Weblogs van Avifauna Groningen

webblog avifauna02Hier kunt u de verhalen, anecdotes en belevenissen lezen van de afgelopen jaren die door vogelaars of beroepsmatige mensen beleefd zijn. De blogs zijn vaak een project binnen een afzienbare tijd, welke dan met regelmaat tijdens het gebeuren geupdate wordt. Heeft u een iets eenmalig wat u wilt delen dan verwijzen wij u graag naar de verhalen op de website.

Wij roepen dan ook iedereen op die iets leuks te melden heeft en dat in de vorm van een blog wil delen de gegevens naar ons toe te mailen. Tekst graag in word document, foto's of kaartjes e.d. graag apart meesturen als bestand. Schroom dan niet om uw word-document toe te sturen naar: verhaal at avifaunagroningen.nl.

Als het maar over vogels of vogelaars of gaat.

Wij maken er dan een mooi geheel van.

Webbeheerders

Weblog Gemaalverhaal 2013

2013 03 30gemaal

In deze weblog zal vanaf 21 maart verslag worden gedaan van de gebeurtenissen die dit voorjaar plaatsvinden in de Zuidlaardermeerpolders rondom het Onnerpoldergemaal. Iedereen die de komende maanden het gemaal en/of omliggende polders bezoekt wordt van harte uitgenodigd zijn of haar belevenissen via deze weblog te delen. Stuur uw bijdrage naar Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken..

Zomerpolders Oost- en Onnerpolder flink vernat

Zoals reeds op het forum bericht heeft het Groninger Landschap in samenwerking met waterschap Hunze en Aa’s het waterpeil in de Onnerpolder met 50 cm verhoogd. Hierdoor is het gebied tussen het fietspad/Drentsche Diep en de nieuw aangelegde dijkjes grotendeels onder water komen te staan. Gedurende het voorjaar zullen deze ‘zomerpolders’ langzaam indrogen zodat tegen het begin van de zomer de koeien er weer kunnen grazen. Een soortgelijk scenario vindt plaats in de aangrenzende Oostpolder ten westen van het het Zuidlaardermeer. Al snel weten meeuwen, Wilde Eenden, Smienten, Wintertalingen, Kol- en Brandganzen, Kleine Zwanen, Pijlstaarten, Slobeenden en Waterpiepers hun weg te vinden naar de ondergelopen percelen, ondanks het feit dat deze er grotendeels bevroren bijliggen. Vanaf 2 maart strijken hier de eerste Kemphanen van de provincie Groningen neer. In de dagen die volgen groeit de groep naar zo’n 70 exemplaren. Tegelijkertijd arriveert ook een snel groeiende groep Grutto’s. Dit belooft een interessant voorjaar te worden hier! Reden om middels een weblog de focus op dit gebied te leggen.

Donderdag 1 augustus 2013

Komkommertijd aangebroken

Na twee dagen in een benauwde auto op overvolle snelwegen te hebben gebivakkeerd verlang ik na thuiskomst van mijn vakantie ontzettend naar een bezoek aan het Onnerpoldergemaal. Drie weken tussen de bergen is natuurlijk schitterend maar uiteindelijk gaat er niets boven een wijds uitzicht: een wijde blik verruimt het denken nietwaar? Na het aan kant brengen van de kampeeruitrusting begeef ik me binnen 24 uur na thuiskomst per fiets naar de Onnerpolder. De aanblik vanaf het gemaal verraadt mij dat de zomer ook hier flink heeft huisgehouden en van de vernatte zomerpolders niet veel meer heeft overgelaten dan enkele plasjes. Geen wonder want op de KNMI website lees ik dat juli een bijzonder warme, zonnige en droge maand met een heuse hittegolf is geweest. En dat na een heel koud verlopen voorjaar.

Wat ik deze mooie zomer zondagavond op het gemaal voorgeschoteld krijg is overigens niet mis. In de overgebleven plas iets ten zuiden van het gemaal scharrelen nog veel steltlopers: Bosruiters, Kleine Plevieren, Kieviten en ook Kemphanen. Lang observeer ik een Havik die zittend in de Westerbroekstermadepolder het juiste moment lijkt af te wachten om een aanval te lanceren op een groep eenden. Plots wordt dit tafereel door een juveniele Slechtvalk verstoord. Aanvliegend vanuit de Onnerpolder, met een kleine prooi in de poten, jaagt hij/zij de eenden de stuipen op het lijf. Alles vliegt massaal op, de Havik beteuterd achterlatend. En passant vliegt boven het industriegebied van Westerbroek nog een Visarend noordwaarts voorbij. Bij het verlaten van het gemaal verheug me alweer op donderdag, wanneer ik voor langere tijd de Zuidlaardermeerpolders kan bezoeken.

Die donderdagmiddag, de eerste dag van augustus alweer, pak ik wederom de fiets om de Witwangsternen in de Kropswolderbuitenpolder weer eens aan het werk te zien. Als ik langs de Biksplas van de Westerbroekstermadepolder fiets stap ik even af en installeer mijn scoop. Ik zie dat een drietal Witwangen vanuit de KWBP uitgezwermd zijn om hier te foerageren. Verder complementeren enkele foeragerende Visdiefjes, Kokmeeuwen, Kieviten en een grote groep pleisterende Grauwe en Canadese Ganzen hier het typisch Hollandse plaatje.

2013 08 01biksplas

Plas voor molen de Biks in de Westerbroekstermadepolder. Foto: Jan Henk.

Nadat ik weer ben opgestapt richting de KWBP begint mijn achterband tekenen van leegloop te vertonen. In dergelijke situaties begint bij mij onmiddellijk de ontkennende fase en verschuif ik onwillekeurig mijn zwaartepunt naar het voorwiel. Aanvankelijk gaat mijn verdenking uit naar de aanhechting tussen de betonplaten van het fietspad maar aangekomen bij de twee veeroosters van de KWBP is er geen ontkennen meer aan: mijn achterband is lek! Kennelijk is dit mijn lot voor al mijn CO2 neutrale fietsexcursies over de onverharde dijken van de Onnerpolder. Stoïcijns fiets ik gewoon door naar de bekende plek waar de Witwangen resideren. Door de lege achterband is mijn fiets ietwat uit balans geraakt en ik besluit deze daarom tegen de hier aanwezige afrasteringsdraden te parkeren. Deze onbezonnen actie levert mij abrupt een flinke schok op. Ietwat verbluft trek ik via het zadel de fiets weer van het schrikdraad af en start waarvoor ik gekomen ben: het observeren van de Witwangen. Ik zie dichtbij het fietspad een aantal adulte exemplaren, veelal in ver gevorderd stadium van zomer naar winterkleed, hun rondjes draaien op zoek naar voedsel. Soms komt een juveniel langsgevlogen. Ook worden er nog steeds enkele juveniele Witwangen op nesten tussen de bloeiende veenwortel door hun ouders gevoerd.

2013 08 01wespendief

foto: Thijs Glastra: Wespendief
boven de Kropswolderbuitenpolder.

Het is duidelijk dat het vakantietijd is want opvallend veel fietsers stappen ontspannen af om bij mij te informeren wat er zoal te zien valt. Zo informeert ook een jongen van rond de 15 jaar wat ik allemaal al heb waargenomen. Eigenlijk popelt hij om mij te melden dat hij zojuist aan de rand van het Meerwijckbos en de KWBP een Wespendief heeft waargenomen. Mooi dat er in dit digitale tijdperk nog puberende jeugd is die zich om natuur lijkt te bekommeren denk ik. “Zou hij jeugdboswachter in het Zuidlaardermeergebied van het Groninger Landschap zijn?”, vraag ik mij nu af.

Aan de andere kant van het fietspad staat een grote groep Kemphanen met de kop onder water te foerageren. Het is hetzelfde beeld als gedurende de voorjaarstrek in maart toen de Kemphanen onder bizar lage gevoelstemperaturen in de deels bevroren zomerpolders hun voedsel bij elkaar probeerden te prikken. Opvallend is dat deze groep najaarstrekkers bijna geheel uit vrouwtjes bestaat terwijl gedurende het gehele broedseizoen in de zomerpolders juist een overschot aan mannetjes werd waargenomen. Is het zo dat alleen de vrouwtjes zijn doorgetrokken naar de broedgebieden in Scandinavië en Syberië? Heeft het koude voorjaar hier wat mee te maken gehad? Onderzoek van de Rijksuniversiteit Groningen heeft aanwijzingen opgeleverd dat de Kemphanen een steeds oostelijker trekroute volgen vanwege het verlies aan geschikte broedplekken en pleisterplaatsen in Nederland. De sterk gedaalde aantallen Kemphanen in Nederland de laatste jaren betekent overigens niet dat het slecht gaat met deze soort. Wereldwijd is de populatiegrootte stabiel, dit in tegenstelling tot de Grutto.

Omdat er verder niet veel meer valt te beleven, en ook de Heilige Ibissen nergens te bespeuren zijn, dwalen mijn gedachten al snel af naar mijn leegstaande achterband. Intussen heeft een andere fietsende vogelaar zich naast mij geïnstalleerd. Bij navraag blijkt hij gelukkig wel uitgerust te zijn met bandenplak en een werkzame fietspomp. Gezamenlijk inspecteren we mijn lege achterband. De man weet mij te overtuigen dat het euvel waarschijnlijk aan het ventiel heeft gelegen die inderdaad ietwat los zat. Nadat ik in de volle zon bij een hitte-index van bijna 30°C de band weer heb weten op te pompen neemt deze zeer behulpzame fietsmaker wijselijk snel afscheid voordat zich nader onheil met de band aandient. Tegen de tijd dat ik mijn boeltje weer in de fietstassen heb ingepakt ligt de band alweer plat. Op dat moment verschijnt Guido plotseling ten tonele. Ook hij blijkt tot mijn vreugde op pad te gaan met een verrassend goed werkend fietspompje. Met de banden vol met wind spring ik vervolgens weer op mijn fiets om zo snel als mogelijk huiswaarts te keren. De veeroosters vormen helaas wederom al snel weer een onverbiddelijke scherprechter op deze terugtocht die vervolgens heel veel langer gaat duren dan gepland…

2013 08 01heiligeibis

Foeragerende Heilige Ibissen in de Kropswolderbuitenpolder. Foto: Ana Buren.

2013 08 01libel
Groene Glazenmaker en Kleine Zonnedauw in de Oosterpolder. Foto’s: Jan Henk.

Het moge duidelijk zijn dat de ontwikkelingen in de Zuidlaardermeerpolders inmiddels hun hoogtepunt zijn gepasseerd en dat de spreekwoordelijke zomerse komkommertijd op vogelgebied is ingetreden. Waarschijnlijk kan de gehele maand augustus nog wel genoten worden van de Witwangsternen. Vorig jaar was het begin september toen de laatste exemplaren wegtrokken.

Ook vallen op dit moment in de Oosterpolder weer jagende Groene Glazenmakers te bewonderen in de slootjes met Krabbenscheer. Het hier op dit moment ook bloeiende Kleine Zonnedauw probeert op geheel eigen wijze insecten te vangen.

Inmiddels is het Zuidlaardermeergebied zoals iedere zomer het terrein geworden van onze recreërende medemens die ieder op geheel eigen wijze, maar vaak met weinig oog voor natuurwaarden, van de polders geniet.

 

2013 08 01collagejanhenk

Recreatiedruk in de Zuidlaardermeerpolders ter land, ter zee en door de lucht. Foto’s Jan Henk.

In overleg met Ana en Harm-Jan hebben we daarom besloten deze weblog met deze bijdrage te beëindigen. Scrollend door de blog moet ik concluderen dat we dit jaar een zeer bijzonder voorjaar hebben mogen beleven in de Zuidlaardermeerpolders. Niet alleen de vernatting van de zomerpolders maar zeker ook de uitzonderlijke weerscondities hebben hier aan bijgedragen. Het moge duidelijk zijn dat door de verhoging van het waterpeil in de Oost- en Onnerpolder de aantrekkingskracht van het Zuidlaardermeergebied als foerageergebied voor veel vogelsoorten duidelijk is versterkt. Uiteraard zal ik de ontwikkelingen met de zomerpolders, of oeverpolders zo gewild, met grote interesse blijven volgen de komende jaren. Ik denk velen met mij.

Deze weblog wil ik graag besluiten met een collage van foto’s die een aardige impressie geven van enkele bijzondere bezoekers en gebeurtenissen dit voorjaar in de ZLM-polders.

2013 08 01collagegerrit

Het bijzondere voorjaar van 2013 in de ZLM-polders in beeld. Foto’s: Gerrit Kiekebos.

Tot slot wil ik alle mensen die een spontane bijdrage hebben geleverd hartelijk bedanken daarvoor. Ze hebben een pluriform karakter gegeven aan deze weblog die past bij het ledenbestand van Avifauna Groningen. Ook dank aan de fotografen voor het beschikbaar stellen van hun beeldmateriaal. Bijzondere dank gaat uit naar Ana voor het schrijven van het leeuwendeel van alle stukjes. Maar bovenal ook voor al haar werk voor het opmaken van deze weblog!

Tot ziens op of rond het Onnerpoldergemaal! Oh ja, mijn achterband is weer geplakt en wel op drie plekken. Wees dus gewaarschuwd met het parkeren van uw fiets in de berm van het fietspad in de WBMP ter hoogte van de Biksplas!

Jan Henk

Zondag 21 juli 2013

Damesvogelen

Het wordt vandaag tropisch warm dus Marie en ik zijn schaars gekleed. Zonnehoedje op, de huid ingesmeerd met factor 30, de lippen met nr. 90 van de HEMA, zien wij de dag zonnig tegemoet. Voor deze gelegenheid draag ik een slank afkledend vuurrood ensemble.

2013 07 21 9804kuifeend

Kuifeendenfamilie. Foto: Ana Buren.

In de Kropswolderbuitenpolder zien we een hoopje bruin gevogelte op een nest. Er steken wat pootjes en kopjes uit. Het is de Kuifeend met haar zeven jongen die nu al zo groot zijn dat ze elkaar op de bult verdringen om droog te blijven. Tenslotte kukelen er toch een paar in het water. Een teken voor ma om weer eens op weg te gaan.

2013 07 21geoordefuut
Jonge Geoorde Fuut. Foto: Ana buren.

Inmiddels heeft Virginie zich bij ons aangesloten, zongebruind, vrouw van het buiten. De picknickkleedjes worden uitgespreid en tussen de citroengele honingklaver, met het zicht op 47 Kemphanen en vijf Geoorde Futen met jongen, praten we elkaar bij over het leven en de dood. “Dat zijn damesvogelaars”, legt een vader aan zijn kinderen uit. Een Bruine Kiekendief vrouw vliegt langs de rand van het dijkje.

Het gaat er natuurlijk vandaag om of we vliegvlugge Witwangsterns kunnen ontdekken. Als ze niet allemaal opgegeten zijn moeten de kuikens al lang kunnen vliegen. We ontdekken met moeite vijf nesten tussen de veenwortel en achter de biezen. Mogelijk 7 adulte Witwangsterns en een paar heel kleine jongen. Misschien wel een tweede broedpoging.

Een jonge Geoorde Fuut laat zich, vlakbij de waterkant, door zijn moeder voeren. Een paar Visdiefjes vliegen luid roepend voorbij.

Met het bootje van Mans Vos laten we ons overzetten en op het terras van de Waterjuffer zoeken we verkoeling. Het begint werkelijk snikheet te worden.

De Onnerpolder is aan het opdrogen. Waar een week geleden nog grote plassen lagen zijn nu uitgestrekte zandvlakten met pitruspollen. Kemphanen en Kokmeeuwen scharrelen ertussendoor, een Tureluur roept. De Grote en Kleine Zilverreigers lijken verdwenen, ook het Porseleinhoen laat zich niet meer horen. Een stier loert gemeen naar mijn knalrode ensemble. Maar goed dat stieren vrijwel kleurenblind zijn. De brandende zon drijft ons weer naar het bootje van Vos en naar de verkoeling van het Meerwijckse bos.

2013 07 21witwangsternjong
Jonge Witwangstern. Foto: Ana Buren.

Virginie vlijt zich bevallig in de schaduw uit op het koele asfalt van het fietspad, Marie en ik nemen onder onze hoedjes plaats op de meegebrachte krukjes en gaan op zoek naar nr. 90 van de HEMA.

Daar komt Willem-Jan aan die het gebied te voet verkent. Of hij al vliegvlugge Witwangjongen heeft gezien, vraag ik hem. Jawel! Eén. Maar er zijn tussen de veenwortel grote snoeken gesignaleerd en die lusten wel een Witwangkuiken. Willem-Jan heeft ook een IJsvogeltje gespot. Hij vertelt over de greppelsprinkhanen, die nu actief zijn in de bermen. Ze maken een zoemend geluid dat doet denken aan het gezoem van een elektriciteitsmast. En jawel, nu we erop letten horen we het overal om ons heen.

Witwangsterns sjouwen met nestmateriaal. Het moeras bruist van de activiteit. “Volgens mij heb ik nu een jonge Witwangstern in beeld. Of nee, toch niet. Jawel… verrek, of… ja toch, het is er een!” Nu zien Marie en Virginie hem ook. Hij poedelt in het water, vliegt een stukje en duikt dan weer in het nat. Hij landt naast een ander jong. Een stukje verderop vliegt nóg een jong op, en daar nóg een. Drie vliegvlugge jonge Witwangsterns! Veel witter dan de volwassen vogels. Gelukkig, het is ze gelukt! Niet in zulke spectaculaire grote aantallen als vorig jaar, maar tóch.

De Kropswolderbuitenpolder heeft twee achtereenvolgende jaren vliegvlugge Witwangsterns voortgebracht! Ondanks de Zwarte Kraaien, de Blauwe Reigers, de Aalscholvers, de vossen en de snoeken. Doe dat maar eens na!

Ana Buren

Donderdag 11 juli 2013

Heen en weer 1

Het is een stralende dag, een van de eerste zomerdagen, eindelijk. Het blauw van de korenbloemen spat eruit. De paardenbloemen zijn uitgebloeid, de rolklaver komt tevoorschijn, het jakobskruiskruid staat in volle bloei.

De Huiszwaluwen halen nog steeds modder bij de poel weg om hun nesten te verstevigen. De Geoorde Futen hebben al grote jongen, die zelfstandig opereren.

2013 07 13aalscholver

Aalscholver in het broedgebied van de Witwangsterns. Foto: Ana Buren.

De Witwangsterns raken in de rui, hun buikje gestippeld. Ze maken kabaal boven de veenwortel, in de buurt van hun nesten. Ik kan niet zien wat de opwinding veroorzaakt, dus ik stel de telescoop op. 

2013 07 13geoordefuut ei
Ei van een Geoorde Fuut. Foto: Ana Buren.

Een Aalscholver is de kolonie binnengedrongen! Hij zit vlakbij de nesten van de Witwangsterns en de Geoorde Futen. De sterns vliegen krijsend over hem heen en vallen hem aan. De Geoorde Futen wachten gelaten hoe dit gaat aflopen. Ze hebben niet veel verweer en zijn afhankelijk van hun buren voor bescherming. Eén enkele Kokmeeuw neemt deel aan de verdediging, maar houdt het ook al snel voor gezien. Dit gaat niet goed aflopen. De sterns zijn met te weinig. De Aalscholver laat zich niet weerhouden. Als hij uiteindelijk is vertrokken speur ik de plek af om te zien of ik jongen kan ontdekken. Dat lukt me niet. De vegetatie is te hoog, maar misschien zijn ze ook gewoon op. Er zitten nog wel enkele Witwangsterns op het nest. Ik laat me met het bootje van Mans Vos, de palingboer, naar de overkant brengen.

De Onnerpolder is een lust voor het oog. Vijf Grote Zilverreigers zijn zich aan het poetsen totdat ze, samen met een Blauwe Reiger, opvliegen en over de Martinitoren naar het westen verdwijnen. Ik ontmoet Meint en Maria en terwijl we toekijken hoe de Zwarte Sterns aan het foerageren zijn, praten we bij over de wonderen der natuur. “Heb je de porseleinhoentjes gehoord?” vragen ze. Er zitten er minstens een stuk of drie. Luid en duidelijk hoorbaar, maar onzichtbaar. We proberen de drie foeragerende Kleine Zilverreigers op de plaat te zetten. Dat is niet eenvoudig, want de zon schijnt fel waardoor de details in hun verenkleed verloren gaan. Bovendien krijgen we steeds meer tegenlicht.

