Weblog Jörgen de Bruin Koningslaagte 2011
foto's: Ana Buren
Dinsdag 24 mei 2011
De zomer voor de deur
Door vakantie en drukte al enige weken niet meer in de Koningslaagte geweest. maar vandaag mijn vertrouwde ritje weer eens gemaakt. Als ik aankom word ik begroet door 7 Grunneger Blaorkopp’n en 1 Friese collega. De jonge koeien komen nieuwsgierig op mij af om mij vervolgens minutenlang schaamteloos aan te staren.
Het water is verdwenen en het gras is tientallen centimeters hoog. De eenden zijn grotendeels verdwenen. Ik zie nog een tiental wilde eenden, waarvan 1 moeder met drie al aardig uit de kluiten gewassen jongen. Tot mijn verbazing zie ik ook nog een mannetjes smient. Hij ziet er fit uit, maar kon of wilde blijkbaar niet met zijn soortgenoten verder naar het noorden trekken. In het hoge gras ontdek ik een tiental kieviten, acht tureluurs en nog twee grutto’s. Ondanks intensieve speurwerk zie ik geen jonge weidevogels. De grote aantallen weidevogels van een maand geleden zijn verdwenen. Wel word ik nog luidruchtig begroet door het paartje Canadese ganzen dat ik dit voorjaar elke keer zag. Hoewel ze een paar weken geleden een nest op een muskusrattenbult gebouwd hadden, lijken ze nu kinderloos.
De polder is vanavond het domein van de zwaluwen. Tientallen boeren- en gierzwaluwen en een enkele huiszwaluw scheren laag over het grasland op jacht naar insecten. Verder is het rustig in het gebied. Een blauwe reiger staat bewegingloos langs de slootkant, her en der zwemt een meerkoet in de sloot en ook de hazen in de polder doen het rustig aan.
De uitbarsting van de lente is voorbij en het lome zomerseizoen staat voor de deur. De rust in de Koningslaagte is weergekeerd! Dit is dan ook mijn laatste weblog over de Koningslaagte. Ik hoop dat u het met plezier gelezen heeft en dat het uitgenodigd heeft om het gebied ook eens daadwerkelijk te bezoeken. Vooral in de maanden april en mei is het een waar vogelparadijs. Maar ook in de rest van het jaar is het gebied een bezoek meer dan waard!
Woensdag 4 mei 2011
Lentegebroed
Vannacht heeft het in Groningen gevroren en ik wacht maar even tot de zon doorbreekt en de aarde opwarmt voordat ik op mijn fiets stap. Er zou vandaag regen komen, maar na een paar spatjes is het, helaas voor de vogels en de boeren, alweer afgelopen.
Hoog gras, met boterbloemen, paardenbloemen en fluitenkruid. Allereerst ga ik kijken bij het nest van de Grote Canadese Gans boven op de muskusrattenburcht. Het nest is verlaten en de gans is in geen velden of wegen te bekennen. Wel een paar soepganzen, een Knobbelzwaan en Bergeenden. Tientallen Huiszwaluwen scheren vlak over het water en Gierzwaluwen gieren vrolijk door de lucht.
Het bezoekerscentrum is vandaag open. In de lege potstal staat een plastic voorbeeldkoe om de bezoekers een idee te geven van hoe het er is als de koeien binnen staan. De twee dommelende varkens in de wei schieten verschrikt gillend weg als ik mijn fiets tegen het hek aan zet. Ze hadden mij niet aan horen komen. De moeder begint daarna direct enthousiast in de aarde te woelen en rolt zich van pure lentejolijt op haar rug. Tja, als je zoveel varkensvreugde ziet wil je nooit meer een karbonade.
Overal steken boven het gras de kopjes van Kieviten met hun mallotige pluim uit. Tientallen Meerkoetjes zijn goed zichtbaar op hun nesten. De Wilde Eenden lijken nog geen jonkies te hebben.
Het is een uitstekend emeltenjaar las ik vanmorgen. Er kunnen zich per vierkante meter wel honderd muggenlarven bevinden. Dat is dan weer een goed bericht, want met die droogte verstopt al wat eetbaar is zich diep in de grond. Nog een week zonder regen en de Grutto’s beginnen wellicht helemaal niet meer aan een broedsel.
