De ekster klept wel, maar is geen kleptomaan
door Harm Jansen
(1 maart 2021)
In Alfred Joducus Kwak, een kindermusical van Herman van Veen (1976) komt een ekster voor met de naam Pikkie. Een leuke variatie op de wetenschappelijke naam Pica Pica. Pikkie steelt vaak uit een natuurlijke aandrang glimmende dingen, wat hemzelf en anderen in de problemen brengt.
Dat doet de stelende ekster ook in de gelijknamige opera La gazza ladra van Rossini (1817). Daar steelt de vogel een lepel.
Op een muurschildering, die ik (2018) in Rotterdam zag, was de buit een ring. Zo te zien ook een gift bij een huwelijksaanzoek.
Is de ekster een dief? Wat heeft de vogel met het huwelijk van doen? What’s in a name? Wat is de ware aard van deze vogel?
Eens een dief, altijd een dief?
Het Duits kent de uitdrukking: stehlen wie eine Schar Elstern. Letterlijk vertaald: stelen als een schare eksters. In het Nederlands zeggen we: stelen als de raven. Wahrig Deutsches Wörterbuch spreekt bij de vogel van een diebische Veranlagung, een neiging tot stelen. De Nederlandse Van Dale gaat niet zo ver, dat men de ekster een dief noemt. Wel komen we hier het woord eksterneiging tegen: neiging tot kritiekloos verzamelen, verzamelwoede. En dat is iets anders dan een ziekelijke neiging tot stelen, steelzucht of kleptomanie, waarbij men zich heimelijk wederrechtelijk iets toe-eigent.
Ferro, de ijzervogel?
Heeft de ekster in zijn verzamelwoede een voorkeur voor glanzend metaal? Een mooi sieraard? IJzerrijk voedsel?
Het voedsel van de ekster bestaat onder meer uit metaalachtig glanzende loop- en mestkevers. Daardoor zou de vogel ook enigszins gefixeerd kunnen zijn op andere glimmende voorwerpen. Net als andere kraaiachtigen verstopt de ekster zijn voedselbuit vaak op geheime voorraadplaatsen. Hierdoor wordt het vermeende dievenkarakter wellicht versterkt.
De Nederlandse eksterexpert Gert Baeyens toonde in proefjes met houten, bruine en in zilverfolie gewikkelde blokjes aan, dat jonge eksters er aanvankelijk moeite mee hebben, om te bepalen wat ze voor hun wintervoedselvoorraad moeten verstoppen. Ze verstoppen alles wat afwijkend van de ondergrond is. Eetbaar of niet. Zo zou de jonge ekster een toevallig gevonden lepel of ring dus mee kunnen nemen. Aldus zou de reputatie van metaaldief en kleptomaan kunnen zijn ontstaan en in stand worden gehouden. Later (na de kleuterfase?) verschuift de prikkel om op elk vreemd voorwerp te reageren en pikken ze alleen maar eetbare waar.
De eksterburcht waar het nestmateriaal heen gaat, lijkt net als een dievenhol een onneembare vesting. Baeyens heeft honderden nesten geïnspecteerd, maar kwam er geen harde metalen, laat staan sieraarden tegen.
De kwade reputatie van kleptomaan ekster werd ook gezuiverd door een onderzoeksteam van de Britse wetenschapper Toni Shepard (University of Exeter). Men voerde voedselexperimenten uit met 2 groepen eksters. Een groep uit een opvangstation, die gewend was aan de mens en een groep uit de “wilde natuur”. Gezien de bevindingen van Baeyens neem ik aan, dat het hierbij om volwassen, adulte vogels ging.
Eerst stelde men op een vaste plaats schaaltjes met vogelvoer op om de vogels te lokken. Toen de vogels gemerkt hadden, dat een bezoek aan die plaats zich loonde, stelden de onderzoekers ook 2 andere schaaltjes op. Een met glanzende schroeven en ringen en een andere met dezelfde voorwerpen maar dan in een matte uitvoering. Wat zouden de vogels doen? Zouden ze alle metalen voorwerpen meenemen of alleen de glanzende?