2013 07 13kleinezilverreiger

Drie Kleine Zilverreigers en een Kemphaan. Foto: Ana Buren.

2013 07 13kraanvogel
2013 07 13heiligeibis
Kraanvogel en Heilige Ibis. Foto: Ana Buren.

“Kraanvogel!” In de verte verschijnt een grote vogel, en ja, het is er een. Met langzame slagen komt hij dichterbij en klapwiekt rustig richting Westerbroekstermadepolder. We zijn verrukt en de camera’s ratelen.

Honderden Kemphanen vliegen onrustig heen en weer. Vijf Zwarte Sterns vertonen zich met regelmaat. Maria ontdekt nóg een grote vogel: de Heilige Ibis, verstopt in de pitrus. Ik pak mijn klapstoeltje, want ik ga hier niet weg voordat hij tevoorschijn komt. Maar vóórdat ik mij heb geïnstalleerd vliegt hij op, vliegt een rondje boven het moeras en dan hoog de lucht in richting Westerbroekstermadepolder. Als hij verdwenen is bekijken we onze displays. Het kon minder.

Terug naar het pontje. Ik heb trek in een broodje paling en strijk neer op het terras van “De Waterjuffer”. Sinds twee jaar is Lilianne Oskamp hier de uitbaatster. Het is een verslavend iets, haar broodje paling en het is op haar terras, met uitzicht op het gedoe met het pontje en het veerbootje, goed toeven. Lilianne kent ondertussen al heel wat vogelaars en ze is erg geïnteresseerd wat er, behalve de Boerenzwaluw, de Gekraagde Roodstaart en de Grote Bonte Specht, zoal in haar achtertuin rondvliegt. Nu heb je meestal aan vogelaars geen erg goede klandizie, want die zijn gewend om hun eigen eten en drinken mee te sjouwen, maar de laatste tijd kom ik steeds vaker met mijn broodpakketje ongeopend thuis.

Ik vertel palingboer Mans Vos over het bestaan van deze weblog. “U zou eens over de paling moeten schrijven", zegt hij. "De visserij staat in een kwade reuk, maar mensen weten niet dat vissers erg betrokken zijn bij de natuur. Schrijf daar maar eens over.” Ik probeer hem zo gek te krijgen dat hij zelf een stukje voor de blog gaat schrijven, maar daar voelt hij niet voor. Hij is niet zo’n schrijver. Ik vraag hem of hij ook krab als bijvangst heeft, want dat lijkt mij wel wat: een krabcocktail op het terras als intermezzo bij het vogelen. Jawel, de Chinese Wolhandkrab. Maar die wordt eigenlijk alleen door Chinezen gewaardeerd, die vinden het een delicatesse. Vroeger kregen ze er een paar loempia’s voor, maar nu levert het al €8,- per kg op. Dit jaar heeft hij ze nauwelijks als bijvangst gehad. Weer wat wijzer geworden stap ik uit zijn bootje en sta ik weer aan de overkant.

2013 07 13pontje

Pontje vertrekt, bootje meert aan. Foto: Ana Buren.

In de Kropswolderbuitenpolder en de Westerbroekstermadepolder zoek ik naar de Heilige Ibis, maar tevergeefs. Ik loop nog even naar de vogelkijkhut, maar daar is niets te zien, behalve prachtige libellen en waterjuffers.

Heen en weer 2

Ik sta in de Kropswolderbuitenpolder te kijken naar drie Kemphanen die tussen de Kokmeeuwen aan het foerageren zijn op het pad richting Kropswolde en probeer ze een beetje goed op de foto te krijgen. Even verderop staat een jongeman door een verrekijker te turen. Hij loopt naar mij toe en we groeten elkaar.

“U bent vast bekend met de vogels hier.” Ja, dat ben ik wel, dus ik begin hem van alles uit te leggen. Hij vertelt dat hij uit Den Haag komt en binnenkort twee dagen op de camping hier gaat staan. Hij komt de boel alvast verkennen. “Bent u soms degene die dat verhaal over de Witwangsterns vorig jaar heeft geschreven?”

Ik ben verrast. Mijn faam is tot het Haagse doorgedrongen! Ik voel me zeer vereerd, dus ik wil hem wel “mijn” polders laten zien. Tim heet ie en hij is broedvogelteller. Den Haag heeft een actieve vogelclub en een van de mooiste trektelplekken: de Vulkaan, op 33 m boven de zeespiegel, met uitzicht over de zee, de duinen en de stad. Maar wij hebben onze Kardingerbult!

We fietsen naar de plek vanwaar je de broedende Witwangsterns kunt zien. Ze zijn bijna niet meer te vinden door de hoog opschietende veenwortel, maar hier en daar steekt een zwart-wit petje boven de vegetatie uit. Erboven hangen een paar Witwangsterns die voer komen afleveren. Dus er zijn toch nog jongen. We peddelen naar Meerwijck, naar het pontje. “Is het zelfbediening?” Tim kijkt een beetje benauwd naar het wiel, maar ja, hij is de man en verder is er niemand.

2013 07 13tim

Tim aan het wiel. Links palingboer Vos, rechts De Waterjuffer. Foto: Ana Buren.

Voor de vorm draai ik ook nog even aan het wiel, niet al te lang natuurlijk, want ik ben een dame op leeftijd.

In de Onnerpolder stuiten we al meteen op Kemphanen in alle mogelijke kleuren. Een Tureluur vliegt op. “Kijk, een Witgatje, daar boven die zilverreiger.” Het is een Kleine Zilverreiger. Ik vertel over de Heilige Ibis, de Kraanvogel en het Porseleinhoen. Vooral in het laatste is Tim geïnteresseerd, maar ze laten zich helaas niet horen. Kieviten, Grutto’s en steeds meer Kemphanen tellen we; een Bruine Kiekendief. Dan wordt hij opgebeld. zijn aanwezigheid wordt verlangd. Hij keert om en onder de indruk van onze polders fietst hij terug.

2013 07 13witwangstern
Witwangstern. Foto: Ana Buren.

Ik stel mijn telescoop op en klap mijn krukje uit. Ik zie heel kort een vreemde vogel die ik niet kan thuisbrengen. Grijsbruin met een lichte keel. Het lijkt wel een ral. Hij verdwijnt schielijk achter een pitruspol.

“Hoewiet!” De roep van een Porseleinhoen vlak bij mij. De Kemphanen vliegen ineens met zijn allen op. Het zijn er minstens 200. Ze zwenken en draaien, minutenlang, afwisselend hun witte buik en donkere rug tonend. Nu eens vormen ze een bol hoog in de lucht, dan weer scheren ze laag over het water voorbij. Schitterend gezicht. Ik hoop dat Tim dit nog kan zien, maar hij is verdwenen. Die zwoegt waarschijnlijk weer op het pontje.

De Kleine Zilverreiger is aan het vissen. Daarin is hij heel behendig. Hij haalt ze er achter elkaar uit. Kleintjes, maar ook hele grote die hij nauwelijks kan doorslikken. Hij lijkt onverzadigbaar. Hij stapt door het water, af en toe rent hij een stukje, steekt dan zijn nek ver naar voren en staat doodstil voordat hij genadeloos toeslaat. Ook Lepelaars lopen te foerageren. Een grote groep Kieviten gaat de lucht in, gevolgd door ruim honderd Grauwe Ganzen; even later Kokmeeuwen en Spreeuwen en verder weg weer grote aantallen Kemphanen. Het moeten er in totaal minstens 400 zijn. Voor Kemphanen hoef je tegenwoordig niet meer naar het Friese Skrins en Skrok. Het Porseleinhoen blijft zijn roep herhalen.

Dan ineens twee Witwangsterns die vlakbij mij heen en weer vliegen, afgewisseld door een steile duik in het water, onmogelijk om ze met mijn camera te volgen. Maar niet geschoten is altijd mis, dus ik druk af op hoop van zegen. Er voegt zich een Zwarte Stern bij die hetzelfde pad langs het water volgt.

2013 07 13zwartestern2
Zwarte Stern. Foto: Ana Buren.

Kokmeeuwen maken kabaal hoog in de lucht. Er komen er steeds meer bij. Ze stijgen, dalen en zwenken. Het is een gebeurtenis die ik eerder heb meegemaakt: de bruidsvlucht van de mieren. Als het warm weer is vliegen de vrouwtjes hoog in de lucht, gevolgd door de mannen die proberen de vrouwtjes te bevruchten. Hoe hoger ze vliegen hoe aantrekkelijker ze zijn voor de vrouwen. Na gedane arbeid gaan ze dood. De vrouwtjes verliezen hun vleugels en kruipen in een holletje om aan hun broedsel te beginnen.

Plotseling zie ik drie reeën recht op mij af komen. Een geit en een kalf, gevolgd door een bok. Het water spat zilver op. Wat een schoonheid! Als ze mij zien zwenken ze af en rennen de andere kant weer op. De accu van mijn camera is leeg en ik kan een verwensing niet onderdrukken. Was ik maar niet als fotograaf geboren, dan kon ik gewoon van het schouwspel genieten!

In de Waterjuffer word ik verwelkomd door Lilianne. Ik vertel enthousiast over de reeën. Daar blijkt zij alles van te weten. Hoe en wanneer ze zich voortplanten, hoe de geiten in juli/augustus bevrucht worden en de eicel 4 ½ maand met zich meedragen zonder dat die tot ontwikkeling komt. Pas in december groeit het embryo uit, totdat eind mei/begin juni de kalveren geboren worden. De bronsttijd is al begonnen, dus die bok zal wel met hitsige bedoelingen achter de geit aangezeten hebben. Lilianne haalt haar laptop erbij om informatie over dit onderwerp op te zoeken.

Als ik haar vertel over het Porseleinhoen pakt ze haar vogelboek erbij: “Het Praktische Vogelhandboek” om te kijken hoe die eruitziet. Ik probeer te achterhalen welke vreemde vogel ik heb gezien. “Misschien was het een Griel?” oppert Lilianne. “Nou, als het een Griel was dan zat nu heel vogelend Nederland bij jou op het terras. He, misschien is dat een idee, zal ik het gerucht verspreiden dat er hier een Griel zit?” Het is hoogstwaarschijnlijk gewoon een juveniel Waterhoentje geweest. Ik consumeer op het terras weer een broodje paling. Genieten van de Boerenzwaluwen en de Visdiefjes boven het Zuidlaardermeer, in de zon die inmiddels uitbundig schijnt.

In het huis ernaast is Mans Vos met paling in de weer. Hij wil mij wel met zijn bootje overzetten. Dat komt goed uit, want ik heb nog een paar vragen over hoe hij zijn paling vangt. Welnu: voor 98% met fuiken en nog wat met de dobber. Alleen voor de visbemonstering gebruikt hij een elektro-aggregaat. Mooi werk vindt hij het. Alleen is het bedroevend gesteld met de palingstand. Waar dat aan ligt daar zijn de biologen en ecologen het niet over eens. De paling komt uit de Sargasso zee, in de buurt van Mexico. De larven drijven met de oceaanstroming onze kant op, waar ze na twee jaar aankomen. Dus de oorzaak van de achteruitgang van de paling kan bij ons liggen of in Mexico, of in de oceaan daartussenin. Niemand weet het. Maar, er is een lichtpuntje, want dit jaar is het sinds 30 jaar een uitzonderlijk goed jaar voor glasaal. Hij legt het bootje langszij aan de overkant en ik vervolg ik mijn weg.

2013 07 13geoordefuut2
Geoorde Fuut met jonkies op de rug. Foto: Ana Buren.

In de Kropswolderbuitenpolder zwemmen talloze Knobbelzwanen. Met opgeheven vleugels imponeren ze elkaar en jagen ze elkaar weg, de kop ver naar achter ingetrokken, zich met schokken voortstuwend door het water. Ik probeer met de camera vast te leggen hoe mooi het tegenlicht door hun gespreide veren schijnt. Witwangsterns vliegen hinderlijk in beeld. Een Zwarte Stern komt voorbij met een prooi in de bek. Kokmeeuwenkuikens wagen hun eerste vlucht.

Vlakbij mij zwemmen twee Geoorde Futen. De man overhandigt de vrouw een beestje. Ze blijven dicht bij elkaar en roepen af en toe. Dan zie ik ineens dat de man een oude bekende is. Hij is herkenbaar omdat hij een handicap heeft: zijn onderste snavelhelft is veel korter dan de bovenkant. Van hem heb ik een maand terug al talloze foto’s gemaakt. Toen was hij nog alleen. Wat leuk dat hij zich, ondanks zijn mismaaktheid, toch heeft weten te handhaven en een vrouwtje gevonden heeft. Even verderop heeft een vrouwtje Geoorde Fuut twee jonkies op de rug die zich laten voeren door de man.

Ik ga nog één keer kijken bij de plek waar de Witwangsterns hun nesten hebben. De jongen van de Witwangsterns zouden nu toch al vliegvlug moeten zijn. Maar ik kan er geen meer ontdekken. Ook die drie jonkies die vorige week nog luidruchtig om voer riepen zie ik niet meer. Ten prooi gevallen aan de Aalscholver? Hoog in de lucht dartelen twee Witwangsterns om elkaar heen. Die zien er niet naar uit dat ze gebukt gaan onder ouderlijke zorg. Voor een tweede broedpoging is het nu te laat. Maar wie weet wat er allemaal achter de bloeiende veenwortel verborgen is.

Ana Buren

Donderdag 4 juli 2013

Zomer in de polders

Het voorjaar is qua weer geruisloos overgegaan in de zomer. Maar met de start van de zomervakanties in het noorden dit weekend lijkt het daadwerkelijk zomer te worden in de Zuidlaardermeerpolders! In tegenstelling tot het weer was het de afgelopen weken qua bezoek van zeldzaamheden behoorlijk spectaculair hier. Zo moest ik gelegen aan de rand van een zwembad in het zonovergoten Zuid-Frankrijk via mijn tablet vernemen dat er een Ralreiger was neergestreken in de zomerpolders. Tout vogelend Noord Nederland leek de vogel te hebben bewonderd en dat nota bene net in het weekend dat ondergetekende even afwezig was. Tsja, soms zit het mee, soms zit het tegen…

2013 07 04reuzenstern
Reuzenstern. Foto: Jan Henk.

Maar behalve de Ralreiger brachten de afgelopen twee weken veel meer zeldzaamheden een bezoek aan de plas-dras percelen van de zomerpolders: Poelruiters, Witvleugelstern, Gestreepte Strandloper en Reuzensternen werden gemeld. Helaas was de verblijfsduur veelal maar van korte duur waardoor slechts enkele waarnemers deze soorten hebben kunnen bewonderen. Veel langer kunnen we hier al genieten van de zeer talrijke Kemphanen (aantallen van rond de 400 waaronder enkele juvenielen volgens Guido!), Kleine Zilverreigers (3), Roerdompen, Velduil, een Steltkluutpaar en natuurlijk de hier foeragerende Zwarte Sternen, Witwangen en Lepelaars (30+).

Door al dit geweld in de Onnerpolder lijkt de belangstelling voor de broedende Sternen in de Kropswolderbuitenpolder dit jaar wat te zijn getaand. Gelukkig attendeerde de beheerder van het GLS, Alwin Hut, dat diverse paren hier op dit moment jongen hebben. De aantallen broedparen en jongen Witwangsternen van 2012 zullen dit jaar echter niet gehaald worden. Daarentegen is het contingent broedende Zwarte Sternen groter dan in 2012. Grote afwezigen in de ZLM polders dit jaar lijken de Zwarte Ibissen te worden. Gelukkig wordt dit gemis deels vergoed door de blijvende aanwezigheid van twee Heiligen. Verder is, evenals vorig jaar rond deze tijd, een roepende Koningskwartel gehoord in de KWBP. Ik heb mezelf voorgenomen één dezer avonden zelf ook nog eens naar deze Crex crex te gaan luisteren.

2013 07 04zomerpolder

Zomer in de zomerpolders. Foto: Jan Henk.

2013 07 04rietorchis2
Gevlekte Rietorchis. Foto: Jan Henk.>

Inmiddels verglijdt de tijd en loopt het broedseizoen langzaam maar zeker op zijn einde. Voor de spotters van libellen en andere insecten, alsmede voor floraliefhebbers onder ons, zijn nu de hoogtijdagen van het jaar aangebroken. Zo valt aan de randen van de Onner- en Oosterpolder tussen de gele ratelaar weer volop te genieten van de gevlekte rietorchis.

Binnenkort zal ook voor mij de jaarlijkse zomertrek richting het zuiden een aanvang nemen. Hopelijk kan ik tijdens mijn afwezigheid vanaf mijn tablet genieten van alle leuke waarnemingen die vanuit de Zuidlaardermeerpolders gemeld worden en zullen daarover weer leuke bijdrages op deze weblog verschijnen. Zeer waarschijnlijk moet ik dan constateren dat er qua vogelen op dit moment niets boven de Zuidlaardermeerpolders gaat. Ben benieuwd in welke hoedanigheid ik de polders bij mijn terugkomst zal aantreffen!

Jan Henk

 

Donderdag 28 juni 2013

Witwangjonkies!

2013 06 27witwangsternjong
Witwangsterntjes van 2012. Foto: Ana Buren.

 

Vandaag met mijn Jeugdboswachter Thijs Glastra van de Kropswolderbuitenpolder de witwangen weer eens intensief bekeken.

En ja hoor, bij 3 paar zijn zeker jongen, 1 paartje met 3, 1 met 2 en 1 met zeker 1, vermoedelijk meer. Ook hebben we bij 2 paar Zwarte Sterns jongen kunnen waarnemen. Weer helemaal te gek dus.

Verder in de Oever/Onnerpolder vanmorgen alleen daar 239 kemphanen geteld en 8 hennen, vermoedelijk niet broedend, maar wel geweldige aantallen natuurlijk.

Ook uitermate bijzonder het aantal van 7 kleine zilverreigers, nog nooit gezien. Waar houdt het op, veel kijkplezier.

Alwin Hut - beheermedewerker Het Groninger Landschap 

Zondag 23 juni 2013

De oude achtertuin

2013 06 23ooievaar
Ooievaar. Foto: Ana Buren.

Elke reden is goed om het Zuidlaardermeergebied te bezoeken maar deze was extra geldig: Jan Henk was zijn kijker vergeten bij een bezoek aan West-Friesland en zoals iedereen weet zonder kijker is een vogelaar onthand. En omdat we toch naar Groningen moesten, konden we de kijker dus wel even terugbrengen naar Haren. Ja, en dan kan je de Onnerpolder niet links laten liggen, zeker niet als er recent zo veel interessante soorten gemeld zijn. Na het afgeven van de kijker gingen we dus weer eens samen vogelen in de Onnerpolder: Jan Henk als ervaringsdeskundige van de “Grote Vernatting” en ik als oudgediende.

De rit naar het gemaal was als vanouds, de bekende bochten en kuilen, het bordje Maart’ns bossie en het radargebouwtje en eenmaal op het gemaal was er naar het noorden min of meer het oude vertrouwde beeld. De Westbroekstermaderpolder, misschien wat natter dan normaal, lag er nog steeds bekend bij: de grote groep nestelende Kokmeeuwen, allerlei eenden en ganzen, Geoorde Futen, een overglijdende Ooievaar en hier en daar een roofpiet. Maar in alle andere richtingen was het beeld anders dan vroeger.

Vele plas-dras gebiedjes waren zichtbaar op plekken waar voorheen incidenteel alleen een regenplas bleef liggen als het weer eens flink geregend had. Door die grote hoeveelheid plas-dras gebieden met vele kale slikjes zat er een grote enorme hoeveelheid steltlopers, eenden, zwaluwen, meeuwen en sterns in de Onnerpolder.

Na een tijdje op het gemaal te hebben vertoefd en het huidige zomerweer aan den lijve te hebben ondervonden, koud en nat als het even regende en warm tot erg warm als de juni-zon even door de wolken kwam, besloten we over de dijk richting de Kropswolderbuitenpolder te lopen om nog wat Witwangen en wie weet meer leuks te spotten. De Lepelaars verschenen zodra we de Kropswolderbuitenpolder in konden kijken. Ze zaten weer met een groep van 25 stuks op hun vertrouwde plek ongeveer in het midden van de polder.

