Zwaanzinnig
door Harm Jansen
(12 december 2020)
Fiets je door de Haddingestraat in de binnenstad van Groningen. Kijk je omhoog en zie je aan de voorgevel van een gebouw een zwaan in het blauw. Blijkt het na onderzoek de zwaantjeskerk te zijn. De Lutherse kerk. Vraag je je af, welk verband er tussen de zwaan en Luther bestaat.
De gans en de zwaan
Kom je uit bij de Tsjech Jan Hus, een criticus van de Katholieke Kerk, die in 1415 tot de brandstapel werd veroordeeld. Hus betekent in het Tsjechisch gans. Jan Hus vergeleek zich in een schrijven vanuit de gevangenis met een laagvliegende gans, die er niet in was geslaagd, de voor hem gespannen strikken te breken. Zijn bewonderaar Luther, schreef later op grond van die vergelijking: "Hus heeft over mij voorspeld: gij zult een gans braden, maar over honderd jaar zult gij een zwaan horen zingen, die zult gij moeten verdragen".
Zwanenzang
Luther zag in kerkelijke liederen die door het volk meegezongen konden worden een belangrijk middel ter geloofsversterking. Hij heeft ongeveer 45 gezangen geschreven. Met “iemands zwanenzang” bedoelt men in de Nederlandse Taal “iemands laatste werk” voor zijn of haar sterven. De uitdrukking zou berusten op een oud volksgeloof, dat de zwaan zingend zijn dood tegemoet zou gaan. De zwaan “zingt” echter wel vaker.
Taalkundig zegt men ook dat het woord zwaan terug zou gaan op het Oudengelse woord swinsian (zingen) en het Latijnse sonus (geluid). Wellicht is het dier dan genoemd naar het fluitend-gierende geluid dat het in de vlucht met zijn vleugels maakt.
Dat vleugelgeluid hoorde ik bij de vlucht van 2 zwanen in het recreatiegebied van Kardinge. Ik zag ze vlak voor een duiker onder het fietspad landen. De eerste trok zijn vleugels op tijd in en zwom onder het pad door. De ander kreeg zijn vleugels maar niet ingeklapt. De zwanen waren gescheiden als in het ballet, het Zwanenmeer. Een jammerlijk huilen van de zwaan (Odette), die haar partner (Siegfried) niet kon volgen, klonk op. Hoewel het een knobbelzwaan (Cygnus olor) was, zou ik het een Hoelswoane genoemd hebben, ware het niet, dat dat woord in het Gronings voor de wilde zwaan (Cygnus cygnus) wordt gebruikt. Zwanenzang als scheidingslied met heel andere tonen kun je beluisteren op een CD, spaigelploatje, van de band Zijlstra.
Swoanenspaigel
Twee gespiegelde knobbelzwanen met de rug naar elkaar toe, verbonden door een zogenaamde makelaar, een verticale balk of gevelplaat met verschillende symbolische motieven, zie je op het oelebret, uilenbord, dat je op Friese en Groninger boerderijen kunt vinden. Het ventilatiegat waardoor doorgaans kerk- en steenuilen in en uit kunnen vliegen, heeft soms de vorm van een hartje. Het zwanenkoppel staat hier wellicht voor eeuwige trouw.
De zwaan wordt ook gezien als totemdier, een geestwezen, dat de mens als beschermer begeleidt in zijn “missie”. De zwaan staat voor de ziel en is een heilig dier, dat niet gedood mag worden.
De zwaan als beschermer beleefde ik in een boze droom: Een kraai stak zijn hoofd door de voortandwielen van mijn fiets. - Een zwarte Audi vloog in de vooravond met wel 200 km per uur over de weg in de Noordpolder, die een Moordpolder dreigde te worden. - Ik keek net op tijd om en week uit in de berm. - Uit de zadeltas ontvouwde zich een airbag in de vorm van een zwaan, waarin de wind leven blies. De draagriem van mijn fototoestel raakte verstrikt in de fietstas, de witte zwaan was gevlogen. De zwarte Audi trouwens ook.
Zwarte zwaan
Zwarte zwanen (Cygnus atratus) zag ik in 1994 aan Lake Taupo en tijdens een wandeling naar de Hukawatervallen langs de Waikato River op het Noordereiland van Nieuw-Zeeland. In legendes van het Moriori-volk, dat op de verder zuidoostwaarts gelegen Chathameilanden leefde en in 1835 door de bewoners van Nieuw-Zeeland, de Maori’s werd aangevallen, komt de Poūwa, een zwarte megazwaan, voor.