Tureluurs foerageren langs de slootjes en vliegen af en toe luid roepend over de Koningslaagte. Eén Tureluur zit zich uitgebreid te poetsen boven op een muskusrattenburcht. Een Boerenzwaluw zit op een hek te kwetteren; hij heeft kennelijk nog geen hongerige bekjes te voeren. Een aantal Nijlganzen loopt gepaard door het gras, twee soepganzen zijn aan het foerageren, in de verte een Knobbelzwaan. Een haas springt door de wei.
Opeens zie ik een 4-tal Kieviten tegelijk met 5 Kemphanen opvliegen. Ze zijn er nog! Met veel moeite kan ik er een paar in het hoge gras ontdekken. Ook enkele Kievitjonkies scharrelen als echte oogjagers door het gras: stap stap stap, hebbes…
Dan heb ik een poeltje in mijn telescoop waar veel leven is. Net als in de Kalahari trekt het gevogelte in deze droge tijden naar het schaarse water. Een Grutto is er aan het badderen en een Tureluur zit zich te poetsen. Binnen korte tijd vertonen zich de Wintertaling, Meerkoet, Slobeend, Wilde Eend en Kemphaan.
In de meidoorn naast mij alarmeert een merelman. Een Tureluur staat midden op het pad ontzettend veel misbaar te maken. Hij loopt moedig af op een paartje Eksters, vliegt dan naar een paaltje voor Bed & Breakfast Woldstee en blijft daar vreselijk veel kabaal maken. Hij moet daar in de buurt jonkies hebben, dat kan niet anders, maar ik kan ze niet ontdekken. Terwijl ik met de telescoop het terrein afspeur zie ik iets wits. Het zijn twee Lepelaars. Ze zijn waarschijnlijk net geland en staan nog wat onzeker in het gras om zich heen te kijken. Ik maak snel een paar foto’s als bewijsplaatjes en probeer ze dan beter in de telescoop te krijgen. Maar ze lijken door de aardbodem te zijn opgeslokt. Ze zijn verdwenen. Het lijkt wel of ik ze gedroomd heb, maar ze staan toch echt in mijn camera.
Ik wacht nog even of er misschien een beetje leuke Zeearend langskomt, maar dan pak ik verkleumd mijn spullen in. De schapen gaan op weg richting stal. Het is kennelijk Feierabend. Al dat geblaat van die lammetjes maakt mij hongerig. En in die noordenwind is het niet goed vertoeven. Dat is een nadeel van de Koningslaagte: altijd wind. Vanavond en komende nacht verdwijnt de bewolking verder en koelt het weer flink af met lokaal enkele mistbanken. De minimumtemperatuur ligt op de meeste plaatsen net boven het vriespunt bij een zwakke oostelijke wind, op een beschutte plek kan het een graadje vriezen.
Ana
Dinsdag 26 april 2011
Ze zijn er weer, dus is het lente!
Jörgen zit voorlopig aan het andere eind van de wereld en vroeg aan mij om even voor hem waar te nemen. Dat ga ik natuurlijk heel nauwgezet en plichtsgetrouw doen, dus ik haal voor deze gelegenheid mijn telescoop uit de mottenballen. Het spul past allemaal maar net in mijn fietstassen. Met een stevige tegenwind kom ik buiten adem in de Koningslaagte aan.
Door de aanhoudende droogte is het gebied getransformeerd in groen grasland met enkele slootjes erin. Het gras staat zo hoog dat het moeilijk zal zijn hierin vogeltjes te spotten. Eerst even kijken of de Grote Canadese Gans nog op de muskusrattenburcht zit. Ja, zoals altijd heel alert en bezitterig. De man zit een eind verderop in het veld. Een Tjiftjaf zingt boven in een es zijn hoogste lied, af en toe even wantrouwend naar beneden kijkend wat ik aan het uitvreten ben.
Ik kan ze niet zien, maar ik hoor ze wel, de Grutto’s. Gelukkig, er zijn er nog een paar. Ook een enkele Tureluur laat zich horen. Als ik mij heb geïnstalleerd vliegt er een aantal Gierzwaluwen boven mijn hoofd. Mijn eersten dit jaar! Het is een uitdaging om te proberen ze in mijn camera te vangen. Een vijftal Huiszwaluwen voegt zich erbij en even later een paar Boerenzwaluwen.
