Baardman tussen de fietsers
door Harm Jansen
30 oktober 2022, 6.45 uur. Toch maar opstaan. Wat later gaf teletekst bij het ontbijt 6.00 uur aan. Wintertijd! De weersvoorspelling leek eerder op het voorjaar. Klokken achteruit, een uur voor op schema! Gewassen en geschoren hees ik me in mijn fietskleding voor een herfsttocht om het Lauwersmeer. Der frühe Vogel fängt den Wurm. Waarvoor zou de kijker vandaag uit de stuurtas gaan?
9.30 uur alleen in de Kollumerwaard? Geen tegenliggers, geen e-bikecolonnes. Plotseling een metaalachtig ting, ting. Het geluid van een fietsbel? Achter me niets te bekennen. Rechts van het fietspad flitsen wat vogeltjes in het riet weg. Ting, ting.
Baardmannen! Dit jaar was ik er speciaal voor naar de Onlanden geweest. Soms met resultaat, vaak wel het geluid, slechts één keer het beeld. Een foto stond nog steeds op mijn verlanglijstje. Ik nam de camera ter hand en schoot er op los. Het schieten was van korte duur.
Een tegenligger in fel gekleurd groen hesje passeerde. Uit volle baard: “Iets bijzonders gezien?” “Ja, baardmannen.” Het groene hesje trok de schouders op en fietste door. Op de camera zag ik dat de foto’s niet je van het waren. Maar goed, de dag kon al niet meer stuk. Ik naam weer plaats op het stalen ros.
9.45 uur. Sliepen de mensen nog een uurtje langer uit op deze zondagochtend? Als het bij die ene fietser bleef, dan mocht ik niet mopperen. Verder. In een gedachtenflits herinnerde ik me de baardendiscussie in het wielrennen.
Toen in de Tour de France voor het eerst wielrenners met een baard verschenen, zette ik eerlijk gezegd ook wel een vraagteken. Ontharen ze de benen voor meer snelheid, laten ze de baard toch staan. Apart. Maar goed, iedereen is vrij in zijn outfit en uiterlijk.
Ploegleider Walter Planckaert van Topsport Vlaanderen was niet gecharmeerd van de baardman: “Snot en etensresten in de baard van een coureur, dat is vies.”
Hygiëne kan een rol spelen, ook bij wonden na een valpartij. Toch bestaat er nu een Geschke Beardbalm, the balm for the bearded cyclist. Een baardcrème, die een Duitse wielerfanaat en apothekeres samen met de wielerprof Simon Geschke ontwikkeld heeft. Laurens ten Dam produceerde in zijn baard tijdens een tijdrit van de Vuelta zijn eigen crème: een heuse slijmbaard, die het afzien op de fiets extra benadrukte.
Vlak voor een brug ontwaarde ik ineens 10 baardmannen. Deze vroege vogels vingen geen worm, maar zaden van het aangrenzende riet. In de zomer leven baardmannen hoofdzakelijk van insecten. Als de winter nadert en het aantal insecten afneemt, schakelen ze over op zaden. Dit gaat gepaard met een wonderbaarlijke verandering van het spijsverteringskanaal. De maagwand wordt dan harder en gespierder net als bij zaadeters.
Ik stalde mijn ros bij de eerste brugleuning. Op mijn dualflexzolen sloop ik met camera in aanslag als een kungfuman naar de vogels. Voor de herinnering al op grotere afstand knippend. Ik naderde en naderde. Ting, ting. Ik voelde de planken onder mijn voeten trillen, als bij een aardbeving, en hoorde een roffelend geluid. 2 zwart geklede mountainbikers met verende voorvorken joegen het mooie gevederte de lucht in. Ting, ting. “Die baalde.”: hoorde ik één van de twee zeggen. Nou, dat viel wel mee. “Nait soezen, loat moar deurbroezen.”, dacht ik. Ik moest geduld hebben. Wie weet, kwamen de baardmannen terug.
De baardman heeft eigenlijk een snor (Schnurrbart) of zoals je wilt een paar bakkebaarden (Backenbart). Italianen spreken van de basettino, kleine man met bakkebaarden. De twee zwarte baardstrepen over kaak/wang geven het mannetje eerder iets melancholisch, dan stoer mannelijks. Er rollen als het ware zwarte tranen uit de ogen. Je zou er misschien ook een halloweenmasker in kunnen zien, hoewel: te vriendelijk. Het vrouwtje heeft de baardstrepen niet. In dat opzicht is het vreemd dat ook zij baardman wordt genoemd. De Italianen zouden haar basettina kunnen noemen.
Bij koud weer beschut het zorgzame mannetje het vrouwtje soms met zijn vleugels. Zo lijken ze dan één bolletje veren. Dat heeft men vroeger ook bij gekooide exemplaren waargenomen. Hieruit is waarschijnlijk de bijnaam Dekvogeltje ontstaan.
