Weblog Theo Jager Kenia 2009
Zondag 17 mei 2009
![]() |
Mangrove bij Mtwapa |
Kenia Verslag 7
De afgelopen week heb ik doorgebracht aan de kust. Een drukke week, met veel bezoek van vrienden uit de omgeving. Zelf ben ik één nacht en dag behoorlijk ziek geweest van waarschijnlijk verkeerd eten (al van een week eerder, maar dat zette nu echt aan). Daarnaast ben ik een paar keer van Mtwapa op en neer geweest naar Mombasa, om op het Nederlandse consulaat een paspoort voor Sylvia aan te vragen. Vogels kijken heeft er niet meer ingezeten, behalve dan vanaf het balkon van ons huis (een 3-kamer appartement in een nieuw gebouw in Mtwapa). Leuke gebieden zijn er echter wel in de omgeving. Naar het noorden, bij Watamu/Malindi, de Mida Creek, een lagune bestaande uit wadplaten en mangroves. Daarbij in de buurt Arabuko Sokoke Forest, één van de nationale parken en het thuis van de Sokoke Scops Owl. En langs een groot deel van de kust een circa 200 meter brede wadstrook, afgeschermd van zee door een koraalrif.
Mtwapa is een druk, vies stadje. Er zijn veel mensen, veel kinderen, maar geen riool of waterafvoer (erg vervelend in de regentijd) en ook geen vuilophaaldienst, zoals we die in Nederland kennen. Afval wordt dus gewoon op straat gegooid, of op straat verbrand. Dat leidt wel tot enorme aantallen Huiskraaien, de meest algemene soort in Mtwapa. Ik zie echter ook nog wel leuke soorten, zoals de Heilige ibis en Koereiger, ’s ochtends en ’s avonds van en naar hun slaapplaats, Village weaver’s Ploceus cucullatus die tot in de stad voorkomen, rondzeilende African Fish Eagle Haliaeetus vocifer (die in de omgeving broedt, in juli), African White-backed Vulture Gyps africanus, en ga zo maar door. Iedere ochtend en avond is het voorts een drukte van belang met rondvliegende vleermuizen (de grote fruitetende). Deze dieren zijn seizoensgebonden, en trekken door het land afhankelijk van waar rijp fruit te vinden is. Momenteel slapen ze in palmbomen die vanaf mijn balkon te zien zijn.
Overigens heeft de kust veel te bieden. Op beschutte plaatsen, zoals langs de Mtwapa Creek, zijn mangroves aanwezig. Onder andere de Brown-hooded-Kingfisher Halcyon senegaloides is hier te vinden. Ook zijn er (onze winter) veel steltlopers aanwezig, waaronder de Mongoolse Plevier, Woestijnplevier, veel Regenwulpen, Strandplevier, Bontbekplevier, Krombekstrandloper, Krabplevier, en de Water Thick-knee Burhinus v. vermiculatus (Watergriel). Voor ons bijzondere meeuwen en sterns als Lesser en Greater Crested Tern Sterna bergii en S. b. bengalensis, Gull-billed tern S. n. nilotica, Sooty Gull Larus hemprichii, maar ook de Kleine mantelmeeuw.
![]() |
![]() |
![]() |
Krabplevier | Huiskraai | Brown-hooded-Kingfisher |
Zaterdag 16mei ben ik om 4 uur uit Mtwapa vertrokken, per taxi naar het vliegveld. Afscheid genomen (een zoen en een handdruk, emoties worden niet in het openbaar getoond) en naar Nairobi gevlogen. Vandaar door naar Amsterdam, waar ik vanochtend om half zes ben aangekomen. Einde van 7 weken Kenia, met veel vogels, maar ook veel belangrijker dingen. Theo Jager
Zondag 10 mei 2009
Kenia Verslag 6
De afgelopen twee weken heb ik geen tijd gehad om een verslag te maken, daarom nu een verslag van dag tot dag voor deze periode. Deels de bureaucratie in dit land, deels het geweldige natuurleven.
Zondag 26 april 2009
Per 1 juni 2009 moeten in het Nederlandse paspoort biometrische gegevens worden opgenomen. Met een baby lijkt me dat een hopeloze zaak; bovendien kunnen die gegevens alleen worden opgenomen op de Nederlandse ambassade in Nairobi, en niet op het consulaat in Mombasa. Daarom wil ik zo snel mogelijk een paspoort aanvragen voor Sylvia. Dat betekent dat ik per direct de geboorteakte nodig heb. Een buurman werkt op de ‘registar’s office’ in Nairobi, en kan mij in contact brengen met iemand op hetzelfde office in Nakuru, een mevrouw genaamd Wambui. Daarom op zoek naar dit contact. Eerst naar haar huis, in één van de buitenwijken van Nakuru. We vinden haar huis niet direct, maar wel haar dochters. Die brengen ons naar haar huis, waar ze echter niet is. Het blijkt dat ze naar de kerk ik (vrijwel iedereen hier is christelijk, en vooral (oudere) vrouwen gaan trouw naar de kerk). Dus op naar de kerk. Op het moment dat we daar aankomen, komt iedereen net naar buiten. Mijn buurman en mijn oom vangen haar op tussen de kerk verlatende kerkgangers. Ze vertelt ons de volgende dag naar het registratiebureau te komen. Ze vertelt ons ook dat het ziekenhuis waar Sylvia is geboren, een geboorteaangifteformulier moet indienen.
Maandag 27 april 2009
’s Ochtends eerst naar het ziekenhuis. Ze hebben het aangifteformulier nog niet naar het registratiebureau gebracht, en degene die daarvoor verantwoordelijk is, is niet aanwezig. Men belooft mij het formulier de volgende dag ’s ochtends naar het registratiebureau te brengen. Ook vertelt men mij dat deze procedure normaal een maand duurt.
Daarna naar het registratiebureau, naar Wambui. We spreken af dat ze zorgt voor een snelle afgifte van de geboorteakte. Ook zorgt ze voor een afspraak met de registar, voor registratie van het huwelijk van mij met Margaret. Woensdagochtend moeten we terugkomen op het registratiebureau.
Dinsdag 28 april 2009
Vandaag hoeven we niets te doen, nergens naar toe. Ik zit dus wat bij huis en loop wat rond in de omgeving, om naar de vogels te kijken waarvan ik eerder al melding heb gemaakt. De ‘tuinlijst’ wordt nog wat langer, maar dan met soorten die in de omgeving in ruime mate voorhanden zijn (dus geen ‘nieuwe soorten’). Verder gebeurt er niet zo veel. Een kort regenbuitje, maar al met al is de hoeveelheid regen in de afgelopen maand ver onder de maat en we vrezen het ergste voor de voedselproductie dit jaar. Nog meer hongerende mensen, en nog hogere voedselprijzen? In de haven van Mombasa is een grote hoeveelheid maïs aangekomen, maar de regering claimt nu geen geld te hebben om dit te distribueren. Men verdeelt het aanwezige geld liever onder elkaar dan dit nuttig te besteden ten behoeve van de mensen in dit land.
