Windmolens Eemshaven barrière voor vogels
door: Egbert Boekema
verschenen in: Dagblad van het Noorden, 1 juli 2013
Miljoenen vogels trekken in het voor- en najaar langs de Nederlandse kust om van het zuiden naar de noordelijke broedgebieden te gaan en omgekeerd. De vogels maken de oversteek over water daar waar dat het smalst is. Een van die smalle plekken is de Eemshaven, juist de plek waar de provincie uitbreiding van het windmolenpark wil situeren. Avifauna Groningen, de vereniging voor vogelstudie en vogelbescherming, vindt die uitbreiding in westelijke richting dan ook een slechte zaak.
Een groep scholeksters vliegt over. Vogels zien de wieken van de windturbines niet. Foto: Archief LC
Dat vogels schade ondervinden van windmolens, doordat ze de wieken niet zien, is bekend. Juist in de Eemshaven is hier veel onderzoek naar gedaan. In de Eemshaven worden jaarlijks tussen de 2400 en de 6000 vogels gedood door de wieken van de windturbines. Dat hebben onderzoekers van Ecologisch Onderzoeksbureau Altenburg en Wymenga berekend.
Drie jaar lang hebben zij onder de molens naar windmolenslachtoffers gezocht. Vaak vonden zij doormidden gehakte vogels, soms vogels zonder letsel. Aannemelijk is dat het hier om windmolenslachtoffers gaat; zo vaak vind je geen dode vogels in het veld. Vogels die door een roofdier gepakt waren of een verkeersslachtoffer leken te zijn, zijn natuurlijk niet meegeteld. Uit het aantal slachtoffers dat daadwerkelijk gevonden is, kan berekend worden wat het werkelijke aantal slachtoffers is. Niet alle dode vogels worden namelijk gevonden. Vooral kleinere vogels verdwijnen snel door aaseters als vossen, ratten en kraaien. De onderzoekers hebben met proeven de vindkans berekend en onderzoek gedaan naar de verdwijntijden van de kadavers. Ze hebben hiervoor zelfs kunstmatig kadavers uitgelegd. Uiteindelijk kwamen ze met een marge op deze gemiddelde hoge aantallen. Het gaat bij deze slachtoffers vooral om zangvogels, maar ook meeuwen, ganzen en eenden. Het aantal gevonden roofvogels en uilen was ook onverwacht hoog. Avifauna Groningen is niet verbaasd over deze hoge aantallen.
Het Eemshavengebied is het noordelijkste punt van het vasteland van Nederland. Veel trekvogels komen vooral in het voorjaar de kust volgend, als in een trechter in de Eemshaven terecht. Deze vogeltrek is een boeiend verschijnsel, de zwaluwen vliegen soms letterlijk tussen de vogelaars door, en om die reden worden al jaren in het Eemshavengebied trekvogels geteld. Deze tellingen wijzen uit dat er jaarlijks bijna een miljoen vogels langstrekken. Het provinciebestuur overweegt het windpark Eemshaven inwestelijke richting uit te breiden. Avifauna Groningen, en met deze vereniging vele andere natuurverenigingen, zijn hier niet blij mee.
Het windpark Eemshaven staat helaas nationaal en internationaal hoog op de ranglijstmet grote aantallen vogelslachtoffers. Omdat veel vogels hun instinct volgen, zullen ze langs de kust dan nog meer turbines moeten passeren. Dit leidt tot nog meer slachtoffers. De onderzoekers hebben berekend dat hoe dichter bij de kust de molens staan, hoe meer slachtoffers er vallen. Een vergelijking met windpark Delfzijl-Zuid, waar ook veel onderzoek gedaan is, leert dat in de Eemshaven per turbine zeven keer zo veel vogels omkomen als in Delfzijl-Zuid.
Uitbreiding in westelijke richting heeft nog een ander nadeel. Als natuurcompensatie is daar het natuurgebied Ruidhorn aangelegd. Onlangs is dit gebied nog uitgebreid en veel lepelaars, ganzen, scholeksters en andere steltlopers maken massaal gebruik van dit gebied. De nieuwe windmolens gaan dan grenzen aan dit vogelrijke gebied, waardoor de veiligheid van deze vogels opnieuw niet gewaarborgd is. Als de molens verder landinwaarts geplaatst worden, zou dat de schade kunnen beperken.