Een beetje moedeloos kijk ik naar dat groene hoge gras. Geen beginnen aan om hier vogels te gaan tellen. Maar als ik langer kijk begint zich toch enige ordening af te tekenen. Overal ontdek ik Kievitsnesten. De Kievitmannen voeren onderling strijd, waarbij het water hoog opspat. Er zijn nogal wat Bergeenden, waarvan enkele baltsend, met die eigenaardige bewegingen van hun hals. Na lang turen ontdekt ik ook een stuk of vijf Wintertalingen. Een Krakeend. Ondertussen is een Grutto opgevlogen en zingt hoog in de lucht hangend als een Veldleeuwerik, zijn lied: ‘Grutto, Grutto, Grutto.’ Ik kan er geen genoeg van krijgen.
Even verderop zie ik een Grutto bovenop een andere Grutto landen. Gut, wat leuk, die gaan paren. Maar er klopt iets niet. De Grutto staat verkeerd om. En hij hakt onbedaarlijk in op de onderste Grutto. Dat is geen liefde, dat is agressie. Kijk toch een beetje uit zeg, er zijn er nog maar zo weinig van jullie! Een eindje verderop zie ik twee Grutto's van plek verwisselen. Ze hebben er een nest.
Met een schorre rauwe kreet vliegt een Blauwe Reiger het gebied binnen. Twee Kieviten vliegen op en gaan het beest te lijf. Ze achtervolgen hem net zolang totdat hij uiteindelijk een heel eind uit de buurt op de grond landt. Als er een helikopter overvliegt kiezen ineens 11 Kemphanen het luchtruim. Ah, die had ik nog niet gespot. Als ze weer landen kan ik hun gedrag bestuderen. Ze zijn een beetje sloom aan het foerageren en doen hun naam geen eer aan. Vijf hazen dutten in het gras.
Twee Knobbelzwanen tonen interesse in de muskusrattenburcht die direct in het zicht ligt. Het vrouwtje bestijgt de burcht en wappert met haar vleugels. Afgekeurd. Ze trekken verder. Achter mijn rug hinniken paarden. Speels zitten ze elkaar achterna. Twee Eksters krakelen in een meidoorn dichtbij. Enkele kkv’tjes vliegen over mij heen, mij met vraagtekens achterlatend. Dan zie ik ver weg iets als een donzig pluisje. Iets wit met zwart. En dan nog een. En het dribbelt op pootjes. Het zijn kievitskuikens, de eersten van het jaar. Jörgen heeft het voortreffelijk onder woorden gebracht: het is lente!
Met een genoeglijke stevige wind in de rug ben ik in een floep en een scheet weer terug in Groningen.
Ana
Zaterdag 16 april 2011
De lente, de mooiste tijd van het jaar!
Het is zaterdagmiddag wederom prachtig weer als ik op de fiets stap richting Koningslaagte. Het kan niet op dit voorjaar! Maar de zon en droogte doen het waterpeil in de Koningslaagte nu echt snel dalen. Dit is aan de eendenstand dan ook duidelijk te merken. Van alle soorten, met uitzondering van de wilde eend, zijn de aantallen teruggelopen. De wintertaling is vandaag de meest voorkomende eend, ik tel er nog negentig. Verder tel ik nog 8 bergeenden, 6 slobeenden en 2 krakeenden. Ook het aantal smienten is sterk gedaald, ik zie er nog maar twaalf. Die zijn hopelijk naar noordelijker streken vertrokken om daar voor nageslacht te zorgen.
De constante factor dit voorjaar vormt het paartje Canadese ganzen. Ik heb ze dit voorjaar bij elk bezoek gezien. Ze hebben samen een prachtig nest bovenop een muskusrattenburcht gebouwd en zijn druk doende de eieren uit te broeden. Andere ganzensoorten worden agressief bejegend en weggejaagd. Ze hebben hun plek duidelijk geclaimd en laten daar geen misverstand over bestaan!
Ook de kieviten zitten al lang en breed op het nest. In het nog vrij lage gras ontdek ik minimaal tien nesten in de polder. De grutto’s zijn op een paar na verdwenen. En dat is maar goed ook, want ook die horen in de wijde omgeving van de Koningslaagte nu een nest te hebben. Ze hebben dus niet meer de behoefte om de Koningslaagte als slaapplek te gebruiken. Nu maar hopen dat hun broedpogingen wat opleveren! Ik moet er niet aan denken dat de “koning der weidevogels” uit het Groninger land zou verdwijnen!