Woensdag 29 april 2009
’s Ochtends opnieuw naar het registratiebureau. Het aangifteformulier is door het ziekenhuis gebracht. Ik moet nu een aanvraagformulier invullen. Het blijkt dat op het aangifteformulier van het ziekenhuis de naam Sylvia verkeerd is gespeld (ondanks mijn eerdere verzoek bij het ziekenhuis, waar mij dit al was opgevallen, de spelling te corrigeren). Ik vul de naam op het aanvraagformulier correct gespeld in. Daarna wordt het door een ambtenaar in behandeling genomen. Deze verandert de naam van de goede spelling weer naar de verkeerde spelling. Ik word daarop behoorlijk boos, en laat de naam weer goed opschrijven. We moeten nu naar een ander kantoor in de stad om de kosten te voldoen (50 shilling, ongeveer 50 eurocent), en daarna met het betalingsbewijs terug naar het registratiebureau. Daarna wordt de geboorteakte opgemaakt, die we ’s middags kunnen komen ophalen.
Ondertussen gaan we naar de registar, die nu aanwezig is, om ons huwelijk te laten registreren. De man weet echter niets van registreren, alleen van trouwen. Hij wil ons opnieuw een huwelijk laten afsluiten, waarvoor we 10.500 shilling (ongeveer 100 euro) moeten betalen. Opnieuw trouwen, ook al is het onder Keniaanse wetgeving, kan natuurlijk helemaal niet! Totale waanzin! Hier helpt boos worden niet tegen, de man begrijpt het niet of wil het niet begrijpen. Ik besluit dat we dit beter later in Mombasa kunnen proberen.
![]() |
Rand Rift Valley |
’s Middags krijgen we de geboorteakte, die correct is opgemaakt (met de goede spelling van de naam Sylvia). Het kan dus wel in een dag, en dat zonder iemand om te komen (maar wel met gebruik van contacten, zonder dat doet niemand iets voor je).
De geboorteakte moet voor gebruik door de Nederlandse overheid gelegaliseerd zijn. In Nakuru is geen bureau om dit te organiseren, en mocht dat er al zijn, dan nog zou ik daar geen vertrouwen in hebben. We besluiten de volgende week naar Mombasa terug te reizen (waar we eigenlijk wonen), en middels een tussenstop in Nairobi de geboorteakte daar te laten legaliseren. De komende dagen hebben we verder niets te doen, en ik besluit de volgende twee dagen te gebruiken om Samburu National Reserve te bezoeken.
Donderdag 30 april 2009
Rond 11 uur ’s ochtends vertrekken Irungu (mijn neef/chauffeur) naar Samburu. Dit ligt een eind naar het noordoosten, maar de wegen er naar toe voeren ons daar met een kleine omweg. Vanuit Nakuru/Mailikumi gaat de reis over verharde wegen via Nyahururu en Nyeri naar Nanyuki, en vandaar naar Isiolo. Verharde wegen zijn slecht onderhouden, dat wil zeggen dat ze op verscheidene plaatsen vol zitten met gaten. Dat leidt tot chaotische taferelen. Auto’s die afremmen, van links naar rechts over de weg slingeren, om tussen de gaten door te rijden. Ongetwijfeld is dit, naast het absurde rijgedrag van veel Kenianen, één van de redenen voor de hoge ongevallenstatistieken in dit land. Zelfs gaten vullen in het wegdek is voor de Keniaanse overheid al te veel! Tussen Mailikumi en Nyahururu treffen we een voor mij nieuwe soort, de Long-tailed Widowbird Euplectus progne delamerei. Voordat ik mijn fotospullen klaar heb, is deze echter al weer verdwenen. Op dit traject verlaat je de Rift Valley Provence, en kom je in de Central Highlands Provence. Er is hier nog een aardig steile berg aanwezig, met een mooi uitzicht over deze rand van de Rift Valley. Hier zijn natuurlijk de zogenaamde ‘curio shops’ aanwezig, waar je alle mogelijke souvenirs kunt kopen.
Vanaf Nanyuki naar het noordoosten, rond Mount Kenia. Op een gegeven moment is er een afslag naar Isiolo. Er is dan nog zo’n 30 kilometer te gaan. Hier wordt een nieuwe weg aangelegd, waardoor er nu over onverharde, hobbelige parallelwegen gereden moet worden. Maar geen probleem, en rond 5 uur in de middag komen we aan in Isiolo. Een hotel is snel gevonden. Er zijn verscheidene opties, en we kiezen voor een tamelijk goed hotel (Bomen Hotel, circa €30 per nacht voor 2 personen). Daarna in het stadje een biertje drinken. Onverwacht is er een dronken Keniaan aanwezig, die denkt dat ‘ie iets van mij tegoed heeft, maar er zijn diverse Kenianen aanwezig die beter weten en de man afvoeren (in het algemeen word je niet zo veel lastig gevallen, hooguit door mensen die je iets willen verkopen). Daarna eten en slapen.
Vrijdag 1 mei 2009
Na een vrijwel standaard-Keniaans ontbijt (brood, koffie of thee, gebakken ei en een worstje) vertrekken we naar Samburu National Reserve. De reis gaat geheel over een onverharde weg, en duurt mij langer dan wenselijk. Bij Archer’s Post is de afslag naar de Reserve. Ik geef mijn ogen goed de kost, en zie dat in Archer’s Post voldoende lodgings aanwezig zijn om te overnachten. Een goed alternatief voor overnachten in Isiolo, en waarschijnlijk een stuk goedkoper. Bovendien ben je dan ’s ochtends zo in het natuurreservaat. Het is inmiddels rond 10 uur, wat mij betreft minstens 3 uur te laat.
Ewaso N’yiro River
Desalniettemin is het park bijzonder mooi, en is er veel te zien. Het ligt tegen de Ewaso N’yiro River, die nu vrijwel droog staat. Het park bestaat grotendeels uit Acacia-savanne (deels bush, deels open grasland). Een kleine 50 soorten vogels in circa 4 uur actief rondkijken, en nog een aantal zoogdieren. Ook reptielen, waaronder een meer dan een meter lange varaan. De temperatuur is ’s ochtends om 10.00 uur zo’n 28 °C en loopt ’s middags op tot zo’n 36 °C. We relaxen daarom enige tijd in een tentenkamp in het park (je kan hier overnachten, maar à € 75,-- per persoon per nacht is dat toch niet echt interessant).