Rietpapegaaitje is een andere bijnaam. Vanwege het uiterlijk en de acrobatiek in het riet. Baardmees komt ook voor. De lange staart doet denken aan de staartmees. De baardman behoort echter niet tot de papegaaien- of mezenfamilie. Maar vormt met één soort de familie van de Panuridae.
In de huidige geslachtsnaam, Panurus biarmicus, betekent het oude Griekse panu: buitengewoon en ουρά: staart. Biarmicus zou volgens een Engelse site komen van Biarmia, een gelatiniseerde vorm van Bjarmaland, voorheen een land aan de zuidelijke oever van de Witte Zee, wat nu het gebied van de Oblast Arkhangelsk in Rusland is. De term bjarm wordt vaak in verband gebracht met het Oeralische woord perm, rondreizende handelaar. Een rondreizende vogel (komend uit Rusland? Met insecten/zaden in de snor?) met buitengewone staart?
Kester Freriks vermeldt in zijn vogelgids dat de Latijnse naam Panurus biarmicus staat voor “dubbel opgetuigde staartvogel”, vanwege de bakkebaarden van het volwassen mannetje. Bi staat voor twee of dubbel. Komt armicus van het werkwoord armo: bewapenen, uitrusten, optuigen (van schepen)? De snor als wapen/instrument?
10.20 uur. Er arriveert een fietsgezin, met kids in de fietsaanhangers bij de nabijgelegen uitkijktoren, die bestegen wordt. Ting, ting. Daar gaan de baardmannen weer. Op het platform van de toren wordt druk geconverseerd en gefotografeerd. Een paar baardmannen keren terug in het riet naast de brug. Vlakbij. Plotseling een enorm dof geluid. De houten klapbankjes van de toren vallen keihard naar beneden. “Hannelore, mach doch nicht so’n Krach.” Twee wielrenners in blauw tenue vliegen over de brug. “Mooi is het hier, hè?” Het gehelmde fietsgezin verlaat de toren. “Moin, moin.” Een stel komend uit tegenovergestelde richting neemt zijn plaats in.
10.50 uur. De laatste baardmanfoto’s worden gemaakt. Op naar Dokkumer Nieuwe Zijlen, Ezumakeeg en Lauwersoog. De e-bike- en andere colonnes komen. Fietsgroeten worden uitgebracht, soms met vriendelijke gebaren en mimiek. Ook wandelaars doorkruisen het pad. Parallelle autowegen met ronkende motoren produceren soms het geluid van een racecircuit.
14.00 uur. Na de haven van Lauwersoog besluit ik via een bos door de Marnewaard de rust van de noordelijke polders op te zoeken. Op een verwaarloosde ANWB-paddenstoel staat met een viltstift aangegeven, hoe je via de zeedijk Pieterburen kunt bereiken. De paden liggen vol herfstblad. Ook hier wandelaars en fietsers alom. Borden van het militaire oefenterrein schrikken blijkbaar niet af.
Verse sporen van voertuigen - tanks? - doen me even geloven, dat operatie Falcon Autumn al is begonnen. Gelukkig hoor en zie ik geen wapentuig.
Een achteropkomende E-biker staat even stil voor een gesprek. Thuis spreekt hij Engels met zijn Amerikaanse vrouw. Het omzetten van de klokken wordt gelinkt aan spring en autumn. “Ja, in het voorjaar zet je de klok een uur vooruit en in het najaar een uur achteruit.” “Ach ja, zo is het ezelsbruggetje in het Nederlands.”
Ineens moet ik denken aan de prachtige BBC-programma’s Springwatch en Autumnwatch. En de baardmanbrug in de Kollumerwaard nog in gedachten natuurlijk ook aan het prachtige programma De Baardmannetjes van Hans Dorrestijn en Nico de Haan.
Na een kleine omzwerving bereik ik uiteindelijk de eendenkooi in de Westpolder. Op de dijkweg langs Zeven- en Negenboerenpolder tref ik nauwelijks mensen. Wat een rust. Liep mijn Pontiac nog wel? Vanochtend had ik er een autumnwatch van gemaakt. Maar had het oude horloge dat wel overleefd? 15.40 uur?
16.30 uur. Na Tinallinge zie ik een nogal ingewikkelde fietser in de berm. Die hield duidelijk niet van framing. Die was wel heel één met zijn fiets. Het ossenkopstuur deed vermoeden, dat hij met een tijdrit bezig was. De hoge fietsschoenen voorspelden zwaar herfstweer. Was hij gecrasht? Of had hij zijn rijwiel in de winterstalling gereden? Een achtergebleven spandoek van het publiek sprak boekdelen. En zijn gezicht, met of zonder baard? We zullen het niet weten.
17.30 uur. Finish in Stad. Mijn tijdrit over 115.31 km zat erop. Ik had tijdens een leuk oponthoud wat baardmannen gescoord. Geloof het of niet, de volgende ochtend was mijn scheerapparaat stuk. Wie weet zie je in de toekomst nog een baardman tussen de fietsers.