2013 06 23lepelaars

Zicht op de Kropswolderbuitenpolder met in de verte de Lepelaars. Foto: Ana Buren.

2013 06 23twangstern
Witwangstern. Foto: Frank Lanfermeijer.

Ondertussen ook hier grote plas-dras gebieden in de Onnerpolder met heel veel vogels. Imposant waren vooral de grote hoeveelheid Kemphanen, we kwamen tot ruim 50 stuks, waarvan veel mannetjes baltsend met hun kragen stonden te pronken. Witgatjes, Tureluurs, Grutto’s, Zomer- en Wintertalingen completeerden het beeld. Dichterbij de Palingboer eindelijk de eerste sternen die geen visdief waren: Zwarte Sternen, foeragerend boven de moerassen van de Onnerpolder, en niet veel later Witwangen! Ze foerageerden in de Kropswolderbuitenpolder in de luwte van de dijk. Het waaide vandaag voor de verandering weer eens flink. Na een tijdje zagen we ze ook vlakbij in de Onnerpolder. Wat een prachtig elegant beest is het toch met die zilverachtige schijn. Ondanks het weinige licht toch maar getracht ze op de plaat te zetten. Na heel even de illusie te hebben gehad een Wouw te zien, het bleek een vrouwtje Bruine Kiek met een flinke hap uit de staart te zijn, keerden voldaan we om, terug naar de auto.

Het gebied is er als vogelgebied zeker nog beter op geworden. Het behoort nu zeker tot één van de topgebieden om vogels te spotten. Want niet alleen vogelaars ontdekken het gebied, ook steeds meer bijzondere vogels doen dit, neem alleen de recente Ralreiger maar. Jammer dat ik twee jaar geleden uit Haren ben vertrokken en dit gebied niet meer tot mijn achtertuin kan rekenen. Ik hoop dat ik in de toekomst nog regelmatig tijd kan vinden om dit prachtige gebied te bezoeken.

Frank Lanfermeijer

Dinsdag 18 juni 2013

Rotgans

2013 06 18koe
Koe. Foto: Ana Buren.

Vandaag, dinsdag 18 juni, is op veel plaatsen in Nederland een tropische dag geworden. Temperaturen boven de 30 graden dus. Niet echt aangenaam vind ik om vogels te kijken. Maar ’s avonds is het wat minder warm en daarom besluit ik om tegen tienen op het Balloërveld te zijn om Nachtzwaluwen te zoeken. Om ze te zien én te horen, want ze maken hele interessante geluiden, deze schimmen van de nacht.

Voor het zover is, besluit ik eerst langs het Onnergemaal te rijden. Wanneer ik in mijn auto stap, wijst de thermometer 31 graden aan. Dus meteen maar de Arco aan (Alle Ramen Compleet Open). Dat helpt, want zodra ik de Zuiderhooidijk opdraai, zie ik dat de temperatuur gezakt is tot 27 graden. Pfff… En ook al rijd ik niet sneller dan 40 kilometer per uur, een enorme stofwolk volgt mij op de voet.

Intussen kijk ik rond of ik vogels zie. Niente. Hé, maar wat is dat, daar in de sloot? Even in de achteruit. Verhip, een koe. Gelukkig staat ze nog een heel eind met haar hoofd boven water. Her en der zijn er boeren aan het maaien, maar wel zodanig ver weg dat schreeuwen geen zin heeft. Daarom besluit ik maar om door te rijden naar het gemaal. Één van de boeren zal de onfortuinlijke koe vast wel in de gaten krijgen. En vanaf het gemaal kan ik het mooi in de gaten houden. En inderdaad, na enige tijd komt er een reddingsbrigade op de koe af. Gelukkig maar.

Het is trouwens druk bij het gemaal, er staan drie auto’s en twee fietsen. Op het gemaal zelf staan echter maar drie vogelaars. Bij het Drentsche Diep zitten twee vissers en op de dijk langs het diep loopt een aantal mensen met honden. Ik vraag de reeds aanwezige vogelaars of er nog leuke dingen te zien zijn. Ze melden dat er heel veel Kemphanen zitten. En ja hoor, even later heb ik ze in de kijker. Prachtige mannen in gevechtstenue en ook wat vrouwen. En ik spot in hetzelfde plasje, zuidoostelijk van het gemaal, een mannetje Zomertaling. Wat een mooie vogel is dat toch! Verder zien we nog heel veel Grutto’s, Krakeenden en Wintertalingen in hetzelfde plasje. Tegenover het gemaal, in de Westerbroekstermadepolder, zijn er heel veel Kokmeeuwen aanwezig. En ook heel veel eenden en Meerkoeten. Geoorde Futen zijn er ook, maar doordat de begroeiing aardig hoog begint te worden, lijkt het alsof het er minder zijn dan een tijdje geleden. Maar de schijn zal wel bedriegen.

2013 06 18ralreiger
Ralreiger op 16 juni 2013 op doortrek in de Onnerpolder. Foto: Guido Meeuwissen.

Één van de vogelaarsters, met Duitse tongval, vraagt of ik de Ralreiger nog gezien heb. Nee, helaas, zeg ik, ik was dit weekend in Amsterdam. Maar dan ziet ze tot haar vreugde een Witwangstern, die echter een Visdief blijkt te zijn. Schade. De vogelaarster besluit naar de Osdijk te rijden, misschien zijn daar wel witwangen. Niet veel later zie ik er toch eentje, op redelijke afstand, duikvluchten maken.

Nog maar eens kijken in de Onnerpolder. Een Ooievaar is blij met de maaiende boeren en paradeert door het gras op zoek naar wat lekkers. En de Bruine Kiekendieven zijn ook blij, ik tel op een gegeven moment vier stuks boven de weilanden. En her en der zitten wat Buizerds op paaltjes te wachten tot de gebraden Kippen vanzelf voorbijkomen. Ook vermeldenswaard zijn de enorme groepen Spreeuwen die vanuit het niets opeens de Onnerpolder bevolken. We hopen nog eventjes dat een Slechtvalk dit interessant vindt als vliegend buffet, maar die hoop blijkt ijdel. 

2013 06 18rotgans
Rotgans. Foto: Ana Buren.

Ver weg, in de Kropswolderbuitenpolder, zit een aantal Lepelaars. Ik tel er dertien, maar het moeten er meer zijn. Dat wordt bevestigd door twee nieuwe vogelaars die over de dijk langs het diep zijn gelopen. Zeker 25. En ze hebben afgelopen weekend ook een Ralreiger gezien. Ja, ja, wrijf het er nog maar even in! Ook meenden deze twee vogelaars jonge Kemphanen gezien te hebben, maar ze zijn niet helemaal zeker van hun zaak. Wellicht krijgt Jan Henk gelijk (zie blogbijdrage van 6 juni). De cracks Guido en Klaas (en anderen natuurlijk ook!) zullen binnenkort wel uitsluitsel kunnen geven, of de Kemphanen (nou ja, -hennen) gebroed hebben in de Onnerpolder.

Tien minuten later sta ik in mijn uppie op het gemaal. De andere vogelaars zijn huiswaarts gegaan. En ook de hondenuitlaters en de vissers zijn weg. De zon is al behoorlijk aan het zakken, dus besluit ik eens richting zuidwesten te kijken. Ik had al gezien dat daar veel spul liep, maar door het tegenlicht was er weinig van te maken. Dat is nu, zo tegen half tien, een stuk beter. In één van de plasjes scharrelen heel wat Grutto’s en Kemphanen rond. En ik zie een clubje Smienten, geinig. Ook een hele grote groep Grote Canadese Ganzen foerageert in de polder. En, heel verrassend op deze plek en in deze maand, een Rotgans! Helemaal alleen, ver weg van zee. Bijzonder. Dat is een mooie afsluiter voor de Onnerpolder voor deze avond. Op naar het Balloërveld. (Daar zag ik trouwens twee Nachtzwaluwen, heel dichtbij. En ik hoorde nog een derde.)

Harm Jan Kiewiet

PS Toen ik terug reed over de Zuiderhooidijk, was de reddingsbrigade nog steeds bezig om de koe op het droge te krijgen.

Dinsdag 11 juni 2013

Kleine Karekiet

Na de winter en de koudste meimaand ooit is nu alweer bijna de langste dag aangebroken. De bomen en struiken hebben de lente overgeslagen, maar zijn in één week tijd vol in het blad gekomen. Het fluitenkruid is alweer bijna uitgebloeid om plaats te maken voor klaprozen, boterbloemen en zuring. Zuring is een schitterende plant, vooral als er een Kneu op zit.

Op mijn elektrische fiets is het 15 °C. Ik hoef de ondersteuning niet te gebruiken want er is vrijwel geen wind: N2. De lucht is bewolkt, in tegenstelling tot mijn humeur.

Ik wil kijken of de Witwangsterns al kuikens hebben. Het zou namelijk best kunnen. Ze hebben zich vanaf 7 mei in de Kropswolderbuitenpolder gevestigd. Paren, eitjes maken en dan nog 28 dagen broeden. Het kán. Direct achter het tunneltje stap ik van mijn fiets om naar een Bosrietzanger te luisteren. Hij zit vlakbij, in het klimaatbosje met de drie walnotenbomen, maar ik kan hem niet ontdekken.

2013 06 11huiszwaluw

Huiszwaluwen in de Onnerpolder. Foto: Ana Buren. 

2013 06 11kleinekarekiet1
Kleine Karekieten. Foto: Martijn Bakker.

Boven mijn hoofd scheren de Huiszwaluwen luid kwetterend op zoek naar modder voor hun nestjes. Ze cirkelen rond de modderpoel aan de rechterkant van het pad. Steeds lager en lager, tot ze eindelijk lijken te gaan landen, maar nee, nóg een paar rondjes voor de zekerheid. Totdat één vogel stoutmoedig genoeg is om daadwerkelijk te gaan landen. Daarna laat de hele groep zich als op een afgesproken teken vallen in de blubber en stouwen de vogeltjes hun bekjes vol met modder. Het is een vermakelijk gezicht en het is alweer een uur later voordat ik me van het schouwspel los kan rukken.

Langs het pad stikt het van de Bosrietzangers en Rietzangers. Vooral de Rietzangers zijn de godganse dag aan het zingen, net of ze niks anders te doen hebben. Het zijn vast allemaal vrijgezelle mannen die geen vrouwtje hebben kunnen vinden. De stakkers.

Daar zie ik een bekend gezicht. Het is Martijn Bakker. Hij vertelt dat hij kuikentjes van een Kleine Karekiet gaat ringen. Daar wil ik natuurlijk bij zijn. “Moeten we het water in?” vraag ik een beetje benauwd. Want ik ken Martijn al langer dan vandaag en voor je het weet zit je in een waadpak vast in de blubber. Maar vandaag houden we het droog en duiken we het riet in.

Vier kuikentjes van zes dagen oud liggen hulpeloos in een mooi geweven nestje. Martijn installeert eerst zijn ringmateriaal en zijn ‘gastnestje’, voordat hij drie jongen ophaalt. De vierde laat hij nog even zitten, voor het geval de moeder intussen naar het nest terugkomt. Ze is een eindje verderop in het riet gaan zitten en houdt alles goed in de gaten. 

2013 06 11kleinekarekiet2

Martijn Bakker tijdens het ringen van Kleine Karekieten in de Westerbroekstermadepolder. Foto's: Ana Buren.

Snel en bedreven doet Martijn héél kleine ringetjes om héél dunne pootjes. Hij meet de vleugellengte, of wat daarvoor doorgaat. Hij brengt het eerste jong weer terug naar het nest om het vierde op te halen. Wat een scharminkeltjes zijn het nog: een bloot kuikentje met een paar veerschachten die het diertje het uiterlijk geven van een mislukt stekelvarkentje. Ze laten alles gelaten over zich heengaan en schijten het logeeradres onder. Het is allemaal heel snel gebeurd en Martijn gaat nog even kijken naar een nest verderop, met jongen die pas twee dagen oud zijn. In de dode appelboom even verderop roept de Koekoek.

Voor het terrein waar de Witwangsterns huizen, met de zingende Rietzanger aan de andere kant van het pad, installeer ik mij: krukje, telescoop, chocomel en boterham.

Een paar weken terug had een paartje Zwarte Stern hier dicht bij het pad, tussen het rietgras, een nestje gebouwd. Helaas was dat een paar dagen later al in het water verdwenen. Ze zijn nu ver naar achter verhuisd en bakkeleien daar met de Witwangsterns. Op grote afstand, niet interessant voor fotografen. Ze komen dit jaar nauwelijks in de buurt van het pad.

Eerst even tellen. Ik kom op twee nesten Zwarte Stern en negen nesten Witwangstern. Zo te zien zijn er nog geen jongen. Ze sjouwen nog steeds met nestmateriaal. De Witwangsterns halen van grote afstand liesgras en bladeren van lisdodde en deponeren die op het dek van veenwortel. De Zwarte Sterns doen het heel anders. Die hebben natuurlijk het liefst krabbenscheer of waterlelies, maar behelpen zich nu ook met veenwortel. Vlakbij het nest proberen ze vegetatie uit het water te rukken door het stuk dat boven het water uitsteekt in de bek te nemen en dan heftig klapwiekend op te stijgen. Veelal lukt dit niet, zodat je het volhardende beestje bijna hoort steunen en kreunen. Maar soms laat de plant los en dan wordt die naar het nest gebracht.

2013 06 11zwarteroodstaart
Zwarte Roodstaarten. Foto: Ana Buren.

Inmiddels is de zon gaan schijnen en het wordt een prachtige windstille zomerdag. De jas gaat uit. Ik fiets naar het uitkijkpunt van waaruit je de nestvlotjes van de Zwarte Sterns in de verte kunt zien liggen. Dertien vlotjes, waarvan er acht bezet zijn. Een mooi resultaat. Tegenwoordig hoeven we niet meer naar De Wieden om Zwarte Sterns te zien.

Vlak voor mijn neus begint het pontje zijn tocht naar de overkant. Dat is pech. Schipper Vos laat zich ook niet zien. Ik ga maar even op het bankje zitten. De mensen achter hun consumpties op het zonnige terras aan de overkant kijken nieuwsgierig toe hoe ik dit op ga lossen. Ik ga toch echt niet in mijn eentje aan het rad. Waar blijven nu al die stoere racefietsers die je anders om de haverklap van de sokken rijden? Of die bejaarde echtparen waarvan de mannen nog eens hun viriliteit willen bewijzen? Het blijft akelig stil aan deze kant van het water.

Ik fiets terug door de camping. Bij een familie Zwarte Roodstaart blijf ik staan kijken. Twee jonkies laten zich voeren door hun ouders. Een jong krijgt een kevertje in zijn opengesperde bekje geduwd. Ma kijkt geïnteresseerd hoe dit gaat aflopen. Het kevertje weet te ontsnappen en kruipt boven op het snaveltje. Het jong kijkt naar het kevertje dat op en onder zijn bekje rondkriebelt en dan hulpeloos naar ma.

2013 06 11kleinekarekiet
Kleine Karekiet. Foto: Ana Buren.

Op naar de Kropswolderbuitenpolder. Ik zie de polder vrijwel nooit vanaf deze kant, dus het is een fris nieuw uitzicht. Dat komt omdat dat wat altijd rechts lag nu links ligt.

Ik weet niet hoe snel ik van mijn fiets moet stappen, want vlak voor mij vliegt aan de rechterkant een prachtige Zwarte Stern. Foto!

Hij komt steeds dichterbij, beeldvullend, maar mijn camera wil niet scherpstellen. Langs mij heen. Hij keert om en vliegt vlak naast mij omhoog om zich met een plons in het water te laten vallen. Even doorvliegen, keren, nu komt ie echt recht op mij af, scheert langs mij heen. Ik ben te langzaam om hem goed in beeld te krijgen. Opnieuw over het pad, aan de linkerkant met een plons in het water. Weer terug over het pad en langs mij heen. Het is om gek van te worden! Hij is zo dichtbij dat er niet op scherp te stellen valt. En dat allemaal ook nog eens in mooi licht. Keren, op mij af vliegen… Dat gaat nog een tijdje zo door zonder dat het mij lukt om ook maar één foto te maken die boven het niveau van een bewijsplaatje uitstijgt. Dan is ie weg.

Naast mij stapt een jongeman van zijn fiets af. “Kan ik u gelukkig maken met een veer?” Hij overhandigt mij een veer van een Grauwe Gans. De zon schijnt, de Rietzanger zingt en de Kleine Karekiet zit weer op haar plekje in het riet. Ik ben een gelukkig mens.

Ana Buren 

Donderdag 6 juni 2013

Zonder jas op stap 

2013 06 06beverboom
2013 06 06bever
Rare vogels, die bevers. Foto's: Jan Henk

Deze ochtend ben ik voor het eerst dit jaar zonder jas op weg. Ja ja, het lijkt zowaar nog wat te worden met het weer dit voorjaar. Nou ja, overdag dan, want ’s avonds koelt het nog flink af en kun je maar beter de winterjas aandoen wanneer je er nog op uit gaat. Al met al is het is een bijzonder voorjaar, en dat is het!

Over avondlijke excursies gesproken, de afgelopen weken ben ik ’s avonds diverse malen de Onnerpolder ingereden. Hoofdreden was dat ik benieuwd was of zeldzame rallen de zomerpolders inmiddels ook hebben weten te vinden. Daarnaast was de aanwezigheid van een Kleine Zilverreiger gemeld, de zoveelste zeldzame soort voor de Zuidlaardermeerpolders dit jaar. Kennelijk heeft deze Kleine Zilverreiger veel slaap nodig want na 20 uur was de vogel tot drie maal toe niet meer te vinden in tegenstelling tot de Grote Zilvers, die kennelijk tot zonsondergang mogen opblijven. Gelukkig valt er op dit moment heel veel meer te beleven hier.

Zo liep ik tegen zonsondergang in de Onnerpolder toen ik achter mij een harde klap op het water hoorde. Deze klap was dermate hard dat ik een muskusrat uitsloot en gelijk aan een bever dacht. Na enige tijd turen door de rietkraag wist ik het dier te lokaliseren. Het leek erop dat hij mij ook had gezien want hij/zij dook gelijk onder. Ik besloot even rustig te gaan zitten in de hoop dat het dier zich nogmaals aan mij zou laten zien. Dit gaf mij de tijd de omgeving wat te verkennen op mogelijke beversporen. Die zijn hier inderdaad overduidelijk aanwezig: Er staat een boom die er waarschijnlijk niet lang meer staat….

Waar ik op gehoopt had gebeurde. De bever stak nota bene vlak voor mij zijn kop weer boven het water en begon wat heen en weer te zwemmen daarbij stevig op het water klappend, alsof het dier mij wilde intimideren. Zo komt het dat ik deze avond eropuit ga voor een Kleine Zilver en thuiskom met een heuse bever. Wat betreft de rallen houdt het in de zomerpolders (nog) niet over. De enige ral die ik op deze koude avonden met vrij harde NO-wind tussen de zeer talrijk aanwezig knorrende Zomertalingen hoor is een Porseleinhoen.

Opwindender was mijn avondlijke ontmoeting met een Velduil. Deze was al enige malen mooi gefotografeerd in de Onnerpolder, zo viel in de galerij te bewonderen. Nu had ook ik hem in de kijker. Helaas duurde dat niet lang want achter mij kwam nog een vogelaar aangereden waardoor de uil opvloog en besloot te gaan jagen. Ook hier werd mijn wachten beloond want na enige tijd, de zon is dan net onder, besluit de vogel op korte afstand van mijn auto op de grond te gaan rusten. Na wat fotoshoppen van Ana komt er een aardige foto uit de bus…

2013 06 06velduil
Velduil in de Onnerpolder. Foto: Jan Henk

Terug naar de zonovergoten ochtend van 6 juni. Wat duidelijk opvalt is dat enkele plas-dras gebieden in de zomerpolder qua water behoorlijk aan hun laatste adem bezig zijn. Dat levert op dit moment grote slikveldjes op waar nu veel Kleine Plevieren, Bontbekplevieren, Zwarte Ruiters en wat Groenpootruiters rondscharrelen. Ook is hier een Reuzenstern gezien. Het aantal vogels en ook de soortenrijkdom is op dit moment overweldigend. Een grote groep van zo’n 35 Grutto’s staat wat te slapen, voor hen is het broedseizoen kennelijk al ten einde. Her en der staan ook Kemphanen. Spannend of deze soort hier tot broeden komt dit jaar. Verder is het een komen en gaan van Lepelaars en hoor ik het prachtige kloktikkende geluid van baltsende Watersnippen.