![]() |
![]() |
Grevy’s Zebra | Gerenuk |
Eén van de attracties van Samburu is de Grevy’s Zebra. Deze Zebra-soort komt voor in het noorden van Kenia en Oeganda, en in Soedan, Ethiopië en Somalië. Het huidige verspreidingsgebied van deze soort is flink kleiner dan het oorspronkelijke verspreidingsgebied, en de Grevy’s is dan ook behoorlijk zeldzaam geworden. De Grevy’s Zebra wijkt op hoofdlijnen af van de Gewone Zebra door zijn fijnere strepen, de witte buik en de rondere oren. Daarnaast is er een flink aantal andere zoogdieren te zien, zoals Baviaan, Olifant, Impala, Oryx, Gerenuk, Giraffe, etcetera.
Samburu National Reserve ligt verder in het noorden van Kenia dan ik ooit geweest ben. Er is dan ook een behoorlijk aantal (ongeveer 10) nieuwe soorten voor mij te bewonderen. Enkele leuke soorten in dit park zijn Eastern Yellow Billed Hornbill Tockus flavirostris, White-throated Bee-eater Merops albicollis, Grey-backed Fiscal Lanius e. excubitoroides en Somali Fiscal Lanius somalicus, African Orange Bellied Parrot Poicephalus r. rufiventris, Rufous-crowned or Purple Roller Coracius n. naevia, Grey-headed Kingfisher Halcyon l. leucocephala, Common Scimitarbill Rhinopomastus cyanomelas schalowi en Vulturine Guineafowl Acryllium vulturinum. En, zoals vrijwel steeds, zijn de dieren niet al te schuw en laten ze zich goed op de foto zetten.
Rond 5 uur ’s middags verlaten we het park, en onze planning is terug te rijden naar Nanyuki, om daar te overnachten. Maar helaas, kort nadat we Isiolo zijn gepasseerd, houdt de auto er mee op: oververhit. Inspectie onder de motorkap leert, dat er een gat van zo’n 10 cm lang in de radiator zit. In feite is de plastic kap van de radiator gescheurd. De radiator gevuld met water van mensen in de buurt, en terug naar Isiolo. Dit is heuvel-af, zodat we grotendeels kunnen rijden zonder de motor te gebruiken. Er is rond deze tijd (8 uur ’s avonds) niemand meer in Isiolo om aan de auto te werken, zodat we besluiten maar weer een hotel te pakken en de reparatie de volgende ochtend te doen.
![]() |
Rufous-crowned Roller |
Zaterdag 2 mei 2009
’s Ochtends gaat Irungu met de auto naar de garage (enkele pseudo-technici bij een tankstation). Rond 12 uur komt hij terug, en vertrekken we. Echter, 30 kilometer na Isiolo raakt de motor al weer oververhit. Een blik onder de motorkap leert mij dat de reparatie niet meer inhoudt dan een of ander smeersel op het gat plakken. Vanaf nu is het iedere 2 kilometer stoppen en de radiator bijvullen. Ondertussen ‘scoor’ ik nog wel een nieuwe soort voor mij, de Fischer’s Sparrow-lark Eremopterix leucopareia. Aangekomen bij de doorgaande weg Nanyuki-Meru kopen we een 20 liter vat om water mee te nemen en een superlijm, waarmee we de weer ontstane gaten in de radiator dichtplakken. De volgende 50 kilometer is het voortdurend stoppen en water bijvullen. Rond 5 uur ’s middags komen we aan in Nanyuki, en brengen de auto daar naar een garage. De radiator wordt uit de auto gehaald en per matatu (personenbusjes voor openbaar vervoer) naar Nyeri gebracht. Daar is een garagebedrijf (Nyeri Central) dat de radiator definitief zal repareren, door een metalen kap op de radiator te plaatsen.
![]() |
Grey-backed Fiscal |
Zondag 3 mei 2009
De radiator zou rond 10 uur terug moeten zijn. Het wordt echter 3 uur in de middag. De tijd gebruik ik om in Nanyuki rond te kijken. Door Nanyuki loopt een riviertje (de Nanyuki River), die door de lokalen gebruikt wordt om kleren te wassen, auto’s te wassen, water voor thuis te halen, etc. Hier zijn grote aantallen African Orange-bellied Parrots aanwezig. Steeds weer opvallend, je leert een soort kennen, en vervolgens blijkt deze opeens veel meer voor te komen dan eerst gedacht. Ruim 20 soorten zie ik, terwijl ik wat in Nanyuki rondhang. Om 3 uur wordt de radiator in de auto geplaatst, worden nog wat veranderingen aangebracht aan de ventilatoren en wordt de auto getest. Rond 5 uur vertrekken we uit Nanyuki. We zijn rond 8 uur ’s avonds terug in Mailikumi, met slechts 2 maal bijvullen van de radiator. Om de geboorte van Sylvia te vieren, hadden we een afspraak gemaakt met een hotel bij Nakuru om daar te gaan eten (de afspraak was al gemaakt voor de zaterdag, maar deze had ik verplaatst naar zondag). Dus direct door naar het hotel. Hier genieten we van een buffet. Voor sommige leden van ‘onze familie’ de eerste keer dat ze in een dergelijke luxe plaats komen en luxe eten.
![]() |
Grey-headed Kingfisher |
Maandag 4 mei 2009
Irungu gaat met de auto naar een garage in Nakuru. Hier worden enkele waterslangen in de auto en enkele andere onderdelen vervangen, die te leiden hebben gehad van de oververhitting. Deze dag ben ik verder met huiselijke zaken bezig, en met inpakken voor vertrek uit Nakuru de volgende dag. Er is dan ook niets meer te melden over deze dag.
Dinsdag 5 mei 2009
Vandaag vertrekken we naar Nairobi. Rond half elf nemen we afscheid van de familie, en gaan we. Deze reis voert over de Aberdare Mountain Range, die hier de Rift Valley raakt, en langs Lake Nakuru, Lake Elmenteita en Lake Naivasha. Bij Naivasha lunchen we bij een tankstation. Hier kan je buiten zitten, en loeren Maraboes en Heilige Ibissen op alles wat je maar te geven hebt of op tafel laat liggen. Rond 4 uur ’s middags zijn we in Nairobi. Het is enig geworstel door de files, maar om 6 uur zijn we bij ons hotel, Mates Guesthouse. Dit is voor mij een bekende plaats, waar ik meestal verblijf als ik in Nairobi moet zijn. De volgende 2 dagen zullen we hier blijven.