Door het lage waterpeil is er een plas-dras situatie ontstaan die grote aantrekkingskracht op kemphanen uitoefent. Overal in de polder lopen vogels druk te fourageren. Ook vandaag tel ik er ruim honderd! Waaronder mannen met witte, bruine en bijna zwarte kragen. Ik zie de mannen af en toe wel achter de vrouwen aanzitten, maar van spectaculaire baltsgevechten is helaas geen sprake.
Tussen de vele kemphanen ontwaar ik nog een tiental tureluurs en met enige moeite enkele watersnippen. Het paartje gele kwik is nog steeds aanwezig. Wie weet gaan zij hier wel broeden. Het gebied is er mijns inziens prima geschikt voor. Ook ontdek ik nog een aantal witte kwikken en een groepje graspiepers. Boven de polder scheren druk kwetterend nog een tiental boerenzwaluwen. In de meidoorns langs het pad, die nu zienderogen groen worden, ontdek ik nog twee paartjes putter en een luid roepende boomkruiper. In de polder liggen drie hazen lui in de lentezon. De muskusrat is weer druk in de weer met het verzamelen van nestmateriaal en de kikkers in de sloot kwaken om het hardst. Ja, de lente is toch echt de mooiste tijd van het jaar!!
Zondag 10 april 2011
Nóg meer lentekriebels uit de Koningslaagte
Vorig weekend zat ik in Brabant, zodat ik geen tijd had om de Koningslaagte te bezoeken. Maar vandaag weer gewapend met verrekijker, telescoop en notitieblok een bezoekje aan het gebied gebracht.
Het eerste wat gelijk opviel was dat het waterpeil sterk gedaald was ten opzichte van twee weken geleden. Maar er was nog steeds een redelijk aantal soorten eenden aanwezig. Zo telde ik nog 125 wintertalingen, ruim 50 smienten (ja, ze zijn er nog steeds!), 16 slobeenden, en 10 bergeenden. Opvallend was dat er nog maar 1 paartje krakeenden present was. Gelukkig waren de zomertalingen er nog steeds: 2 mannen en een vrouw. Het dalende waterpeil maakt het gebied wel zeer geschikt voor steltlopers. Vooral kemphanen foerageren momenteel volop in het gebied. Ik telde er maar liefst 128! Leuk was ook de waarneming van 4 kleine plevieren. Ook verbleven er nog 124 grutto’s en ik zag meerdere paringen. Ik neem dus aan dat deze vogels nog moeten beginnen met broeden. In tegenstelling tot vorige jaren heb ik trouwens nog geen enkele IJslandse grutto kunnen ontdekken.
De rouwkwikman kon ik niet meer vinden. Wel zag ik nog een paartje gele kwikken, druk op zoek naar insecten. Ook de boerenzwaluwen zijn nu echt terug. Er scheerden maar liefst 50 stuks luid kwetterend laag over het water. Tussen de vele boerenzwaluwen ontdekte ik mijn eerste huiszwaluw van dit jaar. En toen ik om half zes weer op mijn fiets stapte, deed een luid zingende zwartkop vanuit een meidoorn mij uitgeleide. En ook de groene kikkers in de sloot langs de weg naar het bezoekerscentrum lieten zich niet onbetuigd.
Okay, het is pas 10 april, maar ik kreeg toch het gevoel dat het zomer was!
Zondag 27 maart 2011
De lente komt steeds meer op stoom!
Alweer een heerlijk lente weekend. Kon de lentekriebels niet weerstaan, dus zowel zaterdag- als zondagmiddag weer even in de Koningslaagte wezen kijken. De keerzijde van dit fraaie en droge weer is wel dat het waterpeil in het gebied rap daalt. En wanneer het gebied droog valt, zijn de (meeste) vogels weer verdwenen. Maar gelukkig is het nog niet zover.
