verhaal met een pen te schrijven, achter een tuintafeltje, in een heerlijke nazomerzon. Ik pakte een zilverkleurige Watermanpen met draaiknop. Ik draaide de pen uit zijn houder en liet het inkt vloeien. Het draaien aan de knop voelde als het gasgeven op de Zündapp van mijn jeugd. "Gasgeven Jansen, deurfietsen en deurschrieven!"
Een kwartier later parkeerde ik mijn fiets in een groot weiland aan de Lagelandsterweg. Ik zou gaan fotoshoppen voor 1 Zilver en zag er hier 12? 1 vloog wat tussen 2 groepjes heen en weer. 12 Grote Zilverreigers foerageerden hier tegen een achtergrond van maïsvelden. Ik waande me in een ander land. Ik pakte mijn camera en liep langzaam door het weiland. De panorama-assistent moest ingeschakeld worden, om zoveel Zilver bij elkaar vast te leggen. Helaas lieten de 2 groepjes zich later met het programma Photoshop niet mooi hechten. Denk er bij de afgebeelde foto dus nog maar een groep bij.
"Uit welke reigerie zouden deze reigers gevlogen zijn?" Ik kende een ontoegankelijk gebied, waar ik ooit ééntje tussen zeer dichte bossen door gezien had. "Zouden ze daar broeden? Of waren deze vogels exemplaren die in verband met het jaargetijde iets zuidelijker afzakten?"
Zilver van de Dollardkwelder had ik voor het eerst waargenomen na een voor mij zeer gedenkwaardige dag, woensdag 9-9-2009. De Dollardkwelder stond toen helemaal blank. De hazen vlogen me bijna in de spaken. Ik zag er drie zwemmend de kwelder verlaten. Het vee had geen droge voeten meer.
Ik ook niet. "Het wordt tijd voor Al Goretex fietsschoenen." Het weiland waar ik in stond was waarschijnlijk niet zo drassig als de kwelder na 9-9-09, maar toch. "Dat wordt pianospelen met natte tenen."
Reigers hebben vaak natte voeten. Vroeger dacht men dat de reiger met zijn poten in het water stond, om de vissen te lokken. Men dacht zelfs dat ze een bepaalde vettigheid zouden afscheiden, die de vissen zou aantrekken. Vissers zouden wel eens reigervet in hun aas doen in de veronderstelling, om zo meer beet te krijgen. In de volksgeneeskunde werd reigervet voorgeschreven tegen reuma, winterhanden en wintertenen. "Nee, dan toch maar die Al Goretexschoenen.". Waar dat vet vandaan moet komen, is me trouwens een raadsel. De reiger heeft m.i. een snelle spijsvertering. Ik heb nog nooit ééntje met overgewicht gezien.
Mijn natte voeten deden me even twijfelen. "Was dit nog wel gezond?" Ik besloot, om er eens flink de sokken in te zetten en trapte stevig door. Bij het Sans Souci - gemaaltje aan het Schildmeer gingen de sokken uit, "wringen die handel en deurtrappen". Na een korte fotostop bij Tetje Horn, waar ik jonge putters vlak langs het fietspad zag, gaf ik met de versnellingshendel nog meer gas. Bij een ander gemaaltje zag ik een echte Waterman.
Ik zag een man in lieslaarzenpak met een lange stok, waarvan de kop je doet denken, aan de tuinverlichting met een zonnecel. Langs het fietspad zag ik een "Quadro" staan, een motor met 4 wielen. Daarop een geplastificeerde kaart. Deze man had geen last van natte voeten. Als een reiger ging hij met zijn stok in de slootkant staan. Van hem kon ik tenminste een foto maken. Zilver liet zich niet zo gemakkelijk benaderen. Die is gelukkig niet zo'n allemansvriend als zijn blauwgrijze familielid, die we in de stad vaak naast de vissers zien staan.
"Mag ik vragen, wat u aan het doen bent." "Ja, natuurlijk. Ik meet, of de diepte van deze watergang nog de oorspronkelijke diepte heeft, zoals men die vroeger gepland heeft. Zoals we op de wegen alles meten, b.v. voor de Tom Tom, zo meet ik alles wat betrekking heeft op de waterwegen: duikers, dijken, stuwen, bruggen, sloten en andere watergangen." De man vertelde een interessant verhaal over het werk van het waterschap Hunze & Aa's. Al het werk wordt gecoördineerd vanuit Veendam. Hij heeft 250 collega's: o.a. peilmannen, hydrologen, biologen, planologen, landmeters en leggers, die naar ik begrepen heb, registers en kaarten aanleggen, van alles wat er te meten valt. Dit zijn de mensen, die ervoor zorgen, dat wij droge voeten houden en dat de vogels van de wetlands kunnen genieten. De meeste stuwen worden digitaal vanuit Veendam bestuurd. Voor het meten en ook het schouwen van sloten moet men er soms op uit met een smalspoormachine, zoals de man zijn "Quadro" noemde. De boeren worden verplicht, om een maaipad naast de sloten vrij te houden, zodat de waterschapmensen deze kunnen schoonhouden en kunnen schouwen. In het kader van landaanwinning kunnen deze maaipaden steeds smaller worden. Nu weet ik, waar de prachtige groenpatronen langs een sloot in de CC-polder aan te danken zijn. Dat wordt wel gas open en gas dicht als je daar met die smalspoormachine bij langs moet.