![]() |
Vulturine Guineafowl |
Woensdag 6 mei 2009
Mijn doel is het legaliseren van de geboorteakte van Sylvia, een vereiste voor de aanvraag van een Nederlands paspoort. Dus om 8 uur per taxi naar de Ministry of Foreign Affairs. Daar de geboorteakte afgegeven met 200 shilling (ongeveer €2) voor legalisatie. De akte kan de volgende dag ’s middags worden afgehaald. Niets meer te doen, daarom met Irungu en zijn broer Karanja (die in Nairobi woont) naar het National Museum. Hier is een grote collectie vogels te bewonderen: alles wat je buiten hebt gezien, maar ook waar je determinatieproblemen mee hebt, kan je hier bekijken en vergelijken. Dit museum is een klassiek museum, met vogels, zoogdieren, een serie foto’s, een expositie over ‘rock art’ (muurschilderingen) en natuurlijk evolutie van de mens. Bekend in Kenia zijn de Leakey’s, wereldberoemd vanwege hun vondsten van de eerste mensen (lees bijvoorbeeld Richard Leakey’s: Origins Reconsidered). Richard Leakey is een tijdlang directeur geweest van dit museum. In het museum kan je wat schedels en andere botten van vroege mensen en hun voorgangers bekijken.
Richard Leakey is later, ten tijde van president Moi, directeur geworden van Kenya Wildlife Service. Eén van zijn eerste acties was het verbranden van alle in beslag genomen slagtanden (tuskers) van olifanten, die in een grote opslagloods aanwezig waren (lees Richard Leakey’s: Olifantenoorlogen). In Nairobi National Park is de plaats te bezoeken waar deze slagtanden verbrand zijn (de asresten zijn hier nog steeds aanwezig). Later werd hij hoofd van een regeringsafdeling die de corruptie in het land moest bestrijden, wat (natuurlijk) geen kans van slagen had. Wat deze Leakey nu doet weet ik niet. Door een vliegongeluk heeft hij beide benen verloren. Boze tongen beweren dat hier opzet in het spel was (strijd tegen stropers en/of corruptie leidt tot slachtoffers), maar de waarheid hieromtrent ken ik niet.
![]() |
Rufous Chatterer |
Donderdag 7 mei 2009
De ochtend geluierd en wat boodschappen gedaan (onder andere Mortein Doom om muggen in onze kamer te bestrijden), rond 1 uur ’s middags terug naar de Ministry of Foreign Affairs. Eerst geluncht in de stad. Vervolgens om half twee de nu gelegaliseerde geboorteakte gehaald. Dit gaat goed georganiseerd. De mensen die een gelegaliseerd document op komen halen, worden opgeroepen en binnen korte tijd verlaat iedereen het gebouw met zijn of haar document. De rest van de middag niets te doen, we besluiten Mamba Village te bezoeken. Dit ligt buiten de stad, tot voorbij de ingang van Nairobi National Park. Mamba Village stelt niet zo veel voor: ze hebben wat vijvers met Krokodillen van verschillende leeftijd, een grote vijver met viskweek en een relatief kleine ruimte met 4 Struisvogels en een jonge Giraffe. De gids is verbaasd dat ik meer weet van de Keniaanse vogels dan hij doet. Maar goed, ik kom natuurlijk al meer dan 2 jaar met enige regelmaat in dit land, en doe dan niet veel meer dan vogels bekijken. In de avondspits moeten we terug naar het hotel. In plaats van een half uurtje duurt dit dus ruim 2 uur.
Ondertussen heb ik een lijstje met ‘Nairobi-stadvogels’. Zo’n 20 soorten, waaronder diverse gierzwaluwen, Afrikaanse Zwarte Wouw/Geelsnavelwouw (copulerend), Pied Crow Corvus albus, Maraboe, Koereiger, Kleine zilverreiger, Heilige ibis, Speckled Pigeon Columba g. guinea, Red-winged Starling Onychognathus morio, Speke’s Weaver Ploceus spekeri, Huismus, African Pied Wagtail Motacilla aguimp vidua, Superb Starling Lamprotornis superbus, Rufous Chatterer Turdus olivaceus abyssinicus, Hadada Ibis Bostrychia hagedash brevirostris, Bronze Mannikin Lonchura cucullata scutata, Hybrid Lovebird Agapornis fischeri x personatus en Rock Martin Hirundo fuligula fusciventris.
![]() |
Superb Starling |
Vrijdag 8 mei 2009
Vandaag vertrekken we richting Mombasa. Vanuit Nairobi is het eerst een stuk gekloot door Athi River naar Emali, waar we lunchen. Tot hier is de weg op delen opgebroken en rijden we over een parallelweg, terwijl de hoofdweg nog wordt aangelegd. Vanaf Emali is de weg goed. Toch bereiken we Mombasa niet, we komen rond 6 uur aan in Voi. Vanwege de baby besluiten we daar te overnachten, Sylvia is erg moe van het reizen, moet in bad en moet slapen. We vinden een uitstekend guesthouse, waar we ook eten (omdat ik al vanaf zondag diarree heb, besluit ik de maaltijd over te slaan en mijn maag-darmstelsel enige rust te gunnen). Je ziet op de weg van Nairobi naar Voi diverse vogels en ook zoogdieren als Zebra, Giraffe, etc., maar ik heb geen lijst bijgehouden.
Zaterdag 9 mei 2009
We ontbijten en vertrekken naar Mombasa. Rond 1 uur ’s middags zijn we thuis, in Mtwapa (op Google Earth te vinden, ligt een klein eindje ten noorden van Mombasa. Let op: de plaatsnaam staat zuid van de Mtwapa Creek, maar het stadje ligt ten noorden daarvan). Tussen Voi en Mombasa rij je voor een deel tussen Tsavo East en Tsavo West, twee van de grotere nationale parken. Een interessante route, en deze twee parken zijn zeer de moeite van een bezoek waard. Maar niet vandaag.
Dus: thuis! Terug in de hitte van de kust, de drukte en het lawaai van Mtwapa. Mtwapa, Sodom en Gomorrah van de Keniaanse kuststrook. Veel (gepensioneerde) blanken (Wazungu) die hier wonen met hun Keniaanse partners, 40 jaar of meer jonger dan hunzelf. Veel localos die weten dat je die blanken geld kunt aftroggelen, en je dus ook veelvuldig lastigvallen. Hier maak je gemakkelijk vrienden, maar merken ze dat ze niets aan je kunnen verdienen, dan ben je er ook snel weer van af, en blijven alleen echte vrienden (die zijn er ook) over.