De onderzoekers werden teleurgesteld in hun aannames. De eksters hadden totaal geen interesse voor de metalen “kadootjes”. Ze werden er zelfs door afgeschrikt. Het duurde zelfs even, voordat ze weer normaal naar de voedselschaaltjes terugkeerden, nadat ze gemerkt hadden dat de metalen voorwerpen in de naastgelegen schaaltjes geen gevaar vormden.
Leuk is nog, dat de Duitsers hun belastingaangifte kunnen doen via een elektronische Steuererklärung, afgekort met de naam ELSTER. Een softwarecomponent pica.exe schijnt daarbij wel eens problemen op te leveren. Dat programma is vast gemaakt door een vogelaar. Het is te hopen dat ze bij hun account Mein Elster denken aan een ekster die verzamelt en niet aan een vogel die steelt. Waarschijnlijk is het bij een teruggave het een en bij een bijbetaling het ander.
Huwelijksbijeenkomsten
In Mein Elster zullen ze vast ook aan moeten geven of ze single zijn, getrouwd of met een partner samenwonen. Eksters vormen broedparen voor het leven. Huisje-boompje-beestje in de eksterburcht. De vrijgezelle vogels leven in groepen. Ooit zag ik een grote groep in een (tinder -:)boom. Charles Darwin noemde deze groepen 'huwelijksbijeenkomsten' (marriage meetings). Wellicht pronken ze er met hun mooie veren. Bij de groen-, paars-, blauw-metallic glans daarop zou je kunnen denken, dat ze zeer ijzerrijk voedsel tot zich nemen. Onzin natuurlijk.
Irisatie
Deze kleurglans wordt niet veroorzaakt door pigmenten, maar door irisatie, door meervoudige reflecties op de structuur van de veren. Omdat deze veren vaak meerdere gedeeltelijk transparante structuren met verschillende diktes hebben, reflecteren ze het licht van beide kanten van deze doorzichtige oppervlakken. Afhankelijk van de hoek waaronder je kijkt, kunnen de golflengtes van deze gereflecteerde kleuren elkaar versterken of verzwakken. Hierdoor veranderen de waargenomen kleuren van de veren continue.
Kletskop
Naast gepronk met veren zal er in de tinderboom ook wel heel wat gebekvecht en gekletst worden. Eksteren is in Gelderland een werkwoord voor bekvechten. In het Duits kent men de uitdrukking schwatzen wie eine Elster: Kletsen, kleppen, zwammen, opscheppen als een ekster. Volgens de vogelgids van Lars Jonsson produceert de ekster een snel, ratelend, schrapend tsaka-tsaka-tsjaka-geluid. Ratelen aan de lopende band en tsjaka komt me bekend voor.
Naam: De spitse
De associatie van het Italiaanse woord voor ekster La gazza en het woord voor krant La Gazzetta veronderstelt dat de eksters weten wat communicatie is. Of het hier ook om spitsvondige communicatie gaat durf ik niet te zeggen, maar met hun geschetter weten ze de katten goed te verjagen.
Het Duitse woord Elster is afgeleid uit Middelhoogduits agelster. Oudhoogduits kent agalstra en agazza (Vergelijk weer met het Italiaans). Westgermaans kent ago, wat spits zou betekenen en op de staart/snavel van de vogel zou slaan. Bij ago verwijst men weer naar woord Ecke (hoek) en zo komen we bij ons woord ekster.
Huppelaar
En zo huppelen we van het ene naar het andere woord. En van de ene naar de andere uitdrukking. Die Elster lässt ihr Hüpfen nicht: het wezen van iets/de aard van iemand is niet te veranderen. Wat van eksters komt, huppelt graag: kinderen hebben de aard van hun ouders (Vlaams). Hij kan het als een ekster, het huppelen: Hij is er zeer bedreven in (Vlaams). En zo laat ik mijn ekster alsof hij over hete kolen loopt al ratelend, schetterend en kleppend met een tsjaka-geluid het verhaal uithuppelen.