Dan ontdek ik middenin een plas een Steltkluut, foeragerend naast een Kluut, die hier aan zijn tweede broedsel is begonnen schat ik zo. Aan de rand scharrelen een drietal Grote Zilverreigers.

Dan arriveert een veel kleinere witte reiger: het blijkt de door mij zo gewenste Kleine Zilverreiger te zijn. De Kleine Zilver begint gelijk fanatiek te foerageren. De Grote Zilver staat vervolgens wat beduusd toe te kijken naar deze energieke kleine uitgave en beluit vervolgens deze nauwlettend te volgen in al zijn bewegingen. Ondanks de grote afstand prachtig om te volgen.

 

2013 06 06kleinezilver

Grote Zilver stalkt Kleine Zilver. Foto Jan Henk.

2013 06 06watersnip
Watersnip. Foto: Jan Henk.

Het loopt dan al tegen twaalven en ik voel een geweldige dorst opkomen. De felle zon en het gesjouw met scoop, camera en kijker beginnen hun tol te eisen. Hier had ik me niet goed op voorbereid!

Aangezien mijn zoon op schoolreisje is kan ik het er vandaag eens goed van nemen en besluit ik naar het restaurantje bij het pontje tussen de palingboer en de camping te gaan. Sinds kort wordt dit restaurant annex Bed and Breakfast door een nieuwe eigenaresse gerund. Gezien mijn uitrusting begint ze snel een praatje over de avifauna van de zomerpolders. Ze blijkt zeer goed op de hoogte te zijn van alle ontwikkelingen en waarnemingen. Ik twijfel tussen een palingbroodje en een broodje kroket maar ga uiteindelijk toch voor een broodje gezond. Na enig wachten krijg ik een heerlijk warm rijkelijk gevuld bruin pistoletje voorgeschoteld en vul ik mijn vochtbalans weer aan met twee koude glazen melk.

Opgekikkerd begin ik aan de terugtocht. Ik probeer het Roodhalsfuutpaar te ontdekken: zouden ze al jongen hebben? Ik zie ze niet maar door mijn beeld schieten wel een Roerdomp en even later een Havik. Ook hier wemelt het van de Geoorde Futen die nu allemaal op sjouw zijn met 1 tot 3 jongen. Over mij heen scheren twee Zwarte Sterns die gaan foerageren in de zomerpolders.

Teruggekomen bij mijn fiets is een medewerker van Waterschap Hunze en Aa druk bezig enkele wilgjes met een motorzaag om te zagen. Horen en zien vergaat je: tijd om weer huiswaarts te gaan!

Jan Henk

Dinsdag 28 mei 2013

KWBP en WBMP

Dinsdag 28 mei zou een mooie (dat betekent in meteorologische termen zonnige) dag worden. Dus daarom plande ik om dan vogels te gaan kijken in de Kropswolderbuitenpolder (KWBP) en de Westerbroekstermadepolder (WBMP).

2013 05 28visdief
Visdief. Foto: Ana Buren.

Om iets na half vijf stond ik naast mijn bed. Morgenstond heeft goud in de mond, dus lekker vroeg op pad. Sommigen onder u zullen dit te vroeg vinden, anderen te laat. Mijn krantenbezorger bijvoorbeeld, want die wipte stipt om vijf uur de krant in de bus. Hij was waarschijnlijk al tegen vieren op. Maar goed, tegen half zes zat ik op de fiets. Telescoop en statief in de rugzak, en ook iets om te foerageren. Het was nog frisjes, zo’n zeven graden en ik was blij met mijn fleece, sjaal en zomerjas. Die konden tzt wel uit, maar nu had ik ze nog even nodig.

Terwijl ik door Sappemeer en Hoogezand reed, zongen vele vogels mij toe. Heerlijk! Op de Vosholen (een straat in Hoogezand) zag ik een Oeverloper. Zo, ik was nog niet eens in de KWBP en de eerste leuke waarneming was al binnen. Zo’n tien minuten later fietste ik op de Waesingeweg en had ik de KWBP reeds aan mijn rechterhand. Toch maar even goed luisteren en noteren. Bosrietzanger, Geelgors, Fitis, Zanglijster. Dat beloofde nog wat.

Even later reed ik de polder in. Mmm…, het zicht was beperkt door de vele nevel. Jammer, dacht ik. Maar zo’n tweehonderd meter verder was het geheel helder. De zon was zojuist opgekomen en het vogelparadijs baadde in het zonlicht. Dus de fiets geparkeerd, telescoop opgezet op een strategische plek en kijken of ik vier soorten sterns zou kunnen zien. Twee soorten lukten meteen, Zwarte Stern en Witwangstern. Die laatste volgens mij niet in zo grote getale als vorig jaar, maar ze zijn er wel weer. En de eerste juist meer dan vorig jaar, tenminste op deze plek. Er werd druk gefoerageerd en sommige vogels waren ook aan het paren. Even later had ik ook mijn derde sternensoort van de dag, een Visdief vloog voorbij. Nu de vierde nog, een Reuzenstern. Die is hier ook al een paar maal gezien. Zo te zien op de foto’s die op waarneming.nl staan, op één van de dijkjes aan de oostzijde van het fietspad. Dus daar de telescoop maar eens heen richten. 

2013 05 28heiligeibis
Heilige Ibis. Foto: Guido Meeuwissen.

Niks natuurlijk, het blijven vogels. Ze vliegen zo maar weg. Enne niks, wel veel Kokmeeuwen en ander spul. Moeilijk te onderscheiden vanuit mijn positie want de zon staat nog laag in het oosten. Straks nog maar eens een poging wagen. Eerst nog even de andere kant op kijken.

Hé, twee Heilige Ibissen. Die heb ik hier nog niet eerder gezien, wel in de Botshol in de provincie Utrecht. Het zijn exoten, maar ik vind ze wel leuk. Andere exoten die ik zie zijn Grote Canadese Ganzen, Nijlganzen en een Fazant. En een Visser (Homo hengeliens). Daarnaast zitten er uiteraard veel watervogels. Tafeleenden, Wilde Eenden, Kuifeenden, Krakeenden, Meerkoeten, Grauwe Ganzen en ook nog een paar Brandganzen. Ook Futen en Geoorde Futen. Weet iemand mij te vertellen hoe het kan dat je deze twee futensoorten in de broedtijd wel veel ziet en een ook algemene soort als de Dodaars niet?

In de bomen rond Meerwijck ontwaar ik een roofvogel. Ik denk niet meteen aan Visarend, maar na verloop van tijd kom ik wel tot die conclusie. De vogel zit voor mij erg ver weg en beweegt ook nog nauwelijks. Tussen kwart voor zeven, toen ik hem voor het eerst zag, en kwart voor acht, toen ik richting de WBMP ging, zat hij vrij stoïcijns op een tak. Toen ik tegen tien uur naar huis ging en nog eens keek, was hij gevlogen. Bijna kwart voor zeven. De scoop nog maar eens op het oostelijke dijkje gericht. Kijk, tussen de vele Kokmeeuwen loopt ook een Bontbekplevier. Maar geen spoor van de Reuzenstern. Ter compensatie komt er wel een Steltkluut langs en even later nog eentje. De zon staat dan al zodanig dat ik kan zien dat het een mannetje en een vrouwtje zijn, waarschijnlijk het paartje dat eerder in de Onnerpolder en de Westerbroekstermadepolder verbleef. Ik besluit om iets zuidelijker te gaan staan om de Witwang- en de Zwarte Sterns goed te kunnen zien. Wat een sierlijke vogels zijn het toch, geweldig om mee te maken dat ze hier (gaan) broeden. Je kunt er tijden naar kijken. Maar achter mij schreeuwt een Rietzanger om aandacht. Onophoudelijk zingt hij zijn lied en dat van anderen. Deze vogel kan ik ook mooi bekijken want hij zit veelvuldig boven in een struik. Goed, ook nog maar eens kijken of er in de WBMP ook zoveel te beleven is.

2013 05 28sprinkhaanzanger
Sprinkhaanzanger.Foto: Gerrit Kiekebos.

Als ik bijna bij de spoorlijn ben, zie ik een Grote Bonte Specht die op een paaltje aan het foerageren is. Hij ziet mij ook en vliegt naar een nabijstaande boom. Aangekomen bij het pad dat naar de vogelkijkhut leidt, hoor ik een Sprinkhaanzanger. Of een Snor, ik blijf moeite houden met de geluiden van deze twee vogels. Maar dan zie ik hem boven in een boompje zitten, en ik mag concluderen dat het inderdaad een Sprinkhaanzanger is. Op weg naar de kijkhut hoor ik diverse Rietzangers en Kleine Karekieten. En in de WBMP zie ik veel Kokmeeuwen en Geoorde Futen. Ook weer Tafeleenden en Kuifeenden en één enkele Wintertaling.

Bij de watermolen “Putter” besluit ik om niet naar de kijkhut te gaan maar rechtdoor te lopen. Als ik bijna bij het Drentsche Diep ben, hoor ik een Roerdomp, hoemp hoemp. En er vliegen een Visdief en een Witwangstern over. En er zit een Blauwborst uit volle borst te zingen. Wat wil een mens nog meer… niets …

Nou ja, het wordt voor mij ook tijd om te foerageren. Dus loop ik terug naar de “Putter” en eet daar mijn broodjes en appel op, onderwijl genietend van een concert van Grasmus, Zwartkop, Fitis en Bosrietzanger. En ik kan nog een exoot bijschrijven, want een Muskusrat zwemt rustig naar zijn hol.

Op de weg terug naar mijn fiets hoor ik een Blauwborst. Maar ik zie hem niet meteen. Geen wonder, want hij zit in een hoogspanningsmast. Tsja, daar zoek ik niet zo gauw naar een Blauwborst.

Wanneer ik terug naar huis fiets, blijkt er vogelkijkversterking te zijn gekomen. Tjitske (zie ook onder 14 mei) kijkt naar en fotografeert de Zwarte en Witwangsterns. Lyrisch is ze, en daar kan ik goed inkomen! Ter afsluiting van deze mooie vogelkijkmorgen zet ik bij het zuidelijkste dijkje dat het fietspad kruist mijn telescoop op. Het is daar wel wat opletten, want een groep Schotse Hooglanders (nog meer exoten!) bivakkeert daar ook en een paar uur geleden blokkeerden ze het fietspad. Een aantal fietsers moest afstappen en voorzichtig de runderen passeren.

Maar ook deze plek is goed. Vindt ook Wieger Meijer die een rondje Zuidlaardermeer doet. Hij heeft bij Wolfsbarge o.a. een late Smient en een Visarend gezien. Vast “die van mij”, want zoals gezegd, is die nu gevlogen. Vanaf mijn laatste stopplek zie ik zeker twaalf Zwarte Sterns. Enkele lijken te nestelen op wat er uit ziet als mini-pontons. Binnenkort nog maar eens weer kijken of er al jongen zijn. En wellicht laat de vierde sternensoort zich dan ook zien. Nu doe ik de telescoop en het statief in mijn rugzak en ga ik op huis aan.

Harm Jan Kiewiet

Vrijdag 24 mei 2013

Velduil in de Onnerpolder

Remo Sloof heeft op maandagmorgen 20 mei in de Onnerpolder een prachtige foto van een Velduil gemaakt. Ik heb hem gevraagd hoe hij dat nou toch doet!

2013 05 24velduil

Remo: "Het was een heerlijke beleving om deze Uil 3:00 uur te mogen observeren en te fotograferen, op een gegeven moment leek het net of ik er niet was. Hij deed gewoon zijn ding terwijl ik maar op een meter of 10 van hem verwijderd was.

Het is zo fijn om 's morgens om 5:30 uur op een plek te zijn waar je alleen bent met de natuur, geen mens op pad gewoon lekker met je zelf en de natuur om je heen.

Dan vraag je hoe doe je dat, dat is moeilijk uit te leggen want immers kan het ook zo zijn dat er niks te beleven is. Maar ik heb inderdaad veel mazzel en geluk, tevens een gave om dieren niet te verstoren waardoor ik veel bereik met fotograferen.

Dit soort foto's maken heeft te maken met zien dichtbij te komen alsof je er niet bent, maar 1 te zijn met alles om je heen. Denk dat je dat wel snapt, anders kan ik het niet uitleggen."

En ja, zucht, ik snap het wel. Nog een lange weg te gaan.

Ana Buren

Zondag 19 mei 2013

Hazen, kemphanen en sterns

2013 05 19bruinekiekendie3
Bruine Kiekendief. Foto: Rienko van der Schuur.

Op eerste pinksterdag was ik eindelijk weer eens in de gelegenheid om het Zuidlaardermeergebied te bezoeken. Al tijden had ik verlekkerd de berichten op waarneming.nl gevolgd waar allerlei bijzonderheden gemeld werden. De weermannen en de smartphone voorspelden heldere luchten en prachtig weer. Het vertrouwen in de media was dan ook niet geschokt toen het om 05:00 uur nog volledig bewolkt was. ‘Klaart vast wel op’, dacht ik.

Allereerst langs de Osdijk waar de slootjes en hekjes altijd goede kansen bieden op mooie soortwaarnemingen en het maken van foto’s. Het was echter nog behoorlijk stil langs de dijk. Slechts een enkele Roodborsttapuit en een paar Kieviten trotseerden de frisse morgenstond zonder het beloofde goud in de mond. Wel werd mijn pad regelmatig gekruist door hazen. In totaal telde ik er minimaal tien. Aan het einde van de Osdijk was het ook rustig. De Kemphanen van een paar week geleden waren vertrokken. In de verte richting het noorden zwommen de nodige Meerkoeten en een heel arsenaal aan eendensoorten inclusief drie prachtige Zomertalingen. Wel op een paar honderd meter afstand zodat een geslaagde foto er niet in zat. Vlak langs de weg ontwaarde ik een Waterhoentje dat luid keffend zijn misnoegen over mijn aanwezigheid op de weg aangaf maar ondanks dat stoïcijns bleef doorfoerageren. Beroerd licht maar wel op een paar meter afstand nog een paar opnames gemaakt. Voor de kenners: 1/45s bij ISO 800 met veel te veel millimeters is een recept voor onscherpe foto’s.

2013 05 19haas
Pinksterhaas. Foto: Rienko van der Schuur.

Na de Osdijk langs de Waterleidingweg gereden. Ook hier weer veel hazen, wel twaalf stuks langs het hele openbare gedeelte. Een smal rietveld werd door een paartje Bruine Kiekendief regelmatig geïnspecteerd op de aanwezigheid van prooidieren. Daarbij moeten ze ook ongetwijfeld de geheel witte albino haas gezien hebben die plots midden op het pad opdook. Daar sta je dan oog in oog met een uniek wit albino-exemplaar: een pinksterhaas. Auto met de neus naar het beest gericht dus telelens ‘over de spiegel’ en proberen een plaatje te schieten. De haas ging er, zoals het gezegde gaat als een haas vandoor en snelde het weiland in. Zachtjes de auto verder naar voren, even geduld, en jawel hoor daar stak hij nieuwsgierig zijn kop weer uit het gras. Met vreemde witomrande rode ogen staarde het beest mij aan, om vervolgens langs de slootrand langs de auto weer terug te lopen. Al die millimeters teletoeter zitten aardig in de weg wanneer een haas op vijf meter afstand langs je voertuig snelt!

Na de unieke ervaring met de pinksterhaas voerde het volgende deel van de tocht langs de Zuiderhooidijk. Bij het radiobaken in een ondergelopen weiland zwommen een Bergeend en een Zomertaling en langs de oever foerageerde een Kemphaan. Een late achterblijver? Opeens landden onder luid gekwetter nog een groepje Kemphanen. Mannetjes en vrouwtjes. Voor mijn ogen begonnen de mannetjes meteen hun beroemde baltsrituelen te vertonen. Drie mannetjes zetten uitgebreid hun veren op en gingen, zoals het gezegde gaat, als Kemphanen tekeer om indruk te maken op de vrouwtjes De vier dames leken niet geïmponeerd en foerageerden rustig verder. Na vijf minuten spektakel hielden de heren het voor gezien, klapten de nekveren weer in en gingen ook voedsel zoeken.

2013 05 19zwartestern kemphaan

Zwarte Sterns in de Kropswolderbuitenpolder en Kemphaan in de Onnerpolder. Foto: Rienko van der Schuur.

Na deze enerverende gebeurtenis was het volgende onderdeel van de tocht de Kropswolderbuitenpolder waar de Witwangsterns, tot veler verrassing weer waren gearriveerd. In Meerwijck de vouwfiets uitgeklapt en met zware fotorugzak en dito statief ruimschoots de draaglimiet van de arme fiets overschrijdend, op weg naar de Witwangsterns. Langs het fietspad was het voor mijn begrip al behoorlijk druk met medevogelaars. Van heinde en ver hadden vogelaars de weersvoorspelling geloofd en waren ze afgereisd om de unieke gebeurtenissen in de Kropswolderbuitenpolder met eigen ogen te aanschouwen.

2013 05 19witwangstern
Witwangstern. Foto: Rienko van der Schuur.

Ten opzichte van vorig jaar hadden de sterns zich nu wat verder van het fietspad gevestigd. Hierdoor kwamen ze ook minder vaak langs het fietspad om te foerageren. Minder fotomogelijkheden dus. Maar met een verrekijker was alles goed te zien. Het open waterdeel is nu ook een stuk groter dan vorig jaar zodat de overal rondzwemmende en vliegende vogelrijkdom zeer goed viel te observeren. Grote aantallen Geoorde Futen zwommen rond. Het lijkt wel of de aantallen ieder jaar verdubbelen! Kokmeeuwen en ja hoor, ook weer Witwangsterns. Ik telde er veertien maar het kunnen ook meer zijn. Wat ook opviel was dat er veel Zwarte Sterns rondvlogen die zowaar ook broedgedrag vertoonden.

Relatief vlakbij het fietspad zat een paartje Zwarte Sterns hun vlotje vegetatie te verdedigen tegen andere sterns. Verderop vloog een Witwangstern een Meerkoet aan die te dicht in de buurt van zijn nestlocatie kwam. Beurtelings duikend en springend probeerde de Meerkoet de luchtaanvallen te pareren, maar besloot uiteindelijk toch maar de plaat te poetsen.

Zo was een ochtend Zuidlaardermeer een aaneenschakeling van verrassingen en geluksmomenten. Ondanks het uitblijven van de beloofde zonneschijn. Dankzij de inrichting en het beheer is het Zuidlaardermeergebeid inmiddels uitgegroeid tot een van de belangwekkendste wetlands van Nederland. Samen met de Onlanden en het Lauwersmeer herbergt Groningen nu fantastische vogelgebieden. Het klopt echt, ook qua vogelrijkdom gaat er echt niets boven Groningen.

Rienko van der Schuur

Dinsdag 14 mei 2013

Exoten gezocht

2013 05 14 0242geoordefuut
Geoorde Fuut. Foto: Ana Buren.
2013 05 11heiligeibis
Heilige Ibis. Foto: Guido Meeuwissen.

Razend nieuwsgierig, natuurlijk, hoe het de Witwangsterns vergaat. Aardig wat wind, maar tot nu toe geen probleem, omdat ik hem mee heb. Dat wordt op de terugweg afzien. Mooie wolken, sommige dreigend zwart, maar ook met stukjes blauw ertussen. Zo zie ik het graag, zolang ze dat water maar binnenboord houden als ik mij eronder bevind.

De hondsdraf is al bijna uitgebloeid, maar de klaver groeit alom en de pinksterbloemen, paardenbloemen en het fluitenkruid geven de polders een fleurig aanzicht. Dit jaar ga ik mij in de vegetatie van de polders verdiepen. Ik heb gister de veldgids “Water- en oeverplanten”, uitgegeven door de KNNV, aangeschaft. En vanmorgen vond ik een pdf in mijn mailbox: Vegetatiekartering Westerbroekstermadepolder & Kropswolderbuitenpolder 2010. Van F.H. Everts en N.P.J. de Vries. Opdrachtgever & contactpersoon: Stichting Het Groninger Landschap te Haren, M. Krol. Michel Krol vindt het een leuk 'beginnersobject' voor mij “omdat er qua planten nog niet veel bijzonders te beleven is. Dus je kennis kan mooi met de ontwikkelingen in het gebied meegroeien.” Dat lijkt mij een spannend gebeuren en inderdaad zeer geschikt voor mijn autodidactisch project.