Dinsdag 28 april 2009
Kenia Verslag 5
![]() |
Black Stork |
Woensdagavond 22 april 2009, om half zeven, is mijn vrouw Margaret bevallen van onze dochter Sylvia Tabitha. Bij de geboorte woog Sylvia 3,7 kilogram. De twee foto’s laten Sylvia zien, direct na de bevalling, en vandaag, 6 dagen oud.
De vorige week was iedere dag op en neer naar het ziekenhuis (Crater Medical Centre), waar Margaret bevallen is. Dit ziekenhuis is een privé-kliniek, eigendom van een gepensioneerde legerarts. Deze man is nu 67 jaar oud, maar erg vitaal en nog steeds geïnteresseerd in het beoefenen van zijn beroep.
Van vogels kijken is de afgelopen week dus bar weinig gekomen. Vooral in de tuin en rond het ziekenhuis heb ik enigszins naar vogels kunnen kijken. De dag van de bevalling heb ik echter ook nog wat nieuwe soorten kunnen zien. ’s Ochtends naar het ziekenhuis, maar omdat het nog niet zover was, eerst op bezoek bij een vriendin van mijn tante in Nakuru. Daar heb ik nog een korte wandeling gemaakt naar de ingang van Lake Nakuru National Park. De eerste 200 meter naar de ingang van het park ben je eigenlijk al in het park, maar hoef je nog niets te betalen. Veel Kenianen gebruiken die 200 meter om, vooral op zondag, te zitten en te picknicken. Vooral populair bij jonge stelletjes. Vier nieuwe soorten voor mij tijdens deze periode in Kenia: Gabar Goshawk (Sperwer) Micronisus gabar aequatorius, Plain-backed Pipit (Pieper) Anthus leucophrys, Black-headed Oriole (Wielewaal) Oriolus larvatus rolleti en Red-rumped Swallow (Roodstuitzwaluw) Hirundo daurica emini.
![]() |
Chestnut Weaver |
Omdat ik tijdens al deze trips naar het ziekenhuis mijn fotospullen niet mee heb, dus geen foto’s van deze soorten. Voor de afwisseling van de babyfoto’s daarom nog maar een foto toegevoegd van de Chestnut Weaver en de Rufous Sparrow, twee van de vele soorten in de tuin.
Tijdens de bevalling ’s avonds was ik niet aanwezig. Mijn vrouw wou mij niet bij de bevalling hebben, en dat is ook niet gebruikelijk in Kenia. Ik was daarom naar een nabijgelegen ‘cafetaria’ gegaan om te eten en een pilsje te drinken. Toen ik van het eten terugliep naar het ziekenhuis, werd ik al gefeliciteerd door ziekenhuis-personeel op weg naar huis.
Vrijdagochtend zijn we met de baby naar huis gegaan. Met moeder en kind is alles goed. Met de gehele ‘familie’ van nu 11 personen plannen we een keer te gaan eten in één van de luxere hotels in Nakuru. Voor sommigen van hen zal dat de eerste keer zijn (één van de jongens hier heeft de afgelopen week voor het eerst in zijn leven een supermarkt van binnen gezien).
Met de bevalling zijn we echter nog niet klaar. Nachten met onderbrekingen van de nachtrust, en ook overdag veel werk. Margaret en Emma, onze huishoudelijke hulp, verzorgen het kind, dat is niet de taak van een man. Emma heeft nu elke dag veel was te doen. Dat gebeurt hier natuurlijk niet met wasmachines. Nu zijn er verschillende procedures te gaan.
![]() |
Rufous Sparrow |
Allereerst ben ik bezig om mijn huwelijk met Margaret ook in Kenia geregistreerd te krijgen. De eerste gang naar de ‘registar’s office’ was vruchteloos. We werden geholpen door een dame die vond dat we een ‘special license’ nodig hadden, te verkrijgen op een bureau in Nairobi. Onzin. De volgende actie was: contact zoeken met een vriend die ook op bevolkingsregistratie werkt, maar dan in Nairobi. Deze man hielp ons weer met een contact op het bureau in Nakuru. Nu zijn we dan zover dat ons huwelijk geregistreerd zal worden. Dezelfde contact helpt ons ook met het snel verkrijgen van een geboorteakte, waar normaal minimaal een maand voor staat. Maar ik heb geen tijd daarop te wachten, omdat die geboorteakte weer nodig is voor het aanvragen van een Nederlands paspoort voor Sylvia. En dat moet geregeld zijn vóór 16 mei, als ik terugkeer naar Nederland. Zo zie je, in een land als Kenia heb je vrienden nodig, omdat de bureaucratie je gewoon dood laat lopen (of omdat ze niet weten wat ze moeten, of omdat ze niet willen).
Moeder en kind zijn nu thuis. Nu is het tijd besteden aan deze procedures, maar ik hoop in de tussentijd nog wat interessante plekken te kunnen bezoeken.
Maandag 20 april 2009
Kenia Verslag 4
In spanning wachten we op het moment dat mijn vrouw Margaret gaat bevallen. Dit hadden we al verwacht voor de afgelopen week, maar het is er nog niet van gekomen. Gelegenheid om er op uit te trekken is er daarom nauwelijks, de auto is nodig om haar naar het ziekenhuis te brengen als het zover is (dan wel naar een privé-kliniek, de staatsziekenhuizen zijn mij te onhygiënisch). Zelf had ik afgelopen week een spierscheurinkje in mijn kuit, moest dus ook bij een dokter langs. Voldoende dokterspraktijken in de omgeving, en best wel betrouwbaar. Maar veel lopen zat er voor mij afgelopen week dus ook al niet in. Ofwel, veel ‘thuis’ en in de directe omgeving.
Het huis waar we verblijven is op de bijgevoegde foto te zien. Er is elektriciteit, geen stromend water of gas. De enige luxe is een televisie. Koken gebeurt op een houtvuur in één van de bijgebouwen. Toilet en douche bevinden zich ook buiten, ongeveer zoals in Nederland tot pakweg 50 jaar of meer geleden. Het toilet is min of meer een betonvloer met een gat erin, met daaronder een put van 2 meter diep. De douche is alleen een hokje, douchen doe je door zelf water over je heen te gooien vanuit een emmer.
![]() |
Abyssinian Wheatear |
Voor ons Nederlanders een vreemd gebeuren, maar hier doodnormaal (in hotels zijn vrijwel overal wel fatsoenlijke toiletten en douches aanwezig, maar voor het armere deel van de lokale bevolking is dit luxe en overbodig). Het huis heeft een zitkamer, volgepropt met een tafeltje en wat zitbanken, en 3 slaapkamers, waarvan 1 tevens fungeert als keuken, voor zover het koken niet in één van de bijgebouwen gebeurt. In het huis slapen we met 7 personen, 2 jongens slapen in een hokkie buiten de ‘compound’ en 1 jongen slaapt in één van de bijgebouwen, opgetrokken uit hout en leem.