Onderzoekers van de universiteit van Otago in Nieuw-Zeeland hebben het bestaan van die zwaan door analyse van oud DNA en botafmetingen bevestigd. Ze vergeleken DNA van 47 hedendaagse zwarte zwanen met dat van 39 zwanenfossielen die op archeologische vindplaatsen waren ontdekt. De eerste overblijfselen ontdekte men op het Zuidereiland in een grot (Monck’s Cave) bij Sumner, een voorstad van Christchurch. Vandaar dat de zwarte megazwaan in het Latijn Cygnus sumnerensis wordt genoemd.
De Poūwa (10 kg) was zwaarder en had kortere vleugels dan de van oorsprong Australische zwarte zwaan (6 kg). De Poūwa zou in een vergelijking fysiek meer op een rugbyspeler van de Nieuw-Zeelandse All Blacks lijken, terwijl de Australische zwarte zwaan de lichaamsbouw van een kleinere en ranke voetbalspeler zou hebben. De zeer langwerpige beenbotten zouden er op wijzen dat de Poūwa op weg was naar vluchtloosheid en een meer aards bestaan. Uit analyse bleek verder dat de zwarte megazwaan zich zo’n 1 tot 2 miljoen jaar geleden van de hedendaagse soort afsplitste en dat die rond 1450 door toedoen van de mens zijn megazwanenzang zong, dus stierf. Uit restanten in oude afvalhopen concludeerde men dat mensen de Poūwa regelmatig op hun menu hadden staan.
De klacht van de gebraden zwaan hoor je in de Carmina Burana van Orff in het stuk Olim lacus colueram, Ooit bewoonde ik de meren. Deze Cygnus ustus, de gebraden zwaan, geef ik de naam Cygnus musicus. Op indringende wijze bezingt hij zijn ondergang aan het spit:
Ooit bewoonde ik de meren/Ooit was ik mooi, toen ik een zwaan was/Wee mij, wee mij/Zo zwart en erg verbrand!/De koksjongen draait en keert me/De brandstapel verbrandt me sterk/Nu word ik opgedist/Nu lig ik in de schotel en kan ik niet meer vliegen/Nu zie ik ontblote tanden...
In de feodale tijd (14e tot 17e eeuw) kende men het recht op zwanendrift. Het was een vorm van pluimveehouderij, waarbij zwanen “vrijelijk” in het landschap werden gehouden en verhandeld. Vrijelijk staat tussen aanhalingstekens, omdat de zwanen werden geleewiekt, waardoor wegvliegen onmogelijk werd. Bij jonge vogels werd een stukje van het vleugelbeentje weggenomen en bij de oudere vogels werden de slagpennen uit de vleugel getrokken. In Nederland gebeurde dit jaarlijks bij 600 knobbelzwanen. Pas vanaf 2018 kwam er een algemeen verbod. De zwaan werd gezien als een adellijke, deftige vogel, die in de feodale tijd vaak in gebraden vorm ten einde kwam. Op verschillende banketten en ook op het kerstmenu. De gewone landlieden moesten genoegen nemen met de goedkopere gans. Ga nu eens voor vega zou ik zeggen.
Zwarte zwaan in de economie
Willem de Vlamingh, een Nederlandse ontdekkingsreiziger, was de eerste Europeaan, die in 1696 per toeval zwarte zwanen aan de Swan, een rivier in West-Australië bij Perth, ontdekte. Tot die tijd waren zwarte zwanen voor de Europeanen verzinsels, wezens die niet bestonden.
Om die reden heeft het begrip zwarte zwaan in de economie de betekenis gekregen van een onverwachte gebeurtenis met negatieve impact op welvaart en welzijn, die niemand heeft zien aankomen of voorspeld. De coronapandemie is een zwarte zwaan.
De zwaan als voorspellende vogel, voor weer en toekomst, zie je trouwens in het Duitse werkwoord schwanen. Mir schwant...: ik heb zo’n vermoeden...
Zwanenhals
...dat de zwanenhals onder de wasbak lekt, dacht ik toen ik bij het tandenpoetsen natte voeten kreeg. Gelukkig heeft die hals geen 23 wervels zoals bij onze zwemvogel de knobbelzwaan. Maar is die informatie voor de vogelaar wel zwaanzinnig?