Allereerst ben ik geïnteresseerd in veenwortel, de vegetatie waar de Witwangsterns op broeden. Als veenwortel in het water groeit hoort het tot de waterplanten en als het op het land groeit hoort het tot de landplanten. Kijk, dat is eenvoud die mij aanspreekt. De plant heeft een wijdvertakt wortelstelsel dat de vogels met hun nesten gemakkelijk kan dragen. Ze gaan echt niet op of naast pitruspollen broeden, zoals die niet-veeleisende Kokmeeuwen en Geoorde Futen doen. Nee, de Witwangstern is kieskeurig en heeft cachet. Net zoals de Zwarte Sterns die eigenlijk het liefst op krabbescheer broeden, maar soms wel eens wat water bij de wijn willen doen.

Ik stap af bij een dame die hevig naar de linkerkant van het pad zit te turen met een 500 mm-camera in de aanslag. “Er zit hier iets, helemaal daar achteraan. Het is geen Ooievaar. Ik kan het niet goed zien.” zegt ze. Ze heet Tjitske, verneem ik later. “Mja, misschien een Lepelaar? Of een Ibis?” Ik volg haar wijzende vinger. En ja, dat is leuk, er scharrelt een Heilige Ibis rond. Ver weg, maar onmiskenbaar. Dat stemt ons erg vrolijk. Het is vast een van die twee ibissen die al eerder in de Oostpolder zijn gesignaleerd. En gister nog, gespot vanaf het hoge gemaal. We speuren naar een eventuele partner, maar kunnen die niet vinden. Sterker nog: we kunnen helemaal geen ibis meer vinden. Hij is verdwenen. 

 

2013 05 14 0308witwangstern

Witwangsterns op veenwortel. Foto: Ana Buren.

Ik verplaats mijn spullen naar de andere kant van het pad, een tiental meter verder, naar de plek van waaruit je zicht hebt op de Witwangsterns. Michel Wijnhold voegt zich bij mij. Hij heeft vandaag nog slechts 1 Witwangstern gezien. Ik wijs naar de plak veenwortel waarop de Witwangsterns nestelen. Ik tel er 12 en er vliegt ook nog wat rond. Tevens een stuk of 8 Zwarte Sterns. Een Visdief komt lawaaierig voorbij.

Maar mijn aandacht wordt flink afgeleid door een Geoorde Fuut. Daar krijg ik nooit genoeg van. Een man met een prachtige kuif zwemt vlakbij de waterkant. Hij kijkt mij doordringend aan, maar laat zich niet echt afschrikken. Schitterend dat zwart en bruinrood en dat waanzinnige rode oog bij die indrukwekkende gouden pluimen. Dikke waterdruppels lijken geen vat te krijgen op zijn verenkleed.

2013 05 14 0430rossestekelstaart
Rosse Stekelstaart. Foto: Ana Buren.

Michel loopt naar mij toe: “Ik heb een Rosse Stekelstaart in beeld.” zegt ie. Wow! De eerste en laatste Rosse Stekelstaart die ik ooit gezien heb was in Diependal, tien jaar geleden. Daar wilde men hem het liefst afschieten. Hij is niet erg geliefd omdat het een exoot is afkomstig uit Amerika die zich onder de zeldzame Witkopeendpopulatie mengt die daardoor dreigt uit te sterven. Maar deze is nog erg levend en duikt dat het een lieve lust is. Met zijn rare lichtblauwe snavel valt hij enorm op zodra hij weer boven water is. Ik vind het eigenlijk geen gezicht.

Ik roep Tjitske die nog steeds tevergeefs de Heilige Ibis hoopt terug te vinden en laat haar door de telescoop kijken. Nog leuker dan het kijken naar een mooie nieuwe waarneming vind ik kijken hoe iemand geniet van het waarnemen van een nieuwe soort.

De luchten zijn nu zó zwaar dat ze hun plas niet meer op kunnen houden. Het regent, niet hevig, maar genoeg om mij naar huis te drijven. Langs een paar Kneutjes, Roodborsttapuiten, Rietzangers en Grasmussen fiets ik tegen de wind in terug naar het lawaai van Stad.

Ana Buren

Woensdag 8 mei 2013

Witvleugelstern!

2013 05 08rietzanger
Rietzanger. Foto: Ana Buren.

Als je in het centrum van Stad woont heb je, vooral in dit jaargetij, altijd wel een reden om de stad te ontvluchten: Koninginnedag, troonswisseling, bevrijdingsdag, meikermis, er komt geen einde aan de jolijt. Maar de hort op is geen straf, want de Witwangsterns zijn teruggekeerd.

Het is half bewolkt en 22°. De buienradar zegt dat het aan het eind van de middag flink gaat regenen. Daar houd ik van, van die dreigende luchten in de polders, en van de spanning of het lukt om een beetje droog te blijven.

Gister ben ik er ook al wezen kijken, naar aanleiding van het verslag van Jan Henk. Ik kwam hem tegen boven op het bruggetje tussen de Onner- en Westerbroekstermadepolder (WBMP). Hij helemaal blij omdat hij zojuist vier Witwangsterns had gezien aan het pad in de Kropswolderbuitenpolder (KWBP). En vanuit de kijkhut in de de WBMP had hij 25 Zwarte Sterns gezien! Zo’n idioot groot aantal was hier nog nooit. Dus ik laat alle rietvogeltjes voor wat ze zijn en spoed mij naar de KWBP. Direct in het begin vliegen er al twee Witwangsterns links van het pad. Hoera, ze zijn er weer! Nu nog wippen en broeden huppakee. Maar door het koude voorjaar is er nog maar weinig vegetatie. Voornamelijk pitruspollen waar de Kokmeeuwen en Meerkoeten hun nest in hebben gemaakt. Het zijn er nog aanzienlijk minder dan vorig jaar om deze tijd. Ik zie er ook nog niet veel veenwortel, de planten waartussen de sterns zo graag hun nesten maken.

Verder is er in alle benodigdheden voorzien. Water met visjes: check, modder met groene kikkers: check en brandnetels voor de sabelsprinkhanen: check; met het voedsel zit het wel goed. Maar de veenwortel baart mij nog wat zorgen. En het liesgras waar ze hun nesten mee bouwen komt maar net boven water piepen.

2013 05 08grotecanadesegans
Grote Canadese Gans. Foto: Ana Buren.

De lente komt eindelijk op stoom. Paardenbloemen, dovenetel, hondsdraf, klaver en pinksterbloemen. Een Rietzanger zingt keihard zijn lied. De twee Knobbelzwanen schikken hun veren. Zomertalingen, Wintertalingen, Futen, Geoorde Futen, Krak-, Slob-, Kuif-, Tafel-, en Wilde Eend.

Ik onderzoek de waterrand op waterplanten en hoor boven mijn hoofd weer het krek krek van de Witwangsterns. Wat een heerlijk geluid! Helaas de verkeerde camera in mijn hand. Ze vliegen weer langs het pad, nu de andere kant op. Ik sta een tijdje op scherp omdat ze vast wel weer terugkomen. Maar als dat zover is sta ik net weer gebogen boven een plantje waarvan ik mij afvraag of het waterweegbree is. Wat ik nog mis in mijn leven is een waterplantencursus.

In de verte verschijnen donkere luchten, dus ik maak even haast om in de kijkhut te komen. Snel langs de muggen die in grote getale de toegang naar de hut terroriseren. Binnenin liggen een paar kapotte eierschalen, zo groot als kippeneieren. Van daaruit is er zicht op een aanzienlijk aantal kokmeeuwennesten. De gebruikelijke eendensoorten en Grauwe Ganzen, Brandganzen en Grote Canadese Ganzen. Helemaal rechts, ver weg, vind ik ze: een grote groep Zwarte Sterns, vlak over het water dansend. Het zijn er nog meer dan ik had verwacht. Ik tel er minstens 35. Ze foerageren tegen de wind in en laten zich dan door de wind weer naar hun startpunt terugwaaien. Sierlijke beestjes, een genot om naar te kijken. Het begint hard te waaien en het wordt bitterkoud in de hut. De lucht wordt steeds dreigender. Met de wind in de rug ben ik in een floep en een scheet weer terug in Groningen, waarna de regen losbarst. Maar dat was dus gisteren.

Vandaag wil ik proberen om de Witwangsterns weer eens mooi op de plaat te krijgen. In de WBMP zie ik Alwin Hut, medewerker beheer van het Groninger Landschap, over het dijkje lopen. “Dat gaat je een bushokje kosten!’’ roep ik hem toe. Hij heeft mij namelijk vorig jaar beloofd dat hij een oud bushaltehokje om te schuilen voor de regen zal plaatsen in de polder als de Witwangsterns dit jaar terugkomen en hier weer gaan broeden. Hij vertelt enthousiast dat hij vandaag al negen Witwangsterns in de KWBP heeft gespot en vanaf het gemaal zijn er al 12 exemplaren waargenomen; dat er meer dan 50 paren Geoorde Futen zitten, en gister had hij zomaar 47 Zwarte Sterns, in één camerashot.

2013 05 07zwartesterns

Alwin Hut: "Tijdens het observeren van de witwangsterns een hele groep krijsende zwarte sterns over me heen, meerdere rondjes over het moeras, later met hele groep hoog opschroevend. weer even later daalden ze achter in de KWBP." Foto (screenshot van een filmopname): Alwin Hut. 

2013 05 08witvleugelstern
Witvleugelstern. Foto: Ana Buren.

Ik moet goed kijken, adviseert hij, want er zit ook een Witvleugelstern tussen de Zwarte Sterns. Het Groninger Landschap zal dit jaar trouwens niet opnieuw om een embargo verzoeken wat betreft berichtgeving over de sterns.

In de Oostpolder en Wolfsbarge samen zijn er 120 Kemphanen geteld. Die zijn aan het baltsen, dus misschien komt het toch tot een broedgeval? Dat zou wat wezen! “Het bushokje komt eraan!” belooft hij.

Sinds gister is de veenwortel plotseling tot een explosie gekomen. Overal schiet het gewas uit het moeras tevoorschijn. Yes, yes, zo wil ik het zien! Een prachtig gespreid bedje voor de Witwangsterns. Net op tijd! Wonderbaarlijk hoezeer zo’n gewas in één dag kan groeien.

Aan het polderpad tref ik Dick Schoppers, de vader van Eelke Schoppers en de neef van Jan Schoppers. Sinds vorig jaar is hij wetlandwacht van deze polders. Hij heeft zojuist in alle rust een bever kunnen bekijken. Verder: een Roerdomp, dertien Witwangsterns, 1 Witvleugelstern, een purperreiger. We babbelen wat en fietsen naar het stukje waar de sterns hun stek gevonden hebben. Daar staat René Oving, de man die op 25 april de eerste Witwangstern in de WBMP heeft gespot. We proberen de sterns in onze camera’s te vangen.

“Wat is nou eigenlijk het meest opvallende verschil tussen Zwarte Sterns en Witvleugelsterns?” vraag ik. Dick haalt de ANWB- gids erbij. “Die duidelijke zwarte vlek vanuit de oksels, de donkere rug, lichte vleugels en de helderwitte staart.” “Zoals deze?” Ik laat mijn laatste fotootje op de display zien. Ik vind dat die wel aan de criteria voldoet. Dick en René bekijken de foto kritisch. Dan beamen zij dat dit hoogstwaarschijnlijk een foto van een Witvleugelstern is. Ik heb heel toevallig de enige Witvleugelstern die hier rondwaart in zijn vlucht gefotografeerd! De Zwarte Sterns (we tellen er 37) en af en toe wat Witwangsterns scheren over het moeras, helaas op grote afstand. Het is een aanstekelijk schouwspel.

2013 05 08 2601west23

Kropswolderbuitenpolder op 8 mei 2013. Gebied waar de sterns foerageren en rusten. Foto: Ana Buren.

Ik vertel René hoe ik vorig jaar de allerlaatste Witwangstern uit onze polders zag vertrekken, in de veronderstelling dat ik ze nooit meer zou terugzien. “Dat was vast een emotionele gebeurtenis. Of emotioneel is misschien een te groot woord…” zegt ie. Ik beken dat ik het niet helemaal droog heb weten te houden. Ik ben bang dat deze beestjes weer mijn missie worden dit seizoen.

Ana Buren

Maandag 6 mei 2013

Twee Witwangen!

2013 05 06steltkluut
Steltkluut. Foto: Gerrit Kiekebos.

Vanavond was typisch zo’n avond om er nog even op uit te trekken nu het voorjaar eindelijk op volle toeren lijkt te zijn gekomen. Sinds 20 april heeft zich in de zomerpolders van de Onnerpolder een paartje Stetkluten gesetteld. Iets waar je gezien de aanwezige randvoorwaarden eigenlijk stiekem een beetje op zit te wachten en wat ontzettend leuk is wanneer dat ook daadwerkelijk gebeurt. Aanvankelijk liet het paar zich van betrekkelijk korte afstand foeragerend op diverse plas-dras percelen in de Onner- en Westerbroekstermadepolder bewonderen. Sinds twee weken verblijft het paar voornamelijk in de omgeving van het radarstation aan de Zuiderhooidijk. Foto’s op de waarnemingen tonen ons knip en klaar dat het hier op 26 april om 10:10 uur tot paring is gekomen. Sindsdien wordt eigenlijk nog maar 1ex. regelmatig waargenomen. We mogen dus aannemen dat er gebroed wordt.

Deze avond op het gemaal duurt het ook niet lang voordat ik de Steltkluut in de kijker heb. Achter de vogel ontwaar ik nog een 5-tal Kluten, ook een nieuwe soort hier dit voorjaar in de Onnerpolder als gevolg van de vernatting van de zomerpolders deze winter. Kort nadat ik de Steltkluut ontdekt heb vliegt deze met zijn schitterende lange rode stelten op om in een stuk ruig nat grasland een beschutte plek voor de nacht te zoeken.

2013 05 06witwangstern
Witwangstern. Foto: Ana Buren.

Vervolgens spied ik de plas achter het radarstation goed af. Zeker 6 soorten steltlopers staan hier nog te foerageren in de late avondzon: Groenpootruiter, Zwarte Ruiter, Bosruiter, Kemphaan, Grutto, en Tureluur. De temperatuur daalt snel deze avond en omdat ik me daar niet goed op voorbereid heb besluit ik vrij snel mijn boeltje weer in te pakken.

Terwijl ik hiermee bezig ben stuift Klaas Ophoff met fiets en al het Onnerpolder- gemaal op. ‘Heb je de Witwang al gezien?’ roept hij opgewonden met een bezweet voorhoofd. ‘Nee’, is mijn antwoord, ‘maar de Steltkluut wel’. Ik vertel Klaas dat mijn bezoek aan het gemaal vanavond eigenlijk een spontane last-minute beslissing was en ik me vandaag niet op de hoogte gesteld heb van de waarnemingen. Snel breng ik mijn scoop weer in stelling en gezamenlijk proberen we de Witwang te ontwaren tussen de tientallen Kokmeeuwen.

Binnen enkele minuten lukt het ons een foeragerend exemplaar te ontdekken voor de kijkhut van de WBMP: vreugde alom! Klaas pakt gelijk zijn mobieltje om de vogel te melden en belt ook Guido nog even om de vondst te melden. Ondertussen blijf ik de Witwang goed volgen die nu voor het gemaal langs richting NW vliegt. Halverwege de polder zie ik een tweede Witwang aansluiten. Samen vliegen ze door naar de plas voor de Biksmolen. Hier krioelt het van de Kokmeeuwen.

Ondertussen loopt het tegen zonsondergang en tel ik inmiddels zeker 6 sternen. Helaas is de afstand te groot en de lichtsterkte te gering om met zekerheid vast te stellen dat het hier om 6 Witwangen gaat. Mogelijkerwijs zaten er Zwarte Sternen tussen die hier eerder op de dag ook al gemeld waren zoals ik in de waarnemingen bij thuiskomst zie. Ik ben zeer benieuwd of de komende dagen de groep Witwangen zicht verder gaat uitbreiden. Het zou uniek voor Nederland zijn wanneer het dit jaar wederom tot een broedkolonie Witwangsternen zou komen hier. De Kropswolderbuitenpolder lijkt er klaar voor te zijn!

Jan Henk

2013 05 06kwbp

Kropswolderbuitenpolder 5 mei jl: alles lijkt gereed om de Witwangen te ontvangen. Foto: Jan Henk.

Vrijdag 19 april 2013

Beflijsters in de Onnerpolder

Sinds een kleine week zijn er weer meldingen van Beflijsters in Nederland en zo ook weer in de Onnerpolder waar ze jaarlijks meestal in de buurt van de Waterleidingweg zijn te vinden. Dus maakte ik vanmorgen om 07.00 uur Meint al wakker om vroeg op stap te gaan.

2013 04 19vogels

Beflijster, Gekraagde Roodstaart, Kemphaan. Foto's: Meint en Maria Woortman.

We waren er ongeveer om 09.00 uur en hadden al snel de 1e Beflijster gevonden, echter wel erg ver van ons vandaan en meteen weer terugvliegend in de struiken langs het weiland. In de auto als schuilhut hebben we een poosje staan wachten en slechts af en toe liet hij zich zien.

2013 04 19hermelijn
Hermelijn. Foto: Maria Woortman.

Verder waren er meerdere Gekraagde Roodstaarten aanwezig waarvan er eentje mooi vlak bij onze auto kwam zitten. Verder in de buurt nog een aantal Kramsvogels en een paartje Roodborsttapuit gezien, ook de Boerenzwaluwen zijn weer volop terug. Hierna op naar de Osdijk om nog even te kijken bij het nieuwe plas-dras gebied

Waar in het begin van de Osdijk altijd een paartje Roodborsttapuit is te vinden zat nu wederom een Gekraagde Roodstaart, verder hier ook veel Graspiepers. Bij de Petgaten waren veel Ganzen te zien en verderop zagen we een paar hazen achter elkaar aanrennen, wat altijd een lust is om naar te kijken, met hoog in de lucht het gezang van de Veldleeuwerik maakt het lentegevoel weer compleet.

Een Bruine Kiekendief - vrouw kwam nog laag overvliegen. Aan het einde van de Osdijk waren zowel links als rechts nog veel Kemphanen te zien die al mooi op kleur komen en verder natuurlijk aanwezig de Grutto's en Tureluurs.

Terwijl we vanuit de auto aan het genieten waren van de mooie kleuren van de Kemphanen kwam er ineens uit het gras een hermelijn op ons af en die bleef even vlak voor de auto stilstaan. Als altijd had ik mijn fototoestel paraat en kon hem nog snel op de foto zetten, wat een prachtig zoogdiertje is het toch.

2013 04 19onnerpolder osdijk

Onnerpolder, Osdijk. Foto: Maria Woortman.

Zoals helaas al was voorspeld begon het rond het midddaguur een beetje te miezeren en werd het tijd om weer naar huis te gaan - maar toch nog even bij het weiland langs waar we de Beflijster hadden gezien. Wederom was hij te zien achterin het weiland maar na een tijdje kwamen er nog 2 vanuit de struiken tevoorschijn die een beetje dichterbij kwamen en dat bracht de score dus op 3 voor deze dag. Het begon nu nog harder te regenen dus tijd om naar huis te gaan en nog na te kunnen genieten van de foto 's.

Maria Woortman

Donderdag 18 april 2013

Zuid-West 7

Ook deze bijdrage aan de weblog begint met een weerpraatje want met 6-7 Bft is het vandaag bovengemiddeld winderig. Reden voor mij om de open polder vooreerst nog even te mijden deze ochtend. Dat komt goed uit want het is inmiddels half april en dan voltrekt zich in vrij kort tijdsbestek de voorjaarstrek van de Beflijster in Nederland. De vaste bezoekers van de Onnerpolder weten dan waar ze moeten zijn: de goed bemeste percelen aan de Noordlands- en Koelandsdrift waar paarden of schapen staan, liefst met een boomwal in de directe nabijheid. De meeste kans heb je op een paardenveldje aan de Koelandsdrift, even om de hoek bij de Waterleidingweg.