Hoewel luxe totaal ontbreekt, is het wel interessant om langere tijd op één plek te blijven. In een land waarvan je de vogels misschien wel eens ziet, maar toch niet echt kent, biedt dit de kans om met een aantal soorten zeer vertrouwd te raken (ik begin individuen nu bijna Jantje en Pietje te noemen). Je ziet meer van hun manier van gedragen, je leert de geluiden een beetje kennen, en soorten die niet horen tot de soorten die je dagelijks mee maakt, pik je er veel sneller uit. Veel soorten die in de omgeving voorkomen, zijn vanuit onze tuin te zien, een aantal soorten kom je tegen tijdens wandelingen in de directe omgeving.
Op de foto’s twee voorbeelden: de Abyssinian Black Wheatear Oenanthe lugubris schalowi, de enige Tapuit die niet een witte, maar een roodbruine staartbasis heeft. De gebouwen en kaalgegraasde grasvelden bieden deze soort zijn habitat, evenals steengroeven in de directe omgeving. Regelmatig kom je roofvogels tegen, zoals de eerder al genoemde Augur Buzzard.
![]() |
African Harrier-Hawk |
Ook de Boomvalk komt hier voor. Nieuwe soorten van de laatste week zijn de Grijze wouw en de African Harrier-Hawk Polyboroidus t. typus, een goed herkenbare soort uit de haviken-groep.
De maand april is de maand van de ‘lange regens’. In deze tijd dient het dagelijks meerdere uren flink te regenen. Er gaan echter dagen voorbij zonder regen, en als het al regent, zijn het vaak kortdurende (maar hevige) buien. Voor de teelt van voedsel (op de foto: bonen planten) is dit slecht nieuws. De afgelopen 4 jaren waren de oogsten al beneden de maat, en ook dit jaar lijkt een slecht jaar te worden.
Inmiddels lijden 10 miljoen mensen in Kenia honger (op een populatie van, ik schat, 50 miljoen). En wat doet de regering? Vorig najaar heeft één van de ministers maïs naar het buitenland verkocht. De leiders van de twee grootste partijen, respectievelijk president en premier, gaan ondertussen vechtend over straat om de macht in het land. Voor de premier zijn de rode lopers niet rood en/of breed genoeg, zijn onvoldoende toiletten aanwezig op bijeenkomsten, en is zijn salaris niet hoog genoeg. Geloof me, die ellende die je vaak hoort over Afrika, dat is echt niet omdat het niet kan in Afrika, maar omdat men niet wil. Dat geldt niet alleen voor de leiders, ook voor de gewone man in de straat. Gemiddeld genomen meer geïnteresseerd in vrouwen en bier drinken dan in het werken aan z’n toekomst. Hoe langer en vaker ik in Afrika ben, hoe meer gedesillusioneerd ik raak over de toekomst voor dit continent.
Maandag 13 april 2009
Kenia Verslag 3
Direct ten zuiden van het stadje Nakuru ligt Lake Nakuru. Dit was de eerste Ramsar-site in Kenia, en is aangemerkt als een Important Bird Area (IBA). Het is tevens één van Kenia’s Nationale Parken. Als niet-inwoner van Kenia betaal je $ 60 om er in te komen, voor een Keniaan is de toegangsprijs 300 Keniaanse Shilling (ongeveer € 3). Afgelopen dinsdag 7 april heb ik, met een oom en een neef, een bezoek gebracht aan dit park. Lake Nakuru is een zoutmeer, met wisselende waterstanden, afhankelijk van regen, verdamping en aanvoer uit de omgeving. Met die omgeving is echter wel wat mis. Vanuit de stad Nakuru wordt vervuild water op het meer geloosd, waartegen nu echter wel maatregelen worden genomen (‘sewage works’). Ongeveer de helft van het gebied dat afwatert op het meer is echter in cultuur gebracht, wat de wateraanvoer naar Lake Nakuru verstoort. Dit in cultuur gebrachte land is onderdeel van het Mau Forest, waarvan grote delen tijdens de regering-Moi (beëindigd in 2003) illegaal verpatst zijn (toegedeeld aan diverse toenmalige regeringsfunctionarissen). De afgelopen week is een rapport gepresenteerd waarin dit is onderzocht, en waarin aanbevelingen zijn gedaan om de illegale bewoners van het voormalige bosgebied er weer uit te zetten en herstel van het bos op gang te brengen. Dit zal echter een moeizaam proces worden, waartegen veel weerstand bestaat.
Het Nationale Park heeft een omvang van 18.800 hectare, waarvan 3.300 hectare door het meer wordt ingenomen. Rondom het meer vind je graslanden (‘savanne’) en bos. Het gebied is uitsluitend per auto toegankelijk; je mag de auto ook niet verlaten in het park.
Lesser Flamingo's
![]() |
Yellowbilled Stork |
Eén van de grote attracties van Lake Nakuru is de enormiteit van flamingo’s in het gebied, vooral de Lesser Flamingo Phoeniconaias minor. Daarnaast is zeer indrukwekkend het grote aantal pelikanen, onze ‘eigen’ Witte Pelikaan en de Afrikaanse Pink-backed Pelican Pelecanus rufescens. Het water trekt daarnaast nog een groot aantal andere watervogels aan. Om enkele te noemen: Kemphaan, Oeverloper, Groenpootruiter (jawel, je voelt je bijna aan de Groningse Noordkust), maar ook Koereiger, Steltkluut, Maraboe, Heilige Ibis, Sporenkievit, Blacksmith Plover Vanellus armatus, Red-knobbed Coot Fulica cristata, Kleine Zilverreiger, Yellow-billed Stork Mycteria ibis en Grey-headed Gull Larus cirrocephalus poiocephalus. Op de savanne kom je de Crowned Plover Vanellus c. coronatus tegen, die nu een beetje zielig op regen staan te wachten bij droogstaande poelen.
De combinatie savanne-bos is goed voor een groot aantal vogels, deels kenmerkend voor één van beide habitats, deels ook gebruik makend van beide habitats. Indrukwekkend en van dichtbij te bewonderen is de Martial Eagle Polemaetus bellicosus. Om enkele soorten te noemen die we afgelopen dinsdag gezien hebben: (Europese) Bijeneter, Lilac-breasted Roller Coracias caudata (een Scharrelaar met paarsrode borst), Helmeted Guineafowl Numida meleagris, Afrikaanse Hop Upupa epops africana (ziet er uit als onze Hop, maar mist de witte band over de vleugel op de primaries), Green Wood-hoopoe Phoeniculus purpureus, Bearded Woodpecker Dendropicos namaquus schoensis, een vrijwel-niet-te-determineren glansspreeuw (waarschijnlijk de Greater Blue-eared Starling Lamprotornis chalybaeus), Grey-backed Camaroptera Camaroptera brachyura en niet te vergeten, de Struisvogel.