Zaterdag waren er ’s middags niet heel veel grutto’s, circa 50. Wel waren er circa 20 witte kwikstaarten en de man rouwkwikstaart. Zij foerageerden samen met circa 30 graspiepers op het droge deel, waar ruwe stalmest opgebracht is. Tussen de kwikken en de piepers zat ook 1 man rietgors. Terwijl ik de groep aan het bekijken was, zag ik op de achtergrond een sperwer vrouw naderen. De vogel maakte optimaal gebruik van het landschap, alvorens tot de aanval over te gaan: De vogel vloog zeer laag over de grond, verdween in een sloot, om vervolgens circa 100 meter verderop bij verrassing op te duiken tussen de graspiepers. En met succes! Eén pieper moest er aan geloven. Ik had dit gedrag van de sperwer al eens eerder gezien. En wat mij daaraan zeer intrigeert, is dat zo’n vogel in mijn beleving dus vooruit kan denken. Zij (het was een vrouwtje) had haar aanval volgens mij van tevoren gepland, waarbij ze het landschap optimaal benutte. Sneu voor de graspieper, maar toch prachtig om te zien!
Vandaag stal een vrouwtje havik de show. Ook zij kwam laag over de grond aanzeilen en wist een kievit te slaan. Na even bijgekomen te zijn, verdween ze met de kievit in haar klauwen in de slootwal bij de grote boerderij. (zie defoto hier). Nadat de rust in het gebied was weergekeerd (want een vrouwtjes havik is een geduchte rover, die vrijwel alle vogels doet opvliegen!) telde ik 460 grutto’s. Dit was precies zoveel als vorige week. Verder zaten er 125 kieviten en 22 tureluurs. Daarnaast telde ik maar liefst 40 kemphanen, waaronder een stuk of tien mannetjes, die al een mooie kraag hadden. De grutto’s en tureluurs waren geregeld aan het paren, terwijl meerdere kieviten al op het nest zaten. Ook spotte ik nog een kleine plevier, die op het veld met ruwe stalmest op insectenjacht was. Met enig speurwerk wist ik ook nog een twintigtal watersnippen te ontdekken. Wat weten die vogels zich toch goed te verstoppen! Zelfs in zo’n open landschap als de Koningslaagte. Datzelfde geldt voor de dodaarsjes. Pas na ruim een halfuur wist ik het paartje te ontdekken.
Wat betreft de eenden, was ik aangenaam verrast door twee paartjes zomertalingen. Toch een vrij zeldzame eend, die ik elk voorjaar wel in de Koningslaagte weet te scoren. Wat betreft de andere eendensoorten was er t.o.v. vorige week niet veel veranderd. Ik telde nog 125 wintertalingen en de 4 pijlstaarten waren er ook nog steeds, net als de krakeenden, slobeenden en de smienten. De eenzame boerenzwaluw van vorige week had in ieder geval 1 maatje gekregen. Ik telde er nu twee. En vanuit de meidoornstruiken langs het pad, joegen twee tjiftjaffen op insecten. Ja, de lente komt steeds meer op stoom!
En toen ik weer op mijn fiets stapte, zag ik een muskusrat op nog geen meter naast me in de sloot. Het dier schrok zich een ongeluk een verdween met een luide plons onder water.
Tevreden fietste ik weer naar huis. Het blijft bijzonder, zo’n prachtig stukje natuur net buiten de stad!
Zondag 20 maart 2011
Het is écht lente!!
Eindelijk heerlijk lenteweer! Stralende zonneschijn en een strakblauwe lucht. Zowel zaterdagmiddag als zondagmiddag even een uurtje wezen vogels kijken in de Koningslaagte.
Ten opzichte van vorige week waren de aantallen grutto’s sterk toegenomen. Zaterdagmiddag telde ik maar liefst 460 stuks! Zondagmiddag bleef de teller op 280 steken. Vorig weekend telde ik er 110. Ben benieuwd of de aantallen de komende week nog verder zullen toenemen! Ik kon geen IJslanders tussen de grutto’s ontdekken.
De telling van zaterdag leverde ook nog eens 350 kieviten op. Hoewel ik een aantal kieviten zag die waarschijnlijk al zitten te broeden, lijkt het erop dat de meeste kieviten het ondiepe water als rustplaats benutten. Ik hoop dat deze vogels de komende tijd ook nog op zoek gaan naar een geschikte plaats om te broeden. Naast de grutto’s en kieviten, zie ik nog een twintigtal tureluurs, een tiental watersnippen, vier scholeksters en op zondag mijn eerste zes kemphanen van 2011. Helaas zit er geen prachtig gekleurd mannetje bij.