2013 04 18beflijster2

Beflijster. Foto: Rein Hofman.

Op de Noordlandsdrift zie ik mijn eerste Gekraagde Roodstaart man van dit jaar. Nadat ik een bewijsplaatje heb gemaakt van deze mooie vogel lijkt zo’n 200 m verderop mijn missie van de dag al gelijk geslaagd: bij nadering van een solitaire els zie ik een Beflijster opvliegen. Deze had mij kennelijk ook al zien aankomen. De vogel wordt gelijk gegrepen door de harde wind en ploft enkele tientallen meters aan de andere kant van de drift in het gras neer. Omdat ik voor langere tijd van een Beflijster wil genieten dan deze kortstondige ontmoeting besluit ik door te fietsen naar de Koelandsdrift. Onderweg scoor ik nog een zingende Zwarte Roodstaart man en een foeragerende Grote Lijster. Aangekomen bij het betreffende paardenveldje aan de Koelandsdrift zie ik gelijk al twee Beflijsters staan. Na van grote afstand de vogels te hebben geobserveerd besluit ik om een foto van deze vogels te gaan maken. Ik begeef me daarvoor in een greppel en probeer geruisloos naderbij te sluipen. Halverwege mijn sluiptocht begint vanuit het naastgelegen struikgewas een Merel onbarmhartig hard te alarmeren. Dit is voor de mij zo begeerde Beflijsters het signaal om in de naastgelegen houtwal een veilig heenkomen te zoeken. Even later zie ik de vogels luid roepend oostwaarts vliegen. Waarom is alles wat zeldzaam of mooi is toch zo schuw? Alleen pestvogels zijn een uitzondering op deze regel zoals alles in de natuur wel een uitzondering lijkt te kennen.

2013 04 18ooievaar
Moeilijke landing. Foto: Jan Henk.

Nu ik mijn doel - op het maken van een (mooie) foto na - heb bereikt verken ik de omgeving nog even goed op de eventuele aanwezigheid van een Boomvalk. Deze soort heeft hier een geschikte broedbiotoop zo bleek afgelopen jaar maar is nu kennelijk nog niet gearriveerd, althans ik zie ze niet. Ook kijk ik nog even goed naar de plek waar de dag ervoor een Paapje werd gemeld. Helaas, deze houdt het op deze winderige dag voor gezien. Op de terugweg kan ik de verleiding niet weerstaan om mij met de wind in de rug richting het gemaal te laten blazen. Er waren hier weer leuke soorten gemeld de laatste dagen: Purperreiger en Zwarte Stern. Hoe verder ik de polder in kom des te harder de wind mij richting het gemaal blaast. Gebruik van kijker, laat staan van scoop, is hier bijna onmogelijk vandaag. Behalve wat Gele Kwikken, parende Grutto’s, Bontbek en Kleine Plevieren zie ik niets noemenswaardigs.

Gelukkig nadert boven de Westerbroekstermadepolder een Ooievaar. De vogel heeft pal tegenwind en wordt daarbij ook nog eens zwaar belaagd door een legertje Kokmeeuwen. Zijn doel is duidelijk: de zomerpolders van de Onnerpolder! Na enige tijd arriveert de vogel daar waar hij enkele minuten hard voor heeft gewerkt. Voor mijn ogen ontspant zich vervolgens een vermakelijk schouwspel omdat bij iedere landingspoging de vogel weer zo’n 1.5 tot 2 meter de lucht in geslingerd wordt. Door al deze kapriolen raakt dit deel van de zomerpolder behoorlijk in rep en roer waardoor alles wat kan vliegen opvliegt. Na zo’n 15 landdingpogingen besluit de Ooievaar zijn meerdere te erkennen in de wind en vliegt door om elders in een meer beschut deel van de polder neer te strijken. Met dit tafereel moet ik het vandaag doen. Bij mijn vertrek van het gemaal scheert mijn eerste Gierzwaluw van dit jaar met speels gemak laag over de zomerpolder richting Onnen. Dan wacht ook voor mij de onvermijdelijke terugweg over de Zuiderhooidijk. De natuur heeft tenslotte iedere dag een cadeautje voor je…

Jan Henk

Dinsdag 16 april 2013

Kleur!

2013 04 16blauwborst
Blauwborst. Foto: Ana Buren.

Vandaag leek het qua temperatuur wel lente maar er was toch wel veel bewolking. Maar ’s avonds klaarde het mooi op, dus hup, nog eventjes naar het Onnergemaal. Eens kijken of onze gevederde vrienden ook de lente in de kop hebben. Het begint heel slecht. Wanneer ik de Zuiderhooidijk oprijd, hoor ik … niets … Dat klopt precies helaas, want ik zie ook niets. Tenminste, geen vogel. Een heel eind verder, bij de Zeelandenweg, zitten echter toch vogels. Honderden Brandganzen, die kennelijk nog steeds wachten op het juiste weer om richting hun broedgebieden te gaan. Bij het gemaal zijn geen collega-kijkers. Jammer, vind ik altijd wel gezellig en met meer zie je ook meer. Nou ja, dan maar alleen.

Ik heb mijn winterjas nog aan, maar de sjaal is eigenlijk niet meer nodig. En handschoenen al helemaal niet. Gelukkig maar. Eens kijken of er nog Geoorde Futen zitten. En jawel, ik kom tot zo’n 60 stuks, alleen al in de WBMP. En dan heb ik het idee dat er nog veel meer moeten zitten, want de vogels zijn behoorlijk duikerig. En ze baltsen er lustig op los, prachtig, prachtig. En, wat zag ik daar? Een Roodhalsfuut? Helaas, de wens was de vader van de gedachte, een gewone. Maar ook gewone Futen zijn mooi.

De toon was echter wel gezet, want even later zag ik een Zwarte Stern. En nog eentje. Uiteindelijk telde ik er drie, die vlak boven het middelste deel van de Westerbroekstermadepolder aan het fourageren waren op insecten. De in grote aantallen aanwezige Kokmeeuwen waren daar op de een of andere manier niet echt heel blij mee. Het waren trouwens mijn vroegste Zwarte Sterns “ooit”. Waar zouden we zijn zonder waarneming.nl?

Na deze wat kleurloze ontdekking (letterlijk dan), kwamen er nog wat kleurige waarnemingen bij. Zo zag ik een Blauwborst, een aantal Groenpootruiters en een Bruine Kiekendief. En ook drie Zwarte Ruiters, waarvan er eentje al bijna helemaal zwart was. En vanmorgen vroeg zat er in mijn tuintje een Zwartkop (eigenlijk een Bruinkop, want het was een vrouwtje). De lente gaat nu echt beginnen, met zo’n mooi kleurenpalet. Om dat te onderstrepen kwam er ook nog een groepje zwaluwen voorbij. Kijken, kijken, of er al huisjes of oevers tussen zitten. Nee hoor, alleen maar Boerenzwaluwen. Maar wat een heerlijk gekwetter. Mmm…

2013 04 16zonsondergang

Zonsondergang in de Onnerpolder. Foto: Harm Jan Kiewiet.

De zonsondergang doet ook mee met het kleurenpalet. De lucht kleurt geel en oranje. Wat is dit toch een fantastische plek om naar vogels te kijken en te luisteren en te genieten van de natuur.

Harm Jan Kiewiet

Vrijdag 12 april 2013

Portugese Limosa limosa

2013 04 12lifelistOp 7 april 2013 zag ik tijdens een prachtige zonsondergang in de Onnerpolder - op het ondergelopen grasland aan het eind van de Noorderhooidijk - onder de diverse foeragerende Grutto's eentje met ringetjes. Het licht was prachtig om goed waar te nemen. Ik dacht eerst aan het ringprogramma van de bekende Friese Grutto-onderzoekers uit de Theunis Piersmagroep en mailde daarop Jos Hooijmeijer van de RuG. Jos reageerde snel op mijn mail en gaf aan dat mijn gespotte combinatie niet uit Fryslân kon komen maar hij vermoedde uit Portugal. Cruciaal was hierin de kleur van de vlag (Groen door mij gezien, in plaats van de in NL gebruikte kleur Limoen) en het aantal ringetjes aan de poot met de vlag (in NL: 2 aparte ringen en een aparte vlag, Mijn exemplaar had aan die poot 1 ring en 1 vlag ter grootte van de ring).

José Alves (BIO Portugal) die geCCt was reageerde ook snel en bevestigde na enkele heen-en-weer-mails dat de ringcombi RB-YGflag (van boven naar onder links: Red-Blue // van boven naar onder rechts: Yellow Greenflag) van een Portugese Limosa limosa was.

Ik kreeg nevenstaande waarneminglijst ter bevestiging.

In het kort: Als adult geringd in W-Portugal (november 2011), verbleef in april 2012 in de monding van de Thames in Kent Engeland; dook in de zomer 2012 in W-Frankrijk boven Bordeaux op en zakte daarna af naar het ringgebied in W-Portugal (november 2012), waarna ik het druk foeragerende beestje in april 2013 in de Onnerpolder aantrof.

Groet, Sjoerd Sipma

Dinsdag 9 april 2013

Bevers!

Het wordt vandaag 11 graden met windkracht 3 uit het Oosten. Een hele verbetering met de voorgaande dagen, dus ik ga eropuit. Ik wil de Westerbroekstermadepolder en de Kropswolderbuitenpolder verkennen, en op zoek gaan naar de Blauwborst. De toegang tot die polders vanuit Haren gaat via een stukje Onnerpolder. Daar staat het water al weer heel veel lager dan vorige week. De polders zijn aan het opdrogen. Ik zeg dit niet gauw, maar een paar fikse regenbuien zouden mij nu toch welkom zijn. Het liefst gedurende de nacht. In de Westerbroekstermadepolder zijn die enorme ganzenmassa’s verdwenen. Er is veel drukte in de lucht. Grote groepen Kolganzen vliegen richting oosten. Maar soms ook weer de verkeerde kant op en soms landen ze weer met veel kabaal vlak voor het gemaal. Ze zijn een beetje de weg kwijt lijkt wel.

2013 04 09kolganzen

Kolganzen landen in de Westerbroekstermadepolder.Foto: Ana Buren.

Het is diezig, maar verder geen verkeerd weer. Dat kon veel minder. Licht bewolkt en af en toe probeert een zonnetje er doorheen te piepen. Vijfentwintig Aalscholvers vliegen in formatie richting oost. Een Buizerd vliegt voorbij met een takje in zijn bek. Hij landt in een hoogspanningsmast waar hij een nest aan het bouwen is. De Schotse hooglanders hebben een veulen. Het lijkt nu dan toch eindelijk wel lente. Twee Grutto’s vliegen roepend voorbij.

En dan: Hoera! Twee Boerenzwaluwen scheren over het water, foeragerend op insecten. Ze zijn er weer! Gelukkig, nog niet uitgestorven. Vanaf het pad naar de kijkhut zie ik dat het aantal Geoorde Futen fors is toegenomen. Ik zie er een stuk of twintig. In de kijkhut zelf dobbert er een Tafeleend vlak voor de hut, maar ik kan hem niet goed fotograferen omdat ik een van de raampjes niet open krijg. Het zit muurvast. Straks maar even met het Groninger Landschap mailen.

Dat Groninger Landschap rijdt mij even later blijmoedig tegemoet in de personen van Michel Krol en Alwin Hut, beheerders. Ik dien mijn klacht meteen maar even in. Wordt aan gewerkt. “Ik weet niets van vogels.” zegt Michel, als ik naar de vogelstand vraag. Dat beaamt Alwin. Alwin is van de vogels en Michel van de planten. “Willen jullie niet even een stukje voor de weblog schrijven?” vraag ik, zoals altijd. Ze zijn zeer vereerd dat er een weblog over deze polders op de website van Avifauna Groningen staat. Alwin wil met alle plezier een stukje schrijven. Dus dat zien we binnenkort tegemoet.

Michel vertelt dat deze polders zijn genomineerd voor de ‘Eden Award’, een stimuleringsprijs voor duurzame toeristische ontwikkeling. Aan de prijs is een geldbedrag van €25.000 verbonden, beschikbaar gesteld door het ministerie van Economische Zaken. Hij vraagt of ik mijn foto’s daarvoor ter beschikking wil stellen. Hij zegt dat van dat prijzengeld dan een nieuwe kijkhut gebouwd gaat worden. Dan kan ik het natuurlijk niet weigeren.

2013 04 09beversporen
Beversporen. Foto: Ana Buren

“In de Oostpolder heb ik 121 Kemphanen geteld. En aan de Noorderhooidijk 57 exemplaren. Het is fantastisch daar.” vertelt Alwin. Dat is een indrukwekkend aantal. Voor Kemphanen hoef je helemaal niet meer naar Skrins en Skrok in Friesland. Ze foerageren nu in onze achtertuin. “Je moet straks even opletten. Aan de rand van het fietspad zijn er beversporen goed zichtbaar.” tipt Alwin. En ja, als ik verder fiets zie ik duidelijk de knaagsporen van bevers. Ze hebben enkele wilgen geveld, en niet zulke kleintjes ook!

2013 04 09geoordefuut250
Geoorde Futen. Foto: Ana Buren.

Een paartje Geoorde Futen is met takjes aan het slepen. Af en toe probeert het vrouwtje uit of je er al op kan staan. Nog niet. Nog even verder bouwen. Dan blijkt het bouwsel haar gewicht te kunnen dragen. Ze gaat er plat op liggen. Datzelfde gedrag heb ik al eerder bij Futen gezien. Dan kan het uren, zo niet dagen duren voordat die kerel er eindelijk bovenop gaat. Maar Geoorde Futen laten er kennelijk geen gras over groeien, want de man zit er in no time bovenop. En even snel is hij er weer vanaf. Maar dan gebeurt er iets bijzonders. Ze doen aan naspel! Ze verheffen zich een aantal malen uit het water. Niet tegenover elkaar, zoals Futen dat doen, maar naast elkaar. Het is een schattig gezicht. Het nest heeft het helaas begeven. Het kon hun gewicht niet dragen. Met hernieuwde ijver gaan ze weer op zoek naar takjes.

Een vrouwtje Bruine Kiekendief probeert een prooi te verschalken. In het bos van Meerwijk hoor ik het geroffel van een Grote Bonte Specht. Watersnippen vliegen met hun knorrend geluid op; daarvan zijn ook alweer behoorlijk wat exemplaren aanwezig. Vorig jaar liep dat op tot honderden.

2013 04 09wimwoudman
Wim Woudman als Charon. Foto: Ana Buren.

Ik trap stevig door want ik ben zo benieuwd naar al die watervogels in de Oostpolder. Voor het hek van de camping stap ik af van de fiets. Het hek is gesloten. “Het is dicht!” roepen mensen mij toe als ze mij zien. Er schijnt iets over in de krant te hebben gestaan. Dat het pontje het niet doet, vanwege de kou of zo. Maar je kunt vanaf hier dus ook helemaal de camping niet meer op. Dat is behoorlijk balen. Ik peddel gefrusteerd en een beetje besluiteloos terug. Wat nu?

Dat is een bekend gezicht. Het gezicht van Wim Woudman, vogelaar. Hij komt van zijn werk en fietst naar huis. Hij gaat richting camping. We stappen af en begroeten elkaar. Hoe hij dan denkt naar de overkant te komen vraag ik hem. “Gewoon, met mijn eigen bootje.” Hij wil mij wel met zijn roeibootje overzetten samen met mijn fiets, maar hij wil voorkomen dat de familie Vos hem van concurrentievervalsing beticht. Dus ik moet mij eerst maar aanmelden bij de familie Vos. Via een zijingang fietsen we de camping over naar de aanlegsteiger van het pontje dat er niet is. Wim zet zijn eigen fiets even over en peddelt dan terug om te kijken hoe het mij vergaat. Met zwaaigebaren doe ik allerhand om de aandacht te trekken van de familie Vos, maar die is niet thuis. Dus ik stap in het roeibootje van Wim Woudman, de Charon die de schimmen van de overledenen de Styx overzet naar het rijk van Hades. Met gilletjes en kreetjes, als een ontzettende stadse trut, omdat het bootje een beetje wiebelt.

2013 04 09gelekwik
Gele Kwikstaart. Foto: Ana Buren.

Aan de overkant zien we het aards paradijs. Geweldig hoeveel steltlopers hier hun toevlucht gezocht hebben. Wim ontdekt al snel een Gele Kwikstaart. De eerste dit jaar! Een Bontbekplevier trippelt over de weg. Overweldigende hoeveelheden Grutto’s en Kemphanen. Dan komt het autootje van het Groninger Landschap van Michel Krol en Alwin Hut er weer aan. Ik meld trots dat ik de knaagsporen van de bever heb gevonden. Alwin wijst naar een dikke boom in de verte, die tig maal zo groot is als de wilgjes waarbij ik de knaagsporen had aangetroffen. Daar zijn de bevers ook al aan begonnen.

Het wordt alweer tamelijk koud. De zon is verdwenen, de wind lijkt wat aan te trekken. Ik doe nog even het fietspad naar Noordlaren, langs die andere beversporen.

Ik sta pal op de rem, want vlak voor mij is een plas waar die honderden Brandganzen en Kolganzen die ik voorheen in mijn kijker zag, zijn geland. Ik kan daar niet aan voorbijfietsen zonder dat ik de hele bups de lucht injaag, dus ik ben aan het dubben wat ik zal doen. Daar hoef ik niet lang over na te denken, want er stopt vlak naast mij een auto. Dan gaat het hele spul de lucht in, behalve wat Grutto’s en Wintertalingen.

2013 04 09brandganzen

Brandganzen en Kolganzen. Foto: Ana Buren.

De man draait zijn raampje naar beneden en doet zijn autoradio uit. Hij is in de stemming voor een praatje. Hij is boer, hij woont dáár zegt ie. Ze zijn bezig met een ruilverkaveling. Hij moet grond achter zijn huis afstaan. “Dat gaat naar die grote boer dáár,” wijst ie, en de rest gaat naar de leden van de commissie, want zo gaat dat, die zitten het dichtst bij het vuur.” Wat hij ervoor in ruil krijgt weet hij nog niet precies. Hij vraagt of er bijzondere vogels zitten hier. "Kemphanen." zeg ik. "Kemphanen??" "Ja, 121." "Zoveel?!" "En Grutto's." "Grutto's ook?? Die heb ik nog niet gezien." Ik wijs hem een paar Grutto's aan, daar vlak voor ons in de plas. Hij vindt het allemaal heel erg bijzonder, terwijl hij er toch middenin woont. Maar hij is nu op zoek naar een visstek. Hij heeft vorig jaar €72,- betaald voor een visakte en heeft er nog nooit gebruik van gemaakt. Dat gaat hij nu doen.

Het blijkt een stevige boom te zijn waar de bevers hun tanden in gezet hebben. Hij heeft een diameter van ongeveer 1 meter.

2013 04 09beversporen5

Knaagsporen van een bever. Foto: Ana Buren.

Ze zullen er nog een hele kluif aan hebben voor ze hem omver hebben. Jammer van de boom, maar geweldig leuk, die bevers!

Ana Buren

Zaterdag 6 april 2013

Koud!

2013 04 06guido
Guido Meeuwissen op het gemaal.
Foto: Harm Jan Kiewiet

Vandaag ben ik om kwart voor zes ’s morgens naar de Lauwersmeer gereden. Hé, dit is toch een blog over het Onnergemaal en omgeving? Ja, dat klopt, maar ik heb wel even een inleiding nodig en bovendien is het Lauwersmeergebied ook meer dan de moeite waard.

Tegen half zeven was ik bij de kijkhut bij het Jaap Deensgat. Het was niet druk met vogels en al helemaal niet met mensen. Toch heerlijk genoten van o.a. Rietgorzen en Baardmannetjes. En toen een rondje langs andere hotspots gemaakt (Nieuwe Robbengat, Haven, de Keeg en zo). Omdat ik geen Zeearend te zien kreeg, besloot ik op de terugweg toch nog maar even naar het Onnergemaal te gaan. Daar waren de laatste tijd behoorlijk wat meldingen van Zeearenden vandaan gekomen.