![]() |
Martial Eagle |
Enkele uren rondkijken en genieten betekent zo’n 50 soorten vogels, zonder je best te doen zoveel mogelijk soorten te zien.
Naar de Keniaanse Nationale Parken ga je echter niet alleen voor de vogels, de grote attractie van veel van de parken is de rijkdom aan zoogdieren. Ook Lake Nakuru National Park is rijk aan zoogdieren. We hebben 3 soorten apen gezien, die echter ook buiten de parken te vinden zijn (Baviaan, Vervet Monkey (ik denk dat deze in het Nederlands Groene Meerkat heet) en Zwart-witte Colobus). Grote grazers zijn Witte en Zwarte Neushoorn (alleen de Witte gezien), Zebra’s, Buffels, Waterbokken, Impala’s, Thomson’s Gazelle, Giraffe (Rothschild) en Savanne-Eland. De Impala’s hebben een vreemde leefwijze. Er zijn groepen vrouwen geleid door één man, groepen (jonge) mannen en solitaire mannen (waarschijnlijk op zoek naar een kudde vrouwen om over te nemen). Een wel zeer bijzonder dier is de Warthog (penseelzwijn), met zijn vreemde kop. We hebben geen leeuwen of andere predatoren gezien, maar dit heeft waarschijnlijk te maken met het feit dat we veel te laat (circa 10.00 uur) in het park aankwamen.
![]() |
Witte Neushoorn |
In juli 2007 zag ik hier nog een Gevlekte Hyena een Lesser Flamingo pakken, maar nu niets van dat alles.
Voor ons westerlingen is het ‘normaal’ om op safari te gaan naar deze parken, de lokale bewoners van de landen die we dan bezoeken komen er echter bijna niet. Voor veel van hun zijn deze ‘rijkdommen’ onbekend en onbemind. Als toeristen brengen we echter wel geld binnen, niet alleen naar de nationale parken zelf, maar ook door onze uitgaven in de omgeving. Ieder is dan ook meer dan welkom om de Afrikaanse parken te komen verkennen. En schaam je dan vooral niet voor jouw ogenschijnlijke rijkdom in verhouding tot de lokale bewoners. Ze zijn blij met jouw aanwezigheid, en zonder dat zouden zij nog armer zijn.
Maandag 6 april 2009
Kenia Verslag 2
Mijn verblijfplaats voor de komende 6 weken, waar ik ook de afgelopen week grotendeels heb doorgebracht, is het plaatsje Mailakumi. Ik zal nu verslag doen van de tuin en de directe omgeving. U kunt deze plek terugvinden via Google Earth, op S 00°10.578’, E 36°07.509’. Deze plek is gelegen op ongeveer 1.900 meter, ten noorden van de Aberdare Mountain Range, en ten zuidoosten van de Menengai Crater.
Tot ongeveer 1900 was dit gebied een soort van savanne, waarschijnlijk boomloos, met wilde grazers (Olifanten, Giraffen, Gazellen, etc.) en hun predatoren (Leeuwen, Luipaarden, Cheetah’s). In die tijd werd het gebied gebruikt door Maasai, die met hun kuddes koeien en geiten rondtrekken. Rond 1900 is het gebied gekoloniseerd door Engelsen, die plantages en weidegronden begonnen.
Veel Kikuyu kwamen voor deze Engelsen werken. Het gebied is nu dan ook vooral bevolkt door Kikuyu (die ten zuiden van dit gebied hun oorsprong kennen). De Maasai zijn hier niet meer. Juist iets noordelijker leven de Kalenjin. Sommigen daarvan leven in dit gebied, maar omdat dit ook een stam is waarvan de mensen vooral rondtrekken met hun vee, zie je ook hier niet veel van. De Kikuyu leven in kleine dorpen, en vooral landelijk. Op Google Earth is dit goed te zien: veel kleine percelen, met een huisje. Erg kleinschalig, met veel bomen en struiken. Een paradijs voor vogels van dit soort habitats.
![]() |
Baglafecht Weaver |
Veel soorten komen in onze tuin. De tuin bevat een klein beetje gras, verder een paar bomen en is omringd met een heg. De bomen en de heg zijn rijk aan bloemen, en daar komen sunbirds (honingzuigers) op af. Lastig te determineren soorten, omdat het licht goed moet vallen op hun fluorescerende verenkleed. De soorten zijn Variable Sunbird Nectarinia venusta, Bronze Sunbird Nectarinia k. kilimensis, Scarlet-tufted Malachite Sunbird Nectarinia j. johnstoni en een nog niet gedetermineerde soort Nectarinia hunteri/amethystina kalckreuthi/senegalensis lamperti. Veel vogels gebruiken de omgeving om te broeden en komen in de tuin foerageren, voor een deel op (soms) weggegooid voedsel (vooral rijst is populair). Deze soorten zijn onder andere Red-cheeked Cordon-bleu, Purple Grenadier Uraeginthus ianthinogaster, Rufous Sparrow Passer r. rufocinctus, Greyheaded Sparrow Passer griseus, Red-billed Firefinch Lagonostica senegala ruberrima en Baglafecht Weaver Ploceus baglafecht.
![]() |
Red-cheeked Cordon-bleu |
In onze kleine tuin, maar tezamen met het grote grasveld voor de school grenzend aan het huis, komt nog een aantal andere soorten voor. Om enkele te noemen die we hier regelmatig zien: White-browed Robin-chat Cossypha h. heuglini, Abyssinian White-eye Zosterops abyssinicus flavilateralis, Rufous Chatterer Turdus olivaceus abyssinicus, African Mourning Dove Streptopelia decipiens perspicillata, Streaky Seadeater Serinus s. striolatus, Black-and-white Mannikin Lonchura bicolor, White-eyed Slaty Flycatcher Melaenornis f. fischeri en Ring-necked Dove Streptopelia capicola somalica. In de omgeving is nog een groot aantal andere vogels te zien, waaronder bijeneters, neushoornvogels, ibissen, koereigers, spechten, buulbuuls, glansspreeuwen, fiscals (klauwier-achtigen) en diverse roofvogels. Ik zal u niet vermoeien met alle namen. Indien u hierin geïnteresseerd bent, kan ik na mijn tijd hier een soortenlijst voor u samenstellen.