De Waterman woont op de Hondsrug. Die houdt waarschijnlijk droge voeten, mochten de voorspellingen van Al Gore uitkomen. Wij Groningers niet. Het punt waar we stonden ligt laag.
Ik had Zilver nog in mijn kop en moest verder. Afslaand naar Wagenborgen zag ik 7 Blauwe Reigers in een biljartlaken van een weiland. Ééntje slikte een mol door. Die moet sterke maagsappen hebben! Bij Landman in Termunten hield ik het maar bij kabeljauw.
Vanuit de vogelkijkhut van de Breebaartpolder zag ik met 2 ander vogelmannen o.a.: Tureluur, Zwarte Ruiter, Groenpootruiter, Bonte Strandloper, Kemphaan, Aalscholver, Smient, Lepelaar, Kluut. We haalden herinneringen op aan een IVN-cursus en de enthousiaste mensen van die club en van Avifauna. Ik miste de grote groepen Bonte Strandlopers, Wolken van vogels, zoals ik die de week daarvoor had gezien. "Deurfietsen noar de Dollard- diek en kwelder." Het water begon te stijgen. Aan de andere kant vond ik onverwacht toch nog Goud.
Vorige week zat hij met zijn maten nog op het land, op de donkere klei en was hij met zijn schutkleur, niet beschenen door de zon, nauwelijks te ontdekken. Nu rende hij alleen door het gras, met zijn gepolijste kop en prangend oog en tloe-tloe-geluiden vestigde hij de aandacht op zich.
Ik bereikte een punt waar ik aan de andere kant van de dijk, langs het opkomende water van de Dollard verder kon fietsen, richting Johannes Kerkoven - en CC-polder. De Dollard lag er bij als Kringlooppapier, waarop aan de randen prachtige herfstboeketten van bloemen - zee-aster/kraal, lamsoor, schorrekruid? - afgebeeld stonden. Op het papier ontdekte ik een enorme inktvlek van duizenden waadvogels. Langzaam schoven ze op naar de kwelderrand, kleine voorop, als inktpatronen, vastgehecht aan het papier, maar soms ook uiteenspattend in een wolk. Aan de andere kant van de dijk gaven 2 tractoren gas, met de aanhangende machines vernevelden ze de grond in enorme stofwolken. Een buizerd vloog boven de herfstboeketten.
Plotseling zag ik Zilver, in de kweldersloot, afzijdig van de grote groepen. Maar eerst werd ik nog afgeleid door een paar andere herfstgasten, die nu waarschijnlijk uit Scandinavië waren ingevlogen: tapuiten. Lopend naast mijn fiets kon ik ze stapvoets van dichtbij naderen. "Wat een dankbare vogeltjes!"
Bij Zilver moest ik dit anders aanpakken. "Die kreeg je niet zo maar voor de lens." Ik zou aan de andere kant van de dijk gaan fietsen, ik peilde waar ik de dijk ongeveer omhoog moest sluipen, om in de buurt van Zilver uit te komen. "Nee met al die schapendrollen ging ik niet meer in het gras liggen, daarvoor moet je eerst een antiQ-koortspak aantrekken. Laag gebukt liep ik omhoog. Eerst zag en hoorde ik een wulp opvliegen. Ik had m'n hoofd nog niet boven de dijk uit en daar ging Zilver. Die heeft een goed gehoor! Die voelt volgens mij de trillingen op de dijk! Later deed ik nog een poging. Nu zat hij al halverwege de CC-polder en vloog hij richting Nieuw Statenzijl. "Zilver Zilver, zover ga ik vandaag niet!" Vorige week had hij me een paar plaatjes gegund. Omdat de kwelder nu zo nat is, is er voor hem waarschijnlijk veel te halen. De inktvlek leek uiteengespat, de hoogwaterplaats was ondergelopen, de vogels stonden nu aan de kwelderranden, de eenden zwommen de sloten binnen. Ik moest de terugweg maar eens inzetten.
Na Overschild ging de zon al weer snel onder. Het Koper, de prachtige zonsondergang als op 9-9-2009, zag ik nu niet. De Koperwieken verwacht ik midden of eind oktober. Wel een dalende oranje W A T E R druppel, men gaf nog eens G A S, om de luchtballon met de leus "Er gaat niets boven Groningen" nog even in de lucht te houden. Inderdaad, ik hou van Stad en Ommeland, wat is er veel te zien! Het derde Eemskanaalwoord kan ik er mee in verband brengen.
Bij het Eemskanaal kwam ik terug bij de vierkantjes, de dynamo moest aan het wiel. Het eerst kwam ik nu bij het laatste woord van het begin.. Het is bijna donker. Het is niet L I C H T.
De geperforeerde letters van het derde woord zijn nu gevuld met schemering. Ik vul ze voor u in en stel me daarbij een vraag: "Hoe ver kan de L I E F D E voor een vogel gaan?".
Harm Jansen