Vanaf de ringweg om Groningen besloot ik via de Hereweg en de Verlengde Hereweg naar Haren te rijden. Wat zag het er daar weer prachtig uit met al die bloeiende krokussen langs de weg. De lente waar iedereen zo naar smacht laat nu niet lang meer op zich wachten. Heerlijk! Toen ik de onverharde weg naar het gemaal opdraaide, merkte ik hoe droog het wel niet was. Met een gangetje van onder de 30 veroorzaakte ik nog heel wat stofwolken. Toch kon ik zien dat het in de polder niet heel druk was met vogels. Één enkele Wulp kon ik ontdekken. Maar op het gemaal ontwaarde ik al wel een medestander, dus waarschijnlijk zat er in de Westerbroekstermadepolder wel genoeg.

Boven gekomen bleek Guido de medestander te zijn. Hij had zijn muts nog op en dat was gezien de redelijk harde westenwind geen luxe. Ik deed mijn gewatteerde capuchon op en zo stonden we daar in winterkleding op 6 april op het Onnergemaal. Dat klopte ook met de verschillende vogelsoorten die in de WBMP zaten. Heel veel Kolganzen nog, Smienten, Wintertalingen, een paartje Nonnetjes en toen Guido al naar zijn warme huis was ook nog een paartje Grote Zaagbekken. Om het koud van te krijgen inderdaad.

2013 04 06geoordefuut
Geoorde Fuut. Foto: Ana Buren.

Maarrr… er waren ook al Geoorde Futen. Dat doet een mens goed en ik kreeg het er meteen warm van, helemaal toen een paartje aan het baltsen sloeg. Wat zijn Geoorde Futen toch mooi en wat heerlijk dat er zoveel in de WBPM en de KWBP zitten. Vanaf het gemaal telde ik er op een gegeven moment tien stuks. Vorig jaar om deze tijd werden er al meer dan dertig geteld, maar dit is een beginnetje.

Dat de lente er echt aankomt, werd nog eens onderstreept door een hardloper van de RuG. Die holde gewoon in korte broek naar het gemaal en terug. Of liep hij nu zo hard omdat hij koud had? We zullen het nooit weten, want ik was te stomverbaasd bij de aanblik van de lentebode dat ik behalve een “moi” niets uit kon brengen.

Guido wees me nog op een aantal Bonte Strandlopers in de Onnerpolder. Ik vond dat heel bijzonder, zo ver van zee. Maar volgens Guido komen deze leuke vogels wel vaker voor in het binnenland. En toen, toen gingen de duizenden Kolganzen op de wieken. Het zou toch niet, toch weer een Zeearend? Nee helaas, de traumaheli van het UMCG. Tijd om mijn warme huis op te zoeken.

Harm Jan Kiewiet

Donderdag 4 april 2013

Grutto Walhalla

Wanneer ik rond 14.30 uur bij het gemaal arriveer ben ik de enige aanwezige, ook wel weer eens lekker. Dat was afgelopen Paasdagen wel anders met topdrukte op zaterdag. Was deze drukte het gevolg van de start van deze wervende weblog of van de aanwezigheid van maar liefst 2 Zeearenden in de polders? Het Groninger Landschap had beide vogels op het ijs van het Zuidlaardermeer voor de kijktoren in de Oostpolder gefotografeerd. Inmiddels lijken beide vogels, een 2e en 4e kj, het Zuildlaardermeergebied verlaten te hebben. In de wijde omgeving (Dannemeer, Hunzedal en De Onlanden) duiken nog wel waarnemingen op.

2013 04 04stillezaterdag

Hoezo Stille Zaterdag? Foto: Jan Henk. 

2013 04 04gruttos
Grutto’s tegen zonsondergang op weg
naar de soos in de Onnerpolder.
Foto: Jan Henk.

Wat op deze donderdagmiddag opvalt is dat de harde oostenwind de polders flink gevriesdroogd heeft de laatste weken. De plas-dras percelen zijn bijna volledig ingedroogd en ook het waterpeil in de vernatte zomerpolders is flink gezakt. Wanneer dit in dit tempo doorgaat liggen de zomerpolders er begin mei al droog bij. Hopen dus op (nachtelijke…) neerslag volgende week wanneer de wind eindelijk naar ZW draait en de temperatuur ook de dubbele cijfers gaat halen. Ik bedenk me ineens dat er hier een vrij dramatische situatie voor de steltlopers zou zijn opgetreden wanneer de zomerpolders niet onder water gezet zouden zijn. Zoals bijvoorbeeld in Friesland waar men besloten heeft ijsbanen weer onder water te zetten om de weidevogels soelaas te bieden.

2013 04 04waterpieper
Waterpieper. Foto: Gerrit Kiekebos.

Terug naar het gemaal. De in de waarnemingen gemelde nieuwkomers, Zwarte Ruiter en Kleine Plevier, weet ik vrij snel te lokaliseren. Opvallend vandaag zijn de vele Waterpiepers en ook de aantallen Kemphanen zijn duidelijk weer stijgende.

Wellicht door de slechte foerageercondities elders wemelt het hier op dit moment van de Grutto’s. Deze laten zich het beste tellen tegen het einde van de dag wanneer de vogels de slaapplaats (soos) opzoeken. Om die reden was ik de avond ervoor (woensdag 3 april) ook even naar het gemaal gereden. Ik telde zo’n 350 Grutto’s op de slaapplek 250 m NW van het Onnerpoldergemaal. Deze avond meldt Alwin Hut namens het Groninger Landschap 780 stuks op de slaapplaats in de Oostpolder. Dat betekent dat er op dit moment ruim 1100 grutto’s in de zomerpolders bivakkeren!

Dit grote aantal Grutto’s, en de nog altijd aanwezige groepen Wintertalingen en Smienten, heeft de aandacht getrokken van enkele Haviken en Slechtvalken die hier dagelijks jagend kunnen worden waargenomen. Zo ook door Emo die in de zomerpolders van de Oostpolder een Wilde Eend aan een gewisse dood zag ontkomen na een aanval van een onvolwassen Havik.

Even na 15 uur schuift de aangekondigde bewolking voor de zon. Het koelt hard af en de oostenwind trekt weer gevoelig aan. Omdat de vogels het nu kennelijk ook voor gezien houden besluit ik lekker met de wind mee huiswaarts te keren op mijn CO2 neutrale fiets.

Leuke gemelde soorten de laatste dagen vanuit de ZLM polders: Grote Gele Kwikstaart, Kerkuil (zie onderstaand filmpje van Paul Berghuis), IJslandse Grutto, Lepelaar, Matkop en Witgat.

 

2013 04 04havik

Oostpolder: Havik stort zich op een vrouwtje Wilde Eend. De Wilde Eend weet toch nog te ontsnappen. Foto: Emo Klunder.

Wordt binnenkort verwacht hier: Blauwborst, Gele Kwikstaart en Boerenzwaluw?

Jan Henk

Paasmaandag 1 april 2013

Paaspolders

Bij het wakker worden stel ik verheugd vast dat de hemel blauw is. Toch nog weer 2 graden nachtvorst, maar in de loop van de dag zal het kwik naar 6° kruipen. Ik ga een rondje Zuidlaardermeer doen: Westerbroekstermadepolder, Kropswolderbuitenpolder, dan met het pontje dat vandaag voor het eerst in dit seizoen weer in functie is, naar de Oostpolder, Onnerpolder en Oosterpolder. Op mijn elektrische fiets. In de polders voel ik me altijd thuis. Dat is ook niet zo moeilijk, want waar ik ook ben, overal is een vertrouwde skyline die ervoor zorgt dat ik weet waar ik ben. Ik kan bijna mijn eigen huis zien.

2013 04 01skyline

Skyline gezien vanaf de Dr. Ebelsweg. Foto: Ana Buren.

Vanaf de Dr. Ebelsweg fiets ik het tunneltje door en beland ik in de Onnerpolder. Dat staat nog flink onder water, maar toch is het peil, vergeleken bij een paar weken terug, al behoorlijk gezakt. Op het bruggetje dat de grens markeert tussen de Onnerpolder en de Westerbroekstermadepolder stap ik van mijn fiets af. Dat hoort zo. Iedereen stapt boven op het bruggetje van de fiets af om even naar het water en de molen te kijken en naar het opkomende riet. Of om een praatje te maken met iemand anders die van zijn fiets afgestapt is.

2013 04 01molen

Zicht vanaf het bruggetje tussen de Onnerpolder en de Westerbroekstermadepolder. Foto: Ana Buren.

2013 04 01schotsehooglander
Schotse Hooglander. Foto: Ana Buren.

Ik ben benieuwd of vandaag mijn eerste Geoorde Fuut, Tjiftjaf, Roodborsttapuit of Blauwborst op mijn pad komt. Tot nog toe is het nog akelig stil wat betreft het kleine grut. Hier en daar een Graspieper.

Ganzen genoeg. Richting de molen zie ik honderden Kolganzen met hier en daar een Grauwe Gans, Smient, Pijlstaart of Wintertaling ertussen. Er komen steeds meer Kolganzen aangevlogen. Ik ga ze toch maar eens serieus tellen en kom tot over de duizend. De wegtrek naar de broedgebieden is nog niet echt op gang gekomen. Het is te koud en de harde oostenwind van de laatste weken houdt ze tegen. Van die kou schijnen de Schotse Hooglanders geen last te hebben. Een stier staat zich in het zonnetje te schurken aan het toegangshek naar het laarzenpad, dus ik zie er maar vanaf om daar op het bankje even uit te rusten.

2013 04 01geoordefuut
Geoorde Fuut. Foto: Ana Buren.

Vanaf het pad naar de vogelkijkhut speur ik het water af. Ganzen, eenden, Meerkoeten; twee Nijlganzen, op zoek naar nestgelegenheid, proberen tevergeefs een Grauwe Gans van een muskusratnest te verjagen. En dan, twee Geoorde Fuutjes! Ze zijn er weer! Na het enorme broedsucces van vorig jaar in deze polders, 145 broedparen (!), gaan ze het opnieuw proberen.

2013 04 01tjiftjaf
Tjiftjaf. Foto: Ana Buren.

In de wilgen voor de schutting naar de kijkhut tuimelen Rietgorzen en Vinken. En op de schutting zelf zit een klein vogeltje dat mij aankijkt en roept: “Tjiftjaf”. Ik roep blij verrast “Tjiftjaf!” terug. Dan komt er nog eentje bij en samen vliegen ze in een boom vlakbij, waarbij ze zich verder niet veel meer van mij aantrekken.

Vanuit de hut zelf valt er niet veel te zien. Kokmeeuwen, enkele Kuifeenden, Wintertalingen, een overvliegende Grote Zaagbek en in de verte natuurlijk talloze ganzen. Op het pad terug een paar Tafeleenden en nog eens 4 baltsende Geoorde Futen. Het gaat goed!

Ook in de Kropswolderbuitenpolder staat het water nog heel erg hoog. Links van het pad zwemmen Wilde Eenden, Krakeenden, Slobeenden, Wintertalingen en Meerkoeten. Rechts van het pad is het nog één grote watervlakte. Daar begonnen vorig jaar de eerste Witwangsterns met het bouwen van hun nesten.

2013 04 01kropswolderbuitenpolder

Terrein in de Kropswolderbuitenpolder waar vorig jaar de Witwangsterns begonnen met broeden. Foto: Ana Buren.

Het werden uiteindelijk 26 broedparen! Dat zou toch zo leuk zijn als ze dit jaar weer terugkwamen. Als dat gebeurt gaat Alwin Hut, beheermedewerker van het Groninger Landschap, hier een oud bushokje plaatsen waar je kunt schuilen voor al die slagregens die de Rolkepolder de naam Kropswolderbuienpolder hebben gegeven.

Witte Kwikstaarten vliegen opgewonden achter elkaar aan. Ze scheren vlak over het water en tuimelen in het riet. Futen zijn op zoek naar nestgelegenheid. Aalscholvers, Blauwe Reigers en Bergeenden. Overal het “kruuk, kruuk” van Wintertalingen.

2013 04 01kemphaan
Kemphaan. Foto: Ana Buren.

Bij het pontje ontdek ik dat het pontje er niet ligt; 1 april zeker. Een familie met kinderen kijkt beteuterd naar Het Land van Beloften aan de overkant. Ze hadden er zo graag een broodje paling willen halen. “Nou, laten we dan maar weer teruggaan.” zegt de man. Maar ik weet wel hoe het moet. Gewoon op de een of andere manier de aandacht trekken van iemand in het huis aan de overkant. Ik begin maar wat te zwaaien en te roepen. De familie begint ook mee te zwaaien. Dan komt er iemand uit het huis die wel genegen is om ons met zijn bootje op te halen om ons over te zetten.

In de Oostpolder eet ik een broodje op het bankje aan het Zuidlaardermeer. Grauwe Ganzen, Grote Canadese Ganzen en Kokmeeuwen. De wind is stevig aangetrokken, de bewolking toegenomen en het wordt stervenskoud. Ik stap maar weer op mijn fiets en begin naar de kachel te verlangen. Maar dat duurt niet lang, want op een dun strookje aarde dat net boven het water uitsteekt zie ik, dicht bij de rand van de weg, een Kemphaan lopen. Daar moet ik foto’s van maken. Hij is zo druk bezig met foerageren dat hij geen aandacht voor mij heeft. Als er een andere Kemphaan overvliegt vliegt hij die achterna en dan verschijnt er een Grutto.

2013 04 01grutto
Grutto. Foto: Ana Buren.

Met zijn lange snavel steekt hij diep in het slik, zó diep dat af en toe zijn kop erin lijkt te verdwijnen. Hij hamert erop los. Het lijkt wel of de grond nog bevroren is. Af en toe stampt hij daarbij met zijn poten op de bodem, net als een meeuw die de wormen naar boven trappelt. Of is het van woede? De vrouwtjes moeten de helft van hun lichaamsgewicht erbij eten om eieren te kunnen leggen. Met deze kou is dat een helse opgave en zullen ze misschien een broedjaar overslaan. Laat die lente nou toch eens komen!

Even kijken langs het fietspad links. Er ligt nog steeds ijs langs de randen van het water. Op het nieuws verneem ik dat ze op het Schildmeer zelfs nog aan het schaatsen zijn. Twee Witte Kwikstaarten lijken zich ook met het ijs te vermaken. Ze landen er met een vaartje op zodat ze nog even op hun pootjes doorglijden. Waarschijnlijk hebben ze zelfs nog nooit eerder in hun leven ijs gezien. Tureluurs scharrelen in de sloot waaruit een paar maal een Watersnip opvliegt als ik voorbijfiets. Veldleeuweriken zingen. In de watervlakte foerageren Grutto’s, Kemphanen, Pijlstaarten, Wintertalingen, Wilde Eenden, een enkele Zomertaling, ganzen en een Kleine Plevier.

Verder richting Onnen. In de weilanden langs de weg scharrelt een tiental Roeken. Ze hakken met hun sterke snavel in de bodem en halen er achter elkaar wormen uit. Die hebben kennelijk geen moeite met overleven. Ikzelf inmiddels wél. Ik heb het koud en heb honger en dat zadel van mijn fiets begint me steeds meer tegen te staan. De accu van mijn fiets raakt ook aardig leeg. Eigenlijk wil ik naar huis. Maar ja, nu heb ik bijna het hele rondje gedaan en het staat zo slordig als ik dat niet afmaak. Dus ik fiets toch nog maar de Onnerpolder in, langs de Zuiderhooidijk, richting gemaal.

2013 04 01gemaal
Het gemaal in de Onnerpolder. Foto: Ana Buren.

Links van het pad staat, met een bouwlint ervoor, een treurige bult hout die tot paasvuur ontstoken zou moeten worden. Maar, vanwege brandgevaar door de aanhoudende droogte, mocht hij niet afgebouwd worden. Hij staat te dicht bij de bomen erachter. Ook hier in de weilanden Veldleeuweriken die met hun gezang het hart verwarmen. Een Grote Zilverreiger vliegt op.

Het is al laat in de middag. Al vanaf een afstand zie ik dat er toch nog iemand aanwezig is op het hoge gemaal. Het is Sjoerd, hij komt hier wel vaker. Of hij dan niet een stukje voor de weblog wil schrijven, vraag ik hem. Maar hij heeft het te druk. Als webbeheerder van de werkgroep Grauwe Kiekendief moet hij nog een nieuwe invoer maken voor de melding van de Grauwe Kiekendieven met wingtags. Die komen over een week of drie weer terug. Hij heeft de indruk dat mensen de waarnemingen van vogels met wingtags nauwelijks melden. Ook onvolledig afgelezen wingtags zijn voor het onderzoek waardevol, dus: melden die handel! Hij vertelt dat er in de polders om ons heen vroeger ook Grauwe Kiekendieven voorkwamen. Ze hebben nu hun terrein verplaatst naar graanvelden. Kijk, een Watersnip! Met zijn karakteristieke roep vliegt hij over ons heen. In het landschap stapt een groepje van nog eens 6 Watersnippen rond. Twee grote groepen Grutto’s, ieder van ongeveer 300 stuks. Een Bruine Kiekendief man vliegt voorbij en een Sperwer scheert vlak over het water in de sloot. Vorige week is hier een Kerkuil gesignaleerd, overdag, jagend boven het maaiveld. En een Rode Wouw. Een Holenduif doet, net als vorig jaar, een broedpoging in het mechaniek van de grijpers. Je maakt hier van alles mee.

Een grote groep Smienten vliegt op, heel mooi in het avondlicht. De wind is gaan liggen, de lucht is weer blauw en de zon is op weg naar de horizon. Om de cirkel netjes rond te maken zou ik nu nog naar de Oosterpolder moeten. Ik heb er eigenlijk geen puf meer voor, maar Sjoerd wil wel mee en dat geeft de doorslag. Langs een rustieke route belanden we in de Oosterpolder.

2013 04 01oosterpolder

Oosterpolder met Smienten. Foto: Ana Buren.

2013 04 01roodborsttapuit1
Roodborsttapuit. Foto: Ana Buren.

Een Roodborsttapuit roept boven in een struik, maar voordat ik hem goed in beeld krijg is hij alweer weggevlogen. Een Roodborstje zit op het prikkeldraad en een Winterkoninkje verstopt zich in het struikgewas. Tientallen Smienten zwemmen in het water; in de stilte van de avond maken ze een oorverdovend lawaai. In de verte een groep Kramsvogels, twee Fazanten, een Blauwe Reiger, Grauwe Ganzen en Nijlganzen.

We lopen nog even het pad van het strooibos in en zakken daarbij diep in de blubber. Het pad naar het kijkscherm laten we links liggen, want daar zit toch nooit iets. Om de hoek naar rechts zet Sjoerd zijn telescoop op. Dit is de hotspot voor de Klapekster. Maar hoe we ook zoeken, hij is niet thuis. Wel zie ik eindelijk de Roodborsttapuit heel mooi in de telescoop. Een man, boven in een struik, mijn eerste dit jaar. Een Havik vliegt voorbij.

Met een noodvaart scheur ik naar huis. Mijn accu mag nu helemaal leeg. Ik ben net op tijd voor het weerbericht van het 8 uur journaal: deze week nog nachtvorst. Pas vanaf volgende week wordt het misschien een beetje lente. Dan wordt het hoog tijd voor de Blauwborst. Op waarnemingen.nl zie ik trouwens dat niemand op 1 april een waarneming van de Blauwborst heeft gemeld. Maar wat ik helaas wél vandaag gemist blijk te hebben in de Paaspolders: Buidelmees, Lepelaar, Grote Gele Kwikstaart, Zwarte Ruiter, Blauwe Kiekendief en Slechtvalk.

Ana Buren

Donderdag 28 maart 2013

Het lijkt wel lente!

Als ik naar buiten kijk, dan zie ik een strakblauwe hemel. Toch maar even op rtvnoord.nl kijken wat de verwachting is voor vandaag. “Bewolkt met kans op sneeuw (20)”, hopelijk zit Harma Boer er naast. Op buienradar zie ik dat het nog behoorlijk koud is met zo’n drie graden onder nul en dat de wind nog steeds in het oosten zit. Er schijnen trouwens hele volksstammen te zijn die niet naar buiten durven voordat ze buienradar geraadpleegd hebben. Met weemoed denk ik terug aan “onze” Jan Pelleboer.