![]() |
Variable Sunbird |
Tot slot nog iets over mijn leven hier. We leven nu in een (Kikuyu)gemeenschapje van 10 mensen. Oom en tante, met een zoon (die hier nu is als mijn chauffeur) en een dochter die de komende maand vrij is van school, een zus van mijn vrouw die ook in deze omgeving naar school gaat, een jongen uit de omgeving die hier wordt opgevangen en nog een jongen waarvan ik de oorsprong niet ken (het Engels van deze jongens is slecht, en mijn Kikuyu en Swahili nog slechter), mijn vrouw en ik en tenslotte de (huishoudelijke) hulp van mijn vrouw. Al met al een volle bedoening. De jonge dames en de beide jongens zorgen voor het koken en de andere huishoudelijke taken. Mannen doen (in principe) niets.
De meeste tijd brengen we thuis door of in de directe omgeving. Later zal ik wat meer over interessante plekken in de omgeving vertellen. Vanwege een ziek familielid ben ik vorige week met tante en neef naar Thika geweest, een stadje ten zuidoosten van Nakuru. Dat reizen in Kenia is nogal een avontuur. Ook daarover later meer
Maandag 30 maart 2009
Kenia Verslag 1
Gisterochtend, zondag 29 maart, om half zeven 's ochtends aangekomen op het vliegveld van Nairobi. De eerste actie is dan het verkrijgen van een visum, wat vanwege de lange rijen voor de visabalie meestal een uurtje of meer in beslag neemt. Deze keer waren de rijen echter kort, en een vriendelijke juffrouw verwees mij naar een balie met een nog kortere en snellere rij, zelfs zonder daarvoor een bijdrage in haar levensonderhoud te verwachten!
Dus, voor 7 uur 's ochtends op het vliegveld van Nairobi. Met mijn neef, tevens chauffeur, Irungu, had ik afgesproken dat hij mij rond 9 uur zou komen ophalen. Dus, 2 uur de tijd om op het vliegveld koffie te drinken. Dé plaats daarvoor is The Pub, waar je buiten kunt zitten. En hoewel het nog fris is om die tijd, zo'n 18° C, toch erg aangenaam. Je kan op het vliegveld namelijk best al wat vogels bekijken. Hoewel ik absoluut geen lijstjes-bijhouder ben (ik heb ook geen overzicht van wat ik tijdens mijn vorige Kenia-bezoeken heb waargenomen, behalve dan in m'n hoofd), hou ik het nu wel schriftelijk bij, voor de verslagen die ik deze reis beloofd heb te maken. Dus, daar komt ‘ie dan, waarnemingen op het vliegveld: Little Swift (Huisgierzwaluw) Apus affinis affinis, Pied crow Corvus albus, Red-winged starling Onychognathus morio, Baglafecht Weaver Ploceus baglafecht en Huismus.
Van de meeste soorten ken ik de Nederlandse namen niet, daarom geef ik de Engelse en de Latijnse. Waar ik ze wel weet, zet ik ze er tussen haakjes bij, en van soorten die we ook in Nederland kennen (een heel enkele) geef ik u alleen de Nederlandse naam.
Even voor 9 uur was Irungu op het vliegveld, met zijn broer Karanja. Deze twee zijn neven van mijn vrouw, en we verblijven de komende tijd in hun ouderlijk thuis. Dat is in de buurt van Nakuru (zie later). Voor mijn vrouw veel aangenamer, omdat de temperaturen aanzienlijk lager zijn dan aan de kust, waar zij woont, en waar het nu snikheet is.
Vanaf Nairobi naar Nakuru is een schitterende tocht. Nairobi ligt op zo'n 1.600 meter hoogte, richting Nakuru passeer je de Aberdare Mountain Range, met een door mij hoogste gemeten punt van 2.600 meter. Op die hoogte is het koud (13° C), mistig en regenachtig (het kan er ook mooi weer zijn, maar vandaag niet). Links ligt de Rift Valley, een slenk die door een groot deel van Oost-Afrika gaat, en vooral aan de oostkant een scherpe scheiding met de omgeving heeft (‘escarpment'). Steile wanden over honderden meters. De Rift Valley is vruchtbaar gebied, met landbouw, waaronder Nederlandse bloementelers (die hier nog van alles mogen wat in Nederland allang verboden is), maar ook enkele zeer tot de verbeelding van vogelaars sprekende meren. Allereerst Lake Naivasha, bij vogelaars bekend als een zeer vogelrijk meer, de omgeving meegerekend. Dit is een dieper meer met zoutwater, waarin nog steeds Nijlpaarden leven. Naar het noorden een minder bekend meer, Lake Elementaita. Minder spetaculair dan de andere meren, maar vanwege de vele Flamingo's is dit zoute meer wel de moeite waard. Ook nu waren er vanaf de weg 10.000 of meer Kleine Flamingo's te zien. Meer naar het noorden komt Lake Nakuru, omringd door het Lake Nakuru National Park. Een zoutmeer, ook met 10.000en Flamingo's, Pelikanen, andere watervogels, een spectaculair mooi gebied er om heen met veel grote zoogdieren. Maar nu, geen tijd om van al dit moois lang te genieten. Met spoed doorrijden naar Nakuru, waar mijn vrouw mij wacht. Na 4 maanden kunt u zich voorstellen dat dat eventjes voorgaat. Dus, een kort lijstje vanuit de auto waargenomen vogels: Pied crow, Koereiger, Yellow-Billed Kite (de Afrikaanse tegenhanger van onze Zwarte Wouw), Heilige ibis en Zwarte ibis, Northern Anteater Chat Myrmecocichla aethiops cryptoleuca, Superb Starling Lamprotornis superbus (de meest algemene glansspreeuw in Kenia), Village Weaver Ploceus cucullatus, Common bulbul Pycnonotus barbatus en Witte kwikstaart (nog zoiets vertrouwds, overigens de eerste keer dat ik er een in Kenia zie).Andere vogels: meerdere, maar niet de moeite genomen om ze tot op soort te determineren. Nog wel wat groot wild: Zebra, Penseelzwijn en de onvermijdelijke Baviaan. De Bavianen gebruiken de wegen om tijdens hun rusttijden te zitten: ze willen open veld hebben om vijanden te zien aankomen, en de grote doorgaande wegen zijn daarvoor uitermate geschikt.
![]() |
![]() |
![]() |
Augur Buzzard | Abyssinian White-eye | Streaky Seadeater |
De eerstkomende dagen verblijf ik in het plaatsje Mailakumi, wat letterlijk betekend: Mijl Tien. Ofwel, tien mijl vanaf Nakuru. Ik zal daar later verslag van doen. Hierbij al wel een voorproefje met foto's van wat ‘tuinvogels'.