Het eendenbestand wijkt niet erg af van vorige week: ruim 150 wintertalingen, circa 100 smienten, 20 slobeenden, ruim 20 wilde eenden, 12 bergeenden, 6 krakeenden, 4 kuifeenden en 4 pijlstaarten. Verheugd constateer ik dat de dodaarsjes ook terug zijn. Ik zie er twee. Hoewel één zwaluw nog geen zomer brengt, ben ik blij met mijn eerste waarneming van een boerenzwaluw. Zielsalleen trek hij (of zij?) zijn/haar baantjes boven de Koningslaagte op zoek naar insecten, die waarschijnlijk nog schaars zijn.
Zondagmiddag ontdek ik tussen twintig witte kwikken zowaar een prachtig mannetje rouwkwikstaart. Is in de tien jaar dat ik hier kom pas mijn tweede! En als ik om vijf uur weer naar huis fiets, zingt in het bosje tussen de Koningslaagte en de Eemshavenweg een tjiftjaf uit volle borst. Het is écht lente!!
Zondag 13 maart 2011
Voorjaar in De Koningslaagte
Als vogelliefhebber mag ik in het voorjaar graag geregeld een bezoekje brengen aan de Koningslaagte. Dit prachtige weidelandschap ligt onder de rook van de stad Groningen, net oostelijk van Noorderhogebrug. Het gebied wordt beheerd door het Groninger Landschap dat hier sinds vorig jaar een prachtig informatiecentrum heeft. De Koningslaagte is een voormalige arm van de vroegere rivier de Hunze. Dit laaggelegen gebied staat in de winter onder water en heeft dan een enorme aantrekkingskracht op met name water- en weidevogels. De komende weken zal ik geregeld verslag doen van mijn vogeluitstapjes naar de Koningslaagte.
Gewapend met telescoop, verrekijker en een notitieblok stap ik om 16.00 uur op de fiets richting Koningslaagte. Het is rustig weer, bewolkt en circa 13 graden. Vorig weekend trof ik 6 grutto’s aan, maar vandaag hoop ik dat de aantallen aanmerkelijk hoger liggen. Bij aankomst hoor ik de grutto’s al roepen. Ook hoor ik vele tureluurs en kieviten. Voor mij het ultieme lentegeluid. Ik rij een eindje het pad op richting informatiecentrum en stel mijn telescoop op. Op dit weggetje heb ik een prachtig uitzicht over het gebied en de zon mooi in de rug. Het eerste wat ik in beeld krijg is geen vogel, maar een muskusrat met een bek vol plantenmateriaal. Maar daarna is het de beurt aan de vogels!
Inderdaad zijn de aantallen grutto’s al aardig opgelopen. In het ondiepe water tel ik er 110. Een mooi aantal, maar ik verwacht dat dit getal de komende dagen nog wel groter zal worden. Vorig jaar had ik als seizoensmaximum maar liefst 700 vogels! Naast de grutto’s, tel ik ruim 50 kieviten, waarvan sommigen bezig zijn een nestkuil te maken. En ik zie ook enkele vogels, die volgens mij al op het nest zitten. Verder zie ik twee broedverdachte scholeksters en tel ik ruim 30 tureluurs. In het noordelijk deel zie ik na een tijdje ook nog 10 foeragerende watersnippen. Het valt me elke keer weer op hoe goed gecamoufleerd deze vogels zijn en hoe heimelijk ze rondsluipen. Ik ontdek ze pas na een halfuurtje kijken. Verder geen steltlopers vandaag. Wel zie ik nog een dertigtal witte kwikken, die fourageren op het grasland, waar ruwe stalmest opgebracht is. Het ondiepe water levert verder nog een mooie oogst aan eenden op: bijna honderd wintertalingen, circa 50 smienten, vijf paartjes slobeenden, enkele krakeenden en een paartje pijlstaarten. Tenslotte zie ik nog een knobbelzwaan met een gele halsband met de zwarte code 21CP. Om half zes stap ik met tegenzin weer op de fiets. De huiselijke plichten roepen.
Jörgen de Bruin