2013 03 28pimpelmees
Pimpelmees. Foto: Ana Buren.

Tegen kwart voor negen stap ik in de auto. Het is min 2 en ik moet eerst de voorruit ontdoen van een laagje ijs. En de bewolking neemt ook al toe. Zou onze weerprofete het dan toch bij het rechte eind hebben? Maar ik ben op alles, of in ieder geval veel, voorbereid. Thermo-ondergoed aan, fleecetrui en een CD van Manu Chao in de CD-speler van de auto. Als ik het daar niet warm van krijg, dan weet ik het ook niet meer. Op naar het Onnergemaal!

Onderweg van Sappemeer naar Onnen zit ik te peinzen dat ik de laatste tijd nog verdacht veel vogels in mijn kleine tuintje aan het spoor heb. Vinken, Groenlingen, Merels, Koolmezen, pimpels en zelfs een Huismus. Allemaal doen ze zich te goed aan het voer in de silo en op de grond. Hoe lang blijft de lente nog weg? Maar ja, er zijn al wel Zomertalingen gezien en ach die Wintertalingen zullen het wel niet snappen. We moeten op de goede weg zijn.

Op weg naar Onnen rijd ik een heel stuk langs het Winschoterdiep. Ik kijk dan natuurlijk altijd eventjes of er in het water nog bijzondere vogels zitten. Dat kan niet heel uitgebreid, want de weg langs het diep is over het algemeen druk bereden. Deze morgen zie ik ook niets bijzonders. Ook in de weilanden aan de andere kant van de weg (Westerbroek e.o.) zie ik niets bijzonders.

2013 03 28skyline

Skyline. Foto: Harm Jan Kiewiet.

2013 03 28nonnetje
Nonnetje. Foto: Ana Buren.

Na zo’n twintig minuten kom ik aan in de Onnerpolder. Daar spot ik meteen een groepje Kolganzen waar zich ook wat Grauwe Ganzen bij aangesloten hebben. Verder is het redelijk rustig. Bij de Zeelandenweg (waar zou die naam toch vandaan komen?) stap ik uit de auto. Het is inderdaad nog erg koud en er staat ook nog veel wind. Maar dat deert twee Veldleeuweriken niet om hun zangkunsten te vertonen. Prachtig is dat toch, ik kan er erg van genieten. Op diezelfde plek zie ik ook een Tureluur, twee witte kwikken en een Watersnip die op de wieken gaat. En ik kan zien dat er op het gemaal geen collega-vogelkijkers staan. Na de hele goede recensie van JH over het gemaal als vogelhotspot, valt me dat toch wel tegen. Snurkers, ze weten niet wat ze missen.

2013 03 28vogelaars
Vogelaars. Foto: Harm Jan Kiewiet

Bij het gemaal staat een Ooievaar me op te wachten. Maar ze wacht niet tot ik uit de auto gestapt ben en vertrekt laagvliegend richting oost. Wanneer ik op het gemaal sta, zie ik dat er drie Ooievaars bij elkaar staan. Een leuk begin voor de waarnemingenlijst vanaf het gemaal. Recht voor me zie ik een paartje Zomertalingen. Zie je wel, ik wist het wel.

Maar iets verderop ook een paartje Nonnetjes en die hadden voor mijn gevoel al weer in het hoge noorden kunnen zitten. Deze twee soorten horen beide bij mijn favorieten.

Bij de kijkhut zie ik twee Buizerds zitten. Een soort die in de omliggende polders heel veel voorkomt. In de Westerbroekstermadepolder ontwaar ik een groepje van zo’n zestig Putters. Een tijdje later zitten ze vlak voor het gemaal, waar ze in de bandensporen naar voedsel zoeken. Verder zijn er heel veel ganzen in de WBMP (Brand-, Grauwe en Kolganzen) en ook veel eenden (Krak-, Kuif-, Tafel- en Wilde Eenden, Smienten, Wintertalingen, Pijlstaarten en Brilduikers). Verder zie ik nog Graspiepers, een Rietgors, een Grote Zilverreiger en een vrouwtje Blauwe Kiekendief.

Om kwart over tien komt er versterking. Guido Meeuwissen heeft ook besloten om het gemaal met een bezoek te vereren. Mooi zo, want twee zien meer dan één. Het werpt meteen zijn vruchten af, want ik ontdek in de Onnerpolder een Wilde Zwaan. Ook zien we een aantal Bruine Kiekendieven. En er komt onder luide aanmoedigingen van henzelf een clubje Grutto’s over ons heen gevlogen.

2013 03 29zeearend
Zeearend 2e kj. Foto: Guido Meeuwissen

Tegen elf uur komt Paul Berghuis ook een kijkje nemen. Hij spot meteen een aantal Kneus. En Guido ontdekt een Tjiftjaf. Mijn eerste van het jaar.

Paul vraagt of we reeds een Zeearend gezien hebben. Nee dus, en ik zeg dat je daarvoor Jan-Henk Venema moet hebben. Als die in de buurt is, dan laat de Zeearend zich zien. En gelukkig, even later komt JH aangereden. Op het moment dat hij boven op het gemaal staat, letten we extra goed op of de Zeearend zich laat zien. Binnen een minuut (ongelogen!) heeft Paul hem in de kijker. De vogel vliegt hoog uit de richting van “Stad” voor ons langs. Even lijkt het er op dat hij richting de Onnerpolder gaat, maar hij buigt uiteindelijk af richting Hoogezand. Waarschijnlijk vliegt hij door naar Dannemeer, maar dat kunnen wij niet zien.

Tsja, wat voor moois kunnen we nu nog te zien krijgen? Een Sperwer. Misschien niet zo spectaculair als een Zeearend, maar ook erg leuk om te zien. Zoals eigenlijk elke vogel leuk is om te zien.

Het Onnergemaal is een uitstekende plek om vogels te kijken. Je staat er hoog en daardoor is er goed zicht op de omliggende polders. En de bijna altijd natte Westerbroekstermadepolder trekt erg veel verschillende vogels aan. In de paar uur die ik er vandaag gestaan heb, heb ik heel veel verschillende vogelsoorten gezien. Misschien inspireert dit verhaal u om ook eens te gaan kijken. Neem dan een blocnote mee en schrijf uw belevenissen op voor dit weblog. Zelfs de landelijke media hebben dit punt al ontdekt, getuige het volgende item in Vroege Vogels TV, met onze aigenste Janine Abbring.

Naast de genoemde soorten heb ik ook de volgende soorten gezien (in willekeurige volgorde). Fuut, Slobeend, Zwarte Kraai, Kemphaan, Nijlgans, Kokmeeuw, Hardlopende Vrouw met Hond, Stormmeeuw, Spreeuw, Anser Unox (Soepgans), Meerkoet, Bergeend, mantelmeeuw. Kortom, een geslaagde vogelkijkmorgen. Misschien tot ziens op het gemaal.

Oh ja, terwijl ik dit schrijf, begint het te sneeuwen. De eerste zin van dit stuk lijkt dus niet te kloppen. Nog even geduld dus.

Harm Jan Kiewiet

Zondag 24 maart 2013

Zeearend!

De weersomstandigheden blijven extreem koud. In Friesland wordt inmiddels alweer geschaatst op ondergelopen polders en het zuiden van Nederland wordt wakker met 10 cm sneeuw. Groepen Kieviten hebben besloten zuidwaarts te trekken. Ik ben daarom zeer benieuwd hoe het de steltlopers vergaat in de Onnerpolder na twee nachten matige vorst en een stormachtige oostenwind. Ik heb alleen één probleem: mijn zoon viert vandaag zijn verjaardag en het hele huis zit vol met familie. Na het gebak kijk ik even snel op waarneming.nl. Ik zie een melding van een noordwaarts overvliegende Zeearend vanuit de Kropswolderbuitenpolder. Dit maakt mijn onrust er niet minder op. Na de thee weet ik zowel mijn ouders als schoonouders over te halen om eens een kijkje te nemen bij het Onnerpoldergemaal. Ze hebben hierover al veel enthousiaste verhalen van mij moeten aanhoren.

Gezien de heersende gevoelstemperatuur pakken we de auto. Aangekomen in de Onnerpolder zien we in de richting van het Zuidlaardermeer iets wat lijkt op een heuse zandstorm. Ik zet de auto even stil om met geopende ramen te luisteren naar enkele zingende Veldleeuweriken. Boven de Westerbroekstermadepolder zie ik op dat moment een grote vogel rondzweven. Snel pak ik mijn kijker: yes, Zeearend! Direct start ik de auto weer en met gezwinde spoed arriveren we bij het gemaal. Ik spring uit de auto en loop het gemaal op waar ik de arend laag de polder zie binnenvallen. Vol in de wind schiet ik opgewonden wat plaatjes.

2013 03 24zeearend

Jagende 2e kj Zeearend in de Westerbroekstermadepolder. Foto: Jan Henk.

Even later staat ook mijn vader naast me en samen zoeken we boven op het gemaal achter de betonnen wand wat beschutting tegen de snijdende wind. De Zeearend vliegt inmiddels boven de plas voor de kijkhut wat heen en weer. We zien niet veel eenden of ganzen opvliegen door deze vliegacties. Niet veel later zweeft de vogel omhoog om na wat rondcirkelen op het ijs in de Kropswolderbuitenpolder te landen. Zo, dat was de eerste Zeearend waarneming voor mijn vader. Dat werd dus hoog tijd na 77 jaar!

We kijken ook nog even op de Noorderhooidijk om te zien of er nog steltlopers zijn. We zien dat de ondergelopen percelen bijna volledig zijn dichtgevroren. Ze lijken op wat Witte Kwikstaarten na volledig verlaten. In één windwak ontdek ik zo’n 20-tal Grutto’s die in dit vrij diepe deel met hun kop onder water staan te foerageren.

Het is mij duidelijk: dit voorjaar heeft een valse start gemaakt! Ben benieuwd of de Kemphanen weer terugkeren wanneer de weerscondities weer enigszins normaal worden.

Jan Henk

2013 03 21gemaal2

Het Onnerpoldergemaal. Foto: Jan Henk.

Donderdag 21 maart 2013

Op zoek naar de lente

2013 03 21fiets
Foto: Jan Henk.

Als ik deze ochtend de gordijnen open is de wereld wit en sneeuwt het. Dit terwijl ons in het noorden een droge en vrij zonnige dag was voorspeld met gevoelstemperaturen die lenteachtig moesten gaan aanvoelen. Na het openen van het slaapkamerraam probeer ik tevergeefs een teken van leven te ontdekken van de Tjiftjaf. Het is 21 maart 2013: het begin van een nieuwe lente! Beneden aangekomen consulteer ik alle weersites. Ironisch genoeg zie ik dat de vorstgrens op dat moment bijna exact de provinciegrens van Groningen volgt. Ook de sneeuwbuien concentreren zich deze ochtend voornamelijk op het noorden.

Toch besluit ik om tien uur na 2 bakken koffie er met de fiets op uit te gaan. Vanwege de excellente transporteigenschappen kies ik voor de fiets van mijn vrouw. Eventuele moppers over het vies worden van haar fiets besluit ik op de koop toe te nemen.

Vanaf mijn huis in Oosterhaar (Haren) is het twee straten door alvorens ik de Onnerpolder bereik. Bij binnenkomst via het fietspad bij de Dr. Ebelsweg beland ik meteen in een gemengde groep Sijsen en Putters. Snel grijp ik mijn kijker want ik heb wel trek in een Barmsijs spec. Maar voordat ik de kijker goed en wel voor mijn ogen heb is de groep reeds luidruchtig vertrokken naar het volgende rijtje elzen. Ik vervolg mijn weg over de Noordlandsdrift. In de aanpalende percelen zie ik een groepje Kramsvogels en Zanglijsters foerageren. Inmiddels verdwijnt de sneeuw als de spreekwoordelijke sneeuw voor de zon. Mezen, Heggenmussen en Vinken zingen er hier flink op los. Ik sla links af en rij de Zuiderhooidijk richting Onnerpoldergemaal op. Nu de meeste ganzen zijn doorgetrokken ligt dit deel van de Onnerpolder er weer stilletjes en verlaten bij. Dat beeld verandert halverwege de dijk waar ik begroet word door zingende Veldleeuweriken. Diverse paartjes Kieviten zie ik her en der op karakteristieke wijze naar beneden buitelen. Op de plas-dras velden foerageert een groot aantal Witte Kwikstaarten. Even verderop, nabij het radarstation, lijken de Graspiepers ook geloof in het voorjaar te hebben gekregen: ze zingen en parachuteren er nog ietwat onwennig op los deze ochtend. Aangekomen op het gemaal ontwaar ik al snel een roofvogel die vanuit ZW boven de rietkraag van het Drentsche Diep het gemaal nadert. Het blijkt een Bruine Kiek vrouw te zijn. Alhoewel het mijn eerste van dit jaar is ben ik ietwat teleurgesteld dat het geen Rode Wouw blijkt te zijn.

2013 03 21zuid

Zicht vanaf Onnerpoldergemaal in zuidelijke richting. Foto: Jan Henk.

Benieuwd naar de aantallen steltlopers richt ik de scoop op de ondergelopen percelen NW van het gemaal. De groep van zo’n 70 Kemphanen blijkt nog aanwezig. In tegenstelling tot de groep Kemphanen ontwaar ik op dit tijdstip slechts een 8-tal Grutto’s. Dit lage aantal verbaast mij gezien de meldingen van andere waarnemers de dagen hiervoor. Gedurende mijn verblijf op het gemaal echter vliegen kleine groepjes Grutto’s vanuit zuid langs mij heen en groeit de groep zienderogen. Vlak voor mij zie ik twee Kieviten paren. Die avond hoor ik dat het eerste Kievitsei van Nederland is gevonden in Gelderland: alleen in 1987 was de eerste vondst later! In de Westerbroekstermadepolder begluur ik een paartje baltsende Futen. Ik krijg een pas-de deux voorgeschoteld waar Hans van Manen een puntje aan kan zuigen. Voor de kijkhut probeer ik vervolgens tevergeefs een Brilduiker te ontdekken. Deze lijken nu wel door te zijn getrokken. De Kokmeeuwen gedragen zich reeds behoorlijk territoriaal en vechten om de beste broedplaatsen. Boven mij vliegt een groep van zo’n 200 Kolganzen over van west naar oost. Eenmaal boven de Westerbroekstermadepolder ontstaat complete desorganisatie in de groep. Na een tijdje van chaos wordt koers in zuidelijke richting gezet. Na wat rondcirkelen landt de groep uiteindelijk in de vernatte percelen zuid van het gemaal. Grappig genoeg herhaalt zich dit tafereel enige tijd later, nu met een grote groep Brandganzen.

2013 03 21ganzen

Groep Brandganzen besluit de Onnerpolder aan te doen. Foto: Jan Henk.

2013 03 21buizerds
Buizerds. Foto: Jan Henk.

Het loopt al snel weer tegen 12 uur: hoogste tijd om mijn zoon op te vangen die uit school komt. Op de terugweg speur ik de bosjes rond Maart’ns Bossie nog even goed af naar een eventueel pleisterende Rode Wouw. Dit stukje van de polder vormt een mooi biotoopje voor deze soort maar het enige wat ik zie zijn twee Buizerds.

Ook hoor ik geroffel van zowel een Kleine als een Grote Bonte Specht. Helaas heb ik geen tijd om de KBS op te sporen. Halverwege op de Noordlandsdrift ontwaar ik nog een vrouwtje Roodborsttapuit, de eerste voor mij dit jaar. Snel fotootje nemen en weer verder. Net op tijd arriveer ik weer bij huis waar in de voortuin de sneeuwklokjes en krokussen nog uit volle borst staan te bloeien.

Noorderhooidijk

Nadat de meeste bewolking en de laatste sneeuwbuitjes richting het zuiden zijn vetrokken wint de zon in de namiddag meer en meer terrein. Het begint weer te kriebelen en ik besluit nogmaals de Onnerpolder in te gaan. Ik neem nu de Noorderhooidijk: de doodlopende onverharde weg die eindigt bij molen “De Biks”. De Noordoostenwind is flink aangewakkerd en doet de gevoelstemperatuur tot ver onder het vriespunt zakken hier. Onderweg zie ik opvallend veel K ieviten voor dit deel van de polder. Twee Grote Zilvers vliegen alarmerend op. In de Biksplas dobbert een grote groep eenden met daartussen een mannelijke Non die direct na mijn waarneming besluit elders in de plas een heenkomen te zoeken. Ik arriveer bij het dijkje en wordt ondanks de felle kou gegrepen door wat ik zie.

2013 03 21molen2

Noorderhooidijk richting molen “De Biks”. Foto: Jan Henk.

2013 03 21kemphanen 2013 03 21bontbekplevier
Kemphanen en Bontbekplevier. Foto's Ana Buren.

Precies een week hiervoor was ik hier ook al en toen lagen de ondergelopen percelen er nog bevroren bij. Nu was tenminste alles vloeibaar: zit er dan toch schot in dit voorjaar? Telde ik toen vrij eenvoudig een aantal van 65 Grutto’s, nu laat het totale aantal zich moeilijk schatten omdat de Grutto’s her en der in kleinere groepjes staan te foerageren. Ik schat een aantal van 150 maar tellingen van andere waarnemers eerder deze week gaan richting de 300 of zelfs daarboven. De aantallen Kemphanen lijkt met zo’n 70 vrij stabiel te zijn gebleven deze week. Opvallend is dat de foeragerende Kemphanen vrij frequent belaagd worden door Kokmeeuwen die proberen de door hen net uit de grond geprikte wormen af te pakken. De Grutto’s lijken hier totaal geen last van te hebben. Zij foerageren dan ook in dieper water.

Het meest opvallend deze middag vind ik de grote aantallen foeragerende Bontbekplevieren. Overal waar ik op de droge delen kijk dribbelen ze rond, het zijn er zeker 100. Onder hen ontwaar ik ook een aantal Bonte Strandlopers. Plotseling is er paniek.

2013 03 21zomerpolders

Ondergelopen “zomerpolders” in de Onnerpolder tussen de Noorder- en Zuiderhooidijk. Foto: Jan Henk.

Een Blauwe Kiek vrouw scheert laag over de plassen in de hoop een Bontbekje te kunnen snaaien? Achter mij stopt een bescheiden grijze 4x4 terreinwagen: het is de bewoner van molen “De Biks”. Bang dat ik mij wederom op zijn privéterrein heb begeven loop ik schoorvoetend naar de auto. Maar de man informeert opvallend vriendelijk of ik nog wat bijzonders gezien heb.

2013 03 21roodborsttapuit
Vrouwtje Roodborsttapuit.
Foto: Jan Henk.

Ik meld mijn verbazing over de hoeveelheid water voor zijn deur en over de grote aantallen Kemphanen en Bontbekken. Zonder dat hij veel interesse lijkt te hebben in mijn antwoord meldt de man dat hij al meer dan 30 jaar “De Biks” bewoont en dat de hoeveelheid water van dit moment niets is vergeleken met de waterstand van 1998 toen de Onnerpolder ingezet werd als noodwaterberging. De man vertelt vervolgens zijn ervaringen over de overlast van Nijlganzen in zijn Torenvalkkasten en de vele ganzen die volgens hem in no-time de eilandjes in de ondergelopen percelen hebben kaalgevreten. Op dit moment werkt hij aan verkleining van de opening van de Torenvalkkasten zodat Nijlganzen deze niet weer kunnen kraken.

Met deze wetenschap op zak besluit ik huiswaarts te keren want de aardappels moeten op het vuur. Op de terugweg kijk ik of er rond Maart’ns Bossie of de Harener Wildernis nog een Rode Wouw valt te ontdekken maar tevergeefs.

Op de Noordlandsdrift zie ik dat het Roodborsttapuit vrouwtje van deze ochtend inmiddels in gezelschap verkeert van een mannelijke soortgenoot: ook van hen mag het voorjaar losbarsten. Aangekomen bij mijn huis hangt er een penetrante geur van brandend haardhout in de straat. Het blijft vooralsnog flink behelpen met dit voorjaar en dat terwijl volgend weekend al de zomertijd begint. Wordt het ’s ochtends sneeuwruimen in het donker of kunnen we er ’s avonds nog even lekker op uit om te vogelen?

Jan Henk

____________________

Links:

Free Joomla! templates